Voor de klas: Peter Schiphof

In de rubriek ‘Voor de klas’ vragen we docenten naar hun drijfveren, ervaringen en meningen over de Hanzehogeschool. Peter Schiphof geeft Strategisch management aan de International Business School (IBS), Business Administration (MBA) en International Business and Management (IB&M). ‘Een student kan een ongelooflijk mooi concept presenteren, maar uiteindelijk gaat het erom: Wat kunnen we ermee?’

peter schiphof (599x855)

Waarom heb je gekozen voor het vak van docent?
‘Ik heb eerst jarenlang in het bedrijfsleven gewerkt, maar die eindeloze druk op het behalen van meer winst begon me meer en meer tegen te staan. Natuurlijk moet een bedrijf geld opleveren, maar ik miste het menselijke aspect. In 2004 ben ik parttime het onderwijs ingerold.’

Hoe verliep die overgang?
‘Het ging me vanaf de eerste dag gemakkelijk af. Ik voelde me als een vis in het water. In 2010 heb ik ontslag genomen in het bedrijfsleven en ben ik fulltime gaan lesgeven.
‘Waar ik in het bedrijfsleven iedere twee à drie jaar een nieuwe functie wilde bekleden, omdat het me anders zou vervelen, vind ik het onderwijs na veertien jaar nog altijd ongelooflijk leuk.’

Wat voor docent je bent heeft te maken met je persoonlijkheid en je ervaringen

Hoe komt dat?
‘Het is een gevarieerd takenpakket, dus dat verveelt niet snel. Daarbij ben ik inhoudelijk erg betrokken bij de opleiding en krijg ik veel ruimte om te experimenteren. Het blijft interessant om te zien hoe je met allerlei middelen bepaalde competenties op studenten kunt overbrengen.’

Wat kenmerkt je als docent?
‘Wat voor docent je bent heeft te maken met je persoonlijkheid en je ervaringen. Ik heb heel veel buiten gewerkt in het bedrijfsleven, daardoor heb ik een andere kijk op veel zaken. Ik ben hierdoor scherper op the bottom line. Een student kan een ongelooflijk mooi concept presenteren, maar uiteindelijk gaat het erom: Wat kunnen we ermee? Het moet concreet en meetbaar zijn, want daar worden ze straks ook op afgerekend door de klant.’

In hoeverre verschilt dit van je collega’s?
‘Ik zie dat collega’s de inspanning die een student levert meewegen in hun beoordeling. Zelf ben ik vooral gericht op het zichtbare resultaat.’

Ik ga graag met mijn studenten naar een bedrijf toe

Wat kenmerkt je manier van lesgeven?
‘Het is altijd een mix van aan de ene kant het overbrengen van concepten en theorieën en aan de andere kant het toepassen van deze kennis in een praktijksituatie.’

Kun je hiervan een voorbeeld geven?
‘Ik ga graag met mijn studenten naar een bedrijf toe. Laatst zijn we bijvoorbeeld naar Arriva Nederland geweest. Dan laat ik de studenten zo’n bedrijf volledig doorlichten. Op deze manier krijgen de concepten en theorieën die ze eerder hebben geleerd, betekenis in de context van een echt bedrijf. Hierna evalueren ze hun bevindingen en denken na over wat goed gaat en wat beter kan.
‘Deze bevindingen koppelen ze in de vorm van een rapport en presentatie terug aan het bedrijf. Dit is meestal voor zowel de studenten als voor het bedrijf een leerzame ervaring. Studenten stellen het op prijs dat we naar buiten te gaan en vinden het prettig om praktisch bezig te zijn.’

De Hanzehogeschool is een fantastisch bedrijf, kan niet beter!

Wat vind je van de Hanzehogeschool?
Schiphof kijkt even om zich heen, ziet dan één van zijn managers staan. Een brede grijns verschijnt op zijn gezicht en hij vervolgt op luide toon: ‘
De Hanzehogeschool is een fantastisch bedrijf, kan niet beter!’

De manager draait zich – nu ook lachend – om. Schiphof slaat hem op de schouder. Als de heren zijn uitgelachen vervolgt Schiphof het interview op normale toon.
‘Natuurlijk is er overal wel wat, maar over het algemeen ben ik tevreden. Ik krijg veel ruimte om mijn eigen ding te doen en te experimenteren. Er wordt veel georganiseerd, dus als je meer wil leren kan dat. Het contact met collega’s is goed.’

Wat zou beter kunnen?
‘De staat van de lokalen, gedoe met IT, dat het dan weer niet werkt. De sfeer die dat uitademt, dat zou beter kunnen. Verder zijn er voortdurend veranderingen in het management. Dat zorgt voor onrust. De lessen draaien wel door, maar wanneer je als organisatie wilt verbeteren, is zo’n situatie niet gunstig.’

Als een student een grote interesse heeft voor een bepaald vak, dan zou het mogelijk moeten zijn dat hij daar compleet los op gaat

Hoe ziet je ideale school eruit?
‘Veel opener naar de buitenwereld en een intensere interactie met het bedrijfsleven. Het liefst zou ik studenten continue willen inzetten in praktijksituaties.
Daarnaast zou ik het onderwijs graag willen personaliseren. Als een student een grote interesse heeft voor een bepaald vak, dan zou het mogelijk moeten zijn dat hij daar compleet los op gaat. Dat kan nu niet, daar is geen ruimte voor. Alle studenten moeten aan dezelfde einddoelen voldoen. Aan de ene kant is dit goed, want dan is het voor iedereen duidelijk wat een bepaald diploma inhoudt, maar aan de andere kant zorgt het wel voor eenheidsworst. Op mijn ideale school zou ik zeker meer ruimte willen scheppen voor persoonlijke voorkeuren.’

Wat valt je op aan de huidige lichting studenten?
‘Vooral de eerstejaarsstudenten verwachten dat informatie kant-en-klaar wordt aangeboden. Het graven naar informatie, dat je je helemaal vastbijt in een bepaald onderwerp, dat is minder geworden. Ze worden natuurlijk ongelooflijk gefaciliteerd. Alles is op ieder moment beschikbaar. Waarom dan moeilijk doen, als het ook makkelijk kan? Studenten zijn wel losser geworden. Ze kunnen heel creatief zijn met wat hen wordt aangeboden.’

Foto: Luuk Steemers