Studenten lenen steeds meer en steeds vaker.

Steeds meer studenten lenen geld om hun studie te bekostigen, en het bedrag dat ze lenen wordt ook steeds hoger. Vooral sinds de invoering van het leenstelsel in 2015 lenen steeds meer studenten, en loopt de gemiddelde studieschuld versneld op. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

De gemiddelde studieschuld is sindsdien opgelopen van 12,4 duizend euro in 2015 naar 13,7 duizend euro in 2019. Ook het aantal studenten met een schuld is opgelopen: in 2019 hadden in totaal 1,4 miljoen mensen een studieschuld, 388 duizend meer dan begin 2015.

Mannen versus vrouwen
Mannelijke studenten lenen nog makkelijker geld dan vrouwelijke studenten, al scheelt het niet veel: 51 tegen 49 procent. De gemiddelde studieschuld van studentes is aan het einde van hun studie 13,4 duizend, die van studenten 13,9 duizend. De verschillen tussen mannen en vrouwen zijn daarmee niet toegenomen sinds de invoering van de studieschuld, ook toen waren mannen iets leengieriger dan vrouwen.

Hoe jonger, hoe hoger de schuld
Hoe jonger de generatie studenten, hoe groter de gemiddelde studieschuld. Studenten geboren in 2000 hebben op hun achttiende jaar gemiddeld 2,7 duizend euro studieschuld opgebouwd. Studenten die zes jaar eerder geboren zijn, was dat op 18-jarige leeftijd gemiddeld 1,5 duizend euro. Ook hebben de jongere generaties vaker een studieschuld dan de oudere. Van de in 2000 geboren studenten hebben er 34 duizend op 18-jarige leeftijd geleend om hun studie te bekostigen. Dit is bijna drie keer zoveel als de in 1994 geboren studenten op die leeftijd.