Ondernemen, waar leer je dat nou beter dan op de markt?

Ondernemen. Op de markt, de echte, ontdek je of je je spullen kunt verkopen. Het gaat sommige studenten van de ad Ondernemen verrassend goed af.

‘Nee, nee, we horen niet bij elkaar’, zegt Merle Borger, ‘de enige overeenkomst tussen onze producten is dat ze uit de oven komen.’ Ze heeft gelijk. Merle bakt brood en banket, haar klasgenoot Janet van der Pas aardewerk.
‘Kijk het verschil’, zegt de keramiste, ‘zwarte klei… en witte klei. Een compleet ander effect op de kleur.’ Dat valt inderdaad op, maar nog opmerkelijker is dat de bekers precies even groot zijn. Best knap voor handwerk. ‘Een kwestie van meten’, zegt Janet (21) die haar bedrijf Earth Work runt in een kamer in het ouderlijk huis in Veenwouden. ‘Ja, die kamer heb ik ingepikt’, zegt ze, ‘eigen schuld, mijn ouders vonden werken met klei wel wat voor mij. Op mijn elfde was dat, dus ik heb tien jaar ervaring. De schopschijf heb ik maar heel kort gebruikt. De elektrische is makkelijker. Maar het kleien zelf… dat blijft handwerk.’

‘Je staat ineens oog in oog met de klant die er wat van vindt of, misschien nog wel erger, gewoon voorbijloopt’

Het is fijn sneupen en snuffelen op de allereerste beurs van de associate degree Ondernemen van de Hanzehogeschool. ‘Dit is best spannend voor de studenten’, zegt docent Bas Voet, ‘je kunt wel een mooi idee hebben, maar je moet er wel de boer mee op. Hier sta je ineens oog in oog met de klant die er wat van vindt of, misschien nog wel erger, gewoon voorbijloopt. Hier op de markt ontdekken de studenten wat dat met ze doet. Sommige zie je echt opfleuren.’

Veel studenten die op 4 april in het Atrium hun waar aanprijzen hopen over niet al te lange tijd een boterham te kunnen verdienen met een eigen onderneming. Bakker Merle (twintig jaar, maar ze heeft het bakkersdiploma al op zak) ziet een andere weg voor zich. Ze wacht op het moment waarop vader Borger de zaak aan haar overdraagt. ‘Ik ben de vijfde generatie van Bakker Borger in Nieuwleusen en ik ga dat bedrijf zeker overnemen. Nou ja, ik. Mijn broer en ik.’ In Merles kraam ligt het suikerbrood voor het grijpen. Mini-paasstolletjes en krentenwegge. ‘Overijssel! Daar vind je geen bakker zonder krentenwegge. Maar dit hier… dat is exclusiever, de Zwolse Bol, twee reuzekrentenbollen met daartussen amandelspijs.’

Nynke wil broeken-zonder-hoogwater verkopen, voor meiden met lange benen

Nynke Bouma (20) heeft een gat in de markt te vullen. Nyn’s Fashion wil een mekka worden voor meiden met lange benen. ‘Zelf kan ik nog aardig uit de voeten in gewone winkels, maar ik heb vriendinnen die echt nergens een broek zonder hoogwater kunnen kopen.’ Nynke heeft inmiddels Thaise bedrijven gevonden bij wie ze lange flares en pantalons kan inkopen. Helemaal in Thailand? ‘Ja, contacten. De Kamer van Koophandel, het World Fashion Centre. Er zijn wegen genoeg, je moet erachter komen waar.’ Een geïnteresseerde dame raadt haar aan om zich ook te wagen aan de verkoop van lange rokken. ‘Dat is ook een groot probleem’, zegt ze. Nynke wil er best wel een knoop in haar zakdoek voor leggen. ‘Maar eerst de broeken.’

Een T-shirt waarin je niet of nauwelijks transpireert? Julian heeft het in huis

Julian Hoekstra zit ook al in de kleding. Bij hem kun je shirts (en als het goed gaat binnenkort ook sweaters) kopen die zijn gemaakt van een stof die voor één derde bestaat uit katoen en voor twee derde uit lyocell. Wat? ‘Dat is gemaakt van de houtpulp van de eucalyptusboom. Nee, dat ruik je niet, maar je voelt het wel. De stof wordt nu vooral gebruikt voor dekbedovertrekken, zeer zacht en comfortabel. Voel maar… En je transpireert er niet in.’ Een extra voordeel van de kleding is volgens Julian dat ze zeer duurzaam is. ‘Ook belangrijk: door de eigenschappen van het materiaal vervagen de kleuren minder snel.’

Erik Gunnink (22) is van plan om tussen de vijf en tien jaar een restaurant te openen. ‘Het liefst in de binnenstad van Groningen, maar als het ergens anders is, is dat ook goed.’ Op deze beurs staat hij met Erik’s Beers, twee soorten: blond en IPA. Het etiket is simpel en kleurrijk. De flesjes zijn los te koop of in een cadeaupakket. Het ziet er puik uit, echt een cadeautje: twee flesjes in het cellofaan, borrelnootjes en een bierworstje erbij, gouden lint eromheen en asjeblieft, geniet ervan. ‘Maar dit is nog gewoon bier van Martinus, hoor.’ En ja, dat staat ook duidelijk zichtbaar op de zwarte dop. ‘Dat eigen bier komt misschien nog. Ben ik wel mee bezig. Maar voor later: ik zie het helemaal voor me, een eetgelegenheid met een bier-spijs-combi. Met een echte biersommelier.’

Erik, van Erik’s Beer, verkoopt bier (van Martinus), maar ook een beetje zichzelf

Erik maakt er een kleine buiging bij, alsof hij al aan de tafel van zijn gasten staat. De bezoekers van zijn kraam spreekt hij aan met mevrouw en meneer. ‘Ik heb de middelbare hotelschool gedaan. Daar leer je hoe je met gasten omgaat, gastvrijheid. Maar het is ook gewoon wie ik ben, meneer. Ik sta hier om de sales te leren en ik ben enorm nieuwsgierig. U krijgt van mij een bierviltje met een QR-code. Als je die scant kom je bij een enquête.’
Erik is één van de ondernemende ad-studenten waar docent Bas Voet ‘heel erg blij van wordt’, zoals hij het uitdrukt. ‘De vent maakt de tent, of, het wijf maakt het bedrijf. Die wijsheid is niet van mezelf, maar het klopt wel. Het succes is voor een groot deel afhankelijk van de persoonlijkheid van de ondernemer. Sommige studenten hebben nog niet door dat ze goud in handen hebben.’
Amber de Vries is het daar volmondig mee eens. De wijnondernemer, was vandaag mystery guest op de ad-markt. ‘Ja, echt, er zaten geweldige ideeën bij. Maar het vertrouwen is afhankelijk van de indruk die je maakt. In deze groep zaten best veel jonge ondernemers waarin ik meteen zou willen investeren, als ik het geld had.’ Maar dat heeft Amber niet. ‘Nou ja, wel een beetje, maar álles wat ik heb, stop ik in mijn eigen bedrijf.’

Foto: de bierkraam van Erik Gunnink trekt veel bekijks tijdens de allereerste markt van de ad Ondernemen van de Hanze