Post-tentamenstresssyndroom.

arondejongHa, de tentamens voorbij! Dat is ongetwijfeld wat velen van jullie denken. De tentamens zijn achter de rug en het gewone mooie studentenleven kan weer beginnen. Of de tentamens uiteindelijk goed zijn afgerond is een hele andere kwestie, maar dat zijn zorgen voor later. Ondanks dat de leersessies voorlopig ten einde zouden zijn, eindigde afgelopen week voor mij in een totale catastrofe.
Ik had een week vrij en ik zou pas over een week weer mijn eerste college hebben. Deze gedachte resulteerde erin dat ik mijn lichaam dinsdag en woensdag onbesuisd volgoot met liters alcohol om de onthouding in de afgelopen weken te compenseren. Voor ik er erg in had was het beide dagen geëscaleerd en kroop ik ruim, zeer ruim, na twaalven mijn bed in.
Na donderdagmiddag uit mijn coma te zijn ontwaakt met een knallende koppijn en een dorst die in Nederland niet voor zou mogen komen, kroop ik uit bed. Er scheen een laf zonnetje dat maar niet helemaal wilde doorbreken en de temperatuur bleef onder de tien graden steken. Nog half-slapend checkte ik mijn mail om te kijken of er al tentamenresultaten bekend waren. Niks, maar wel een ander mailtje. Het soort mailtje dat je absoluut niet wilt zien op een brakke donderdag: herinnering deadline. Mijn hartslag schoot omhoog naar 180 slagen per minuut, ik begon acuut te zweten en mijn adem stokte. Totaal vergeten dat ik nog een opdracht moest inleveren. Vandaar dat ik vrij had gehad.
Ik had minder dan 24 uur om een essay in te leveren en moest dat doen in een conditie die allerminst geschikt was om wat dan ook te doen. Ik probeerde mijn gedachten op orde te krijgen maar de nog in mijn lijf resterende alcohol verijdelde dat. Op zulke momenten weet ik het zeker: alcohol is de duivel en ik ben zijn slaaf.
Gehaast en gestrest begon ik boeken aan te vragen bij de UB om in ieder geval mijn bibliografie in orde te krijgen. Ondertussen leek er geen verbetering in mijn fysieke situatie te komen en het gewenste resultaat van de paracetamols bleef uit. De tijd leek ineens twee keer zo snel te gaan en voor ik het wist was het alweer vier uur. Een typisch gevalletje post-tentamenstresssyndroom: brak, nog te veel te doen en te weinig tijd om datgene te doen wat je moet doen. Na een ontbijt/avondmaal waar menig Afrikaan zijn neus voor op zou halen, racete ik (wéér) naar de UB om te beginnen aan het essay. Het zou wederom een lange avond worden, alleen geen gezellige. Het enige voordeel was dat er, in tegenstelling tot vorige week, genoeg plek was in de UB.