Raar diertje, bloos-bloos

Met blozende wangen verlaat ze de winkel. Ze giechelt nerveus en zegt iets over huur en zorgverzekering. Vervolgens maakt ze dat ze wegkomt. Te weinig saldo op de rekening bij de kassa. Het is iedereen wel eens overkomen. Het meisje schaamt zich duidelijk. Waarom eigenlijk? Toen ik laatst hetzelfde probleem had, schaamde ik me niet. Schouders ophalen en that’s it. Maar toen er in één nacht op m’n voorhoofd een knijster van een pukkel ontstond was dat wel even anders. Het ding was enorm en had eigenlijk recht op een eigen postcode. Ja, toen schaamde ik me. De hele dag probeerde ik casual m’n haar ervoor te hangen totdat iemand vroeg wat er met m’n haar was. Dus ik, bloos-bloos, stamel iets over m’n nieuwe ledemaat. Waarop bleek dat het gefriemel met m’n haar meer opviel.

Waarom komt schaamte wel om de hoek zetten bij kleine onzin-dingen en niet bij wat grotere gebeurtenissen?

Ik schaam me voor futiliteiten die ik met overtuiging weet op te blazen. Voor pukkels, een vlek op m’n jas en dat ene woord dat ik verkeerde vervoegde in het Engels. Voor het afgeknaagde rietje als de ober m’n lege glas meeneemt. En voor m’n rare voethupje als ik op teenslippers loop.
Schaamte bewijst dat de mens een raar diertje is. Want zo schaam ik me bijvoorbeeld niet als ik in het openbaar moet huilen. Waarom zou ik? Ik ben verdrietig, dus ik heb wel wat belangrijkers dan me bezig te houden met schaamte. En iedereen is wel eens verdrietig. Als iemand last heeft van mijn openbare tranen dan is dat zijn probleem. Voor m’n enorm rode hoofd erna, ja, daarvoor schaam ik me dan weer wel.
Want waar is het goed voor? Die schaamte? Vele emoties hebben een doel. Veelal om te ventileren. Er valt rationeel te bekijken wat het nut ervan is. Maar schaamte? Het zou te maken kunnen hebben met de algemene mores. Dat we als brave burgertjes als het ware de schaamte in geëvolueerd zijn. Dat zelfs onze diepste emoties ons aan de maatschappelijke normen en waarden houden. Dat we ons het ene moment wel voor iets schamen en het volgende moment voor exact hetzelfde niet is daarmee voor mij niet duidelijk.
Waarom komt de schaamte wel om de hoek zetten bij kleine onzin-dingen en niet bij wat grotere gebeurtenissen? Bij de kleine dingen lijkt er nog ruimte over te zijn in ons emotionele palet. Dat kunnen we dan vullen met wat anderen op dat moment van je denken. Wanneer je emotionele palet vol is, is de ruimte al gevuld. Gevuld met woede bijvoorbeeld, schaamte lijkt geen rol te spelen bij dat stelletje dat knallende ruzie maakt in het plantsoen.
De ene persoon tilt zwaarder aan iets dan een ander, dus diens palet is logischerwijs sneller vol. Een ander is gezegend met een abominabel klein emotioneel paletje waardoor schaamte niet vaak voorkomt. Schaamte heeft natuurlijk ook een positieve zorgende kant. Het zorgt ervoor dat je even na moet denken voordat je iets doet. Dat je je bewust wordt van de mensen om je heen. Maar in hoeverre dat nu rijmt met die pukkel?