Meester Slagbal.

Eindelijk is het zover. Ik heb mijn scriptie ingeleverd. Het is nu een kwestie van alle deadlinestress loslaten en wachten tot het cijfer binnenkomt.

Dat loslaten gaat steeds beter. Zeker toen we met de leerkrachten en de leerlingen van groep 8, conform de corona-maatregelen, een gezellige barbecue besloten te organiseren. Maar voor het vlees op het vuur ging, was het eerst tijd om een potje slagbal te spelen tussen de leraren en de leerlingen.

Met mijn borst vooruit liep ik als één van de eersten naar het opslaghonk om met de knuppel een flinke kets tegen de tennisbal te geven. Maar ik kwam bedrogen uit. Na drie enorme misperen en het schaamrood op de kaken, mocht ik al snel weer aan de kant gaan zitten. Deze meester heeft al jaren geen slagbal meer gespeeld en dat was te merken.

Ook deze meester gaat volgend schooljaar naar een andere school

Een tennisbal is toch een stuk kleiner dan een volleybal. Ik ben meer gewend aan grotere ballen (uhum). Na een prima overwinning van de meesters en juffen was het dan toch eindelijk tijd voor een lekker stukje vlees en liters aan ranja, want je krijgt enorm dorst van al dat geren.

Niet alleen groep 8 neemt afscheid. Ook deze meester gaat volgend schooljaar naar een andere school. Niet om te leren, maar om te gaan werken. Al klopt dat eigenlijk niet. Want ook als leerkracht ben je nooit uitgeleerd. Zo zou ik best nog wel een lesje slagbal willen volgen.

In plaats van mijn mannetje te staan voor de klas, ga ik genieten van een koud biertje in een glas

Nu ik erover nadenk, vind ik het best bijzonder dat je als leerkracht nooit de schoolbanken gaat verlaten. Je blijft, weliswaar in een andere rol, altijd op school zitten. En over zitten gesproken, ik ga nu genieten van een welverdiende vakantie. In plaats van mijn mannetje te staan voor de klas, ga ik genieten van een koud biertje in een glas. Proost!