Moederdag.

Mijn mama zegt op m’n verjaardag elke keer weer: Wat ben je toch groot geworden. Ik weet nog precies het moment dat je geboren werd, alsof het de dag van gisteren was.
Uiteraard kan ik me dit goed voorstellen. De pijn die ik m’n moeder heb bezorgd in de eerste minuten van m’n leven, vergeet ze vast niet snel. Alleen al daarom ben ik haar vanaf het allereerste begin al wat verschuldigd. Elke verjaardag denk ik aan mezelf als een verfrommeld blauw monstertje dat naar de eerste adem snakt. Die eerst minuten van je leven, de minst fotogenieke momenten, maar zo puur. Vervolgens vertelt m’n moeder nog het verhaal van m’n geboorte, met details. Hoe ik eruit kwam, hoe en wie de navelstreng doorknipten en nog meer van dat soort minder frisse zaken.

Een kind kost z’n ouders meer dan een ton, we zouden gierig zijn als we niet een paar euro teruggeven

Ik bleef mama’s kindje. Als ik moest huilen kon alleen mijn moeder me troosten. Ook zong ik, iets ouder, eindeloos het liedje Olifantje in het bos, laat je moeders staart niet los (‘staart’ als in: moederstreng?). Inmiddels heb ik die staart allang losgelaten, ik ben zelf aan de wandel gegaan. Maar af en toe is het toch goed om even bij je moeder stil te staan.
Haar leven heeft een lange tijd om het jouwe gedraaid. Eén dag in het jaar kunnen we dit omdraaien. Moederdag is dan wel een commerciële dag, maar het gaat om het gebaar, toch? Een kind kost z’n ouders gemiddeld al meer dan een ton. We zouden gierig zijn als we niet een paar euro teruggeven. Ik hoop dat we afgelopen week allemaal wat centen uit Ome Duo’s zak hebben gehaald om voor onze moeders een bedankje te kopen. En als je echt geen cent te makken had, dat je dan iets creatiefs hebt verzonnen. Als je nog steeds niks gedaan hebt omdat je blut was en inspiratieloos: maak dan alsnog zo’n klef basisschool-iuobordje waarop staat dat jouw moeder de beste is. Dat je nu geen blauw monstertje meer bent, maar uitgegroeid tot een (redelijk) volwassen student heb je grotendeels aan die moeder van je te danken.