Tien tips voor student-ondernemers.

Acht procent van de studenten van de Hanzehogeschool is ondernemer, zo heeft het Groningen Center of Entrepreneurship Value050 becijferd. Dat is een hoger percentage dan het gemiddelde onder Nederlandse studenten (dat is slechts zes procent). Maar het relatief hoge percentage student-ondernemers op de Hanze is flink lager dan in, om maar eens twee dwarsstraten te noemen, de Verenigde Staten (11 procent) en Argentinië (29 procent!). En het is ook lager dan het percentage ondernemers in Nederland.

Ondernemerschap is niet voor iedereen weggelegd, maar voor degenen die er wél over denken om een eigen bedrijf op poten te zetten heeft Value050-directeur Frans Donders een paar goede tips.

1 Maak een goed plan en kies een goede partner
Heel belangrijk! Een plan helpt je om duidelijk te krijgen wat je op de markt wil zetten. Een partner helpt je bij het preciseren van je doelen, hier kun je ook iemand anders inschakelen: een mentor, een kritische meedenker, een ervaren ondernemer. Een goed plan helpt je ook bij het vinden van geldschieters.

2 Droom, droom groot, maar blijf reëel
Natuurlijk moet je dromen van een wereld die door jouw product of dienst een beetje mooier is geworden. En je mag ook best geloven dat je product onmisbaar is. Maar toets het wel. Blijf met beide benen op de grond staan. Ken je markt.

3 Niet bang zijn, doorzetten
Fouten maken we allemaal. Maar wie na een fout bij de pakken neer gaat zitten, zal nooit ondernemer worden. Wie onderneemt gaat door als het tegenzit en als het linksom niet lukt doet-ie het rechtsom. Blijven proberen, dat is de houding die ondernemen van je vraagt.

4 Wees commercieel
Een prijs vragen voor je product is niet zo moeilijk. Ja, wie niet in z’n product gelooft, moet jokken. Maar als je ervan overtuigd bent dat je product werkelijk iets toevoegt, spreek je enthousiast de waarheid.

5 Weet waar je goed in bent (besteed dingen uit)
Het is niet verstandig om alles zelf te doen. Anderen kunnen sommige dingen sneller, beter en goedkoper. Hoe minder goed je zelf in een taak bent, hoe sneller je iemand moet inhuren.

6 Houd altijd je doel voor ogen
Doelen zijn richtinggevend. Wie het doel van z’n onderneming uit het oog verliest zal sneller geneigd zijn om onnuttige, zelfs contra-productieve, dingen te gaan doen. Laat je niet afleiden, vraag je bij ieder belangrijk besluit af of dat het doel dichterbij brengt.

7 Gebruik goed gereedschap
Van computer tot visie op leidinggeven: houd goed in de gaten of wat je gebruikt niet verouderd is. Er is altijd wel een concurrent die wél nieuw gereedschap heeft.

8 Werk samen
Natuurlijk, ondernemers willen graag zelfstandig zijn. Aan de andere kant zijn goede ondernemers zich ervan bewust dat hun succes staat en valt met samenwerking. Voor praktisch alles heb je mensen nodig die je helpen. Zoek ze op, zij zoeken jou ook en samen bereik je meer.

9 Houd overzicht
Kwaliteit staat voorop, maar zonder een goed oog voor kwantitatieve gegevens kan de zaak nog steeds in de soep lopen. Meten is weten. Zorg ervoor dat je administratie op orde is. Weet wat de financiële stand van zaken is. Overzicht geeft de rust die nodig is om je te wijden aan wat je het liefste doet: ondernemen.

10 Leer wat je leren kunt
In tegenstelling tot wat veel mensen denken is ondernemen wel degelijk iets wat je kunt leren. Uit een groot onderzoek van de Europese Unie bleek onlangs dat studenten die lessen in ondernemerschap hadden gevolgd, meer genegen zijn om ondernemer te worden en innovatiever en succesvoller zijn dan studenten die geen ondernemerschapsonderwijs hadden genoten. Ook zijn ze minder vaak werkloos en verdienen ze meer.

Om studenten te enthousiasmeren voor ondernemerschap heeft de Hanzehogeschool in februari een Topondernemersregeling opgesteld. De student die met een business-plan, een bedrijfsplan en een break-even-prognose op de proppen komt die vervolgens de goedkeuring van een gezelschap deskundigen wegdragen, mag zijn minor-, z’n stage- en z’n afstudeerperiode invullen met aan zijn bedrijf gerelateerde activiteiten. Ieder jaar komen er tussen de tien en twintig studenten voor deze regeling in aanmerking.