Waar koop je geluk?

Voor me op tafel staat een Pokébowl van de nieuwe Pokéspot in Stad. Ik heb een Mooie Nel gekocht. Er staat een nieuwe aflevering van Hasan Minhaj’s ‘Patriot Act’ op Netflix. Omdat ik niets te doen heb na de blijde mededeling dat ik beide tentamens voor de toelating aan de Rijksuniversiteit heb gehaald, vind ik rust. Ik had alles voor elkaar, ik kon gaan ontspannen.
Maar het geforceerde genieten houdt nooit stand. Het is als de stranddag die veelbelovend begon, maar al snel teloorgaat achter in de file op weg naar het door Prins Bril himself gesponsorde strandoord. Ik vind mezelf later die avond, een uur of elf, jankend op de bank. Ik had blijkbaar niet alles wat mijn hartje begeerde. Ik begreep de leegte die ik ervaarde niet helemaal, ik had prima gegeten. Onlangs had ik mijn ambivalente knipperlicht-relatie met datingapps ook weer een kans gegeven om ook in díe behoefte te voorzien.

Ik ben mijn eigen kwakzalver, Tinder tegen eenzaamheid, sushi tegen honger, alcohol tegen overdenkingen

Ik leef met de gedachte dat zolang er middelen te verkrijgen zijn die voorzien in een behoefte, ze per definitie goed voor me zijn en dat ze me ook zullen helpen. Ik ben mijn eigen kwakzalver. Tinder tegen eenzaamheid, sushi tegen honger, alcohol tegen overdenkingen. ’t Werkt sowieso, althans daarvan ga ik uit, steeds weer.
Al die medicijnen voorzien louter in waar ze voor gemaakt zijn. Ze zorgen niet waarvoor ik ze eigenlijk gebruik, namelijk (teiltje paraat: zum kotzen) voor een ‘geluksmomentje’. Daarom werken al die middelen waarschijnlijk ook maar zo kort. En dat maakt me diep bedroefd. Ik heb nog nooit geprobeerd om in de behoeften te voorzien vanuit interne bronnen. Mijn complete gemoedstoestand is een samenraapsel van de factoren die op dat moment tekenend zijn voor de situatie. Ik kan niet gelukkig zijn als ik mezelf niet voorzie van de beste sushi, speciaalbier, 10.000 tindermatches en een infotainment-topserie. Al die hulpmiddeltjes voor van alles, maar waar koop ik geluk?