Typisch Hanze: effe de piek schuren

Effe de piek schuren! Wat zou dat betekenen? Hanzekenner Girbe Buist bundelde in een fraai boekwerkje spreekwoorden en zegswijzen die al werden gebruikt in de hoogtijdagen van de Hanze (de veertiende en vijftiende eeuw). Nu zal het weinig Hanzestudenten aan de reet roesten wat met Adamsvorken eten betekent (met je vingers eten), maar voor de piek schuren ligt misschien wel een mooie studentikoze toekomst in het verschiet. De uitdrukking betekent deserteren: de piek (= lans) schuren is dus hetzelfde als de plaat poetsen.

– Hé, waar hangt soldaat Van der Vlag uit?
– O… die heeft de piek geschuurd.
– De verrader!

Maar piek betekent ook al eeuwen penis. De letterkundige Beckering Vinckers meent dat de piek schuren verwijst naar geslachtsgemeenschap. Hij legt een verband met de kwast schuren, dat dezelfde betekenis zou hebben.
In deze moderne tijden is een verwijzing naar zelfbevrediging ook goed mogelijk.
‘Hé lullo, waar zát je nou? Toch niet weer de piek aan het schuren?’