Vier maal grote faal.

Als mensen me vragen in welk jaar ik zit, heb ik eigenlijk geen idee wat ik moet antwoorden. Ik ben een vierdejaars die nog geen dingen doet uit het vierde jaar, maar al wel bijna alles uit het derde jaar gehaald heeft, terwijl ik ook nog wat werk uit het tweede jaar heb liggen en me inspan voor een extra minor die met al die andere zaken niks te maken heeft (Journalism).
Klinkt heel logisch, toch?

Studievertraging, niemand wil het en toch zijn er maar weinig mensen die het niet hebben

Uiteindelijk gebruik ik vaak de term drie-en-een-half-de-jaars. Iemand die tussen twee dingen in zit. Het jaar van afstuderen is zo dichtbij, maar toch zo ver weg.
Vertraging. Als ik mensen vertel dat ik vertraging heb, zie ik ze zuur wegtrekken. Niemand wil het en toch zijn er maar weinig mensen die het niet hebben. Toen ik laatst met mijn studieloopbaanbegeleider sprak hoorde ik dat er vier van de dertien begonnen waren aan het laatste jaar. De rest was allemaal in de weer met het afronden van dit of dat.

Dat je hard hebt geleerd voor een toets die je niet hebt gehaald, komt niet cool over

Voor mij is dat één toets waar ik zo’n gigantische faal in ben, dat ik hem al vier keer niet gehaald heb. VIER KEER.
Ik bedoel, dat is bijna alweer een nieuw talent. Zo vaak falen voor een toets dat mensen zich kunnen afvragen of je überhaupt wel doorhebt welke toets je aan het maken was. Nu is het wel eens voorgekomen dat ik bij de verkeerde toets zat (oeps), of bij een toets die ik al had gehaald (oeps), maar voor deze vier-keer-faal-toets heb ik keihard zitten leren.
Dat je hard heb geleerd voor een toets die je niet hebt gehaald, komt niet cool over. Liever schep je op over die negen die je binnenhaalt door het boek onder je kussen te leggen. Ik troost mezelf met het idee dat mensen die dat beweren stiekem ook wel moeite gedaan hebben, maar dat gewoon niet durven te zeggen. Geen idee of dat waar is, maar ik moet weer leren voor mijn volgende poging en moet toch ergens motivatie vandaan halen.