Oké.

Door de muren van mijn studentenkamer klinkt een onophoudelijk gebonk, iets wat slechts twee dingen kan betekenen. Of de buren zijn verwikkeld in nachtelijke escapades, of ze hebben een feestje. Vurig hoop ik op het eerste: uit ervaring weet ik dat er dan binnen afzienbare tijd een einde aan komt. Helaas is het een feest, ik ben gedoemd ben tot wakker liggen. Een autistische trek van mij is dat ik in absolute stilte moet slapen, omdat ik mezelf anders opvreet.

De super is verbouwd, waardoor ik niet langer in een crackpand boodschappen hoef te doen

Na een uur woelen en meerdere vermaningen van m’n vriendin, besluit ik uit bed te gaan. Ik pak een glas water en kijk gedachteloos uit het raam bij mijn wasbak. Mijn ogen vallen op een fel oranje licht, dat sterk aftekent tegen het donker. Het schijnsel doet me denken aan een ander oranje licht dat ook niet ver van mijn huis verwijderd is. Met een beetje fantasie en goede wil kan ik het zelfs zien, als ik tussen de huizen door kijk. De buurtsupermarkt.
Afgelopen winter is de super verbouwd, waardoor ik niet langer in een crackpand boodschappen hoef te doen. De buitenkant is veranderd, maar van binnen heeft het gebouw nog altijd hetzelfde, buurtelijke karakter. De vloer roept nog steeds herinneringen van een kantine uit de jaren 80 op en de tl-lampen doen nog altijd pijn aan je ogen.

Een groot deel van de clientèle bestaat uit mannen die hun laatste centen neertellen voor halve liters

De kale bewaker is er nog steeds, die op een ietwat rare manier de mensen begroet, maar het wel altijd meent. Dezelfde kassameisjes doen hard hun best, maar het lukt ze niet echt de zaak meer cachet te geven. Wat wil je, als een substantieel deel van je clientèle bestaat uit dranklustige mannen die hun laatste centen neertellen voor halve liters bier in bruine blikken?
Huismerk Oké heeft de make-over overleefd. Oké is de naam waaronder de meest waterige crème-fraîche op de markt in de schappen staat. Mijn supermarkt is ook nog steeds het adres voor de man die twee kratten bier per week koopt en vervolgens schreeuwt: ‘Het is weer biertijd!’ Misschien een verfoeilijke supermarkt, maar het is wel die van onze buurt.
M’n gedachten keren langzaam terug naar het hier en nu. Het feestgedruis bij de buren is gestopt. Ook dat is oké.