Waarom wonen studenten steeds vaker liever thuis dan op kamers?

Sinds de afschaffing van de basisbeurs loopt het aantal studenten dat uit huis gaat sterk terug, concludeerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in juli. Maar er zijn wel meer redenen om nog even lekker bij pappie en mammie te blijven plakken, blijkt uit een rondgang op Zernike.

‘In eerste instantie bleef ik thuis wonen omdat het makkelijker was. Bezig met m’n studie, werk, sporten én een vriendin, eigenlijk gewoon te druk om ergens anders te gaan wonen.’ Toon is in september begonnen aan zijn tweede jaar Spatial Planning and Design en vindt het in zijn ouderlijk huis nog prima vertoeven: ‘Ik had ook nog geen idee of de studie zou gaan bevallen, dus dan is de keuze om op kamers te gaan ook niet heel makkelijk.’

Toon woont met veel plezier thuis, maar wil binnenkort wel op kamers

Een korte rondgang op Zernike geeft hetzelfde beeld: studenten nemen niet alleen financiële aspecten in overweging, maar vinden het simpelweg ook gemakkelijker om nog eventjes thuis te blijven wonen. Ook de onzekerheid over studiekeuze en keuze voor een stad wordt als reden opgevoerd om niet direct een kamertje in de stad te gaan opzoeken.

Toon heeft een fijne thuissituatie, kan doen wat hij wil op het gebied van feestjes en uitgaan, maar er kleeft toch ook wel een nadeel aan thuis wonen: ‘Het is wel zo dat ik liever geen mensen mee naar huis neem. Als ik bijvoorbeeld een meisje in de stad ontmoet, ga ik veel liever naar haar kamer, dan naar mijn huis. Daarnaast nodig ik ook niet heel snel studievrienden bij me thuis uit. Veel van mijn vrienden hebben wel een kamer in de stad, dus daar kan ik ook gemakkelijk heen gaan.’

Het is een genoegen om hem in huis te hebben, een paar momenten daargelaten natuurlijk

Bij Toon thuis wordt er nuchter over gesproken. Zijn vader vindt het geen enkel probleem dat z’n kind het huis nog niet heeft verlaten ‘Er blijven nog twee kinderen over als Toon weg is. En het is een genoegen om hem in huis te hebben, een paar momenten daargelaten natuurlijk’. Over kostgeld wordt niet gerept, evenmin als een uiterlijke vertrekdatum.

Bijna de helft minder
In het onderzoek van het CBS is gekeken naar de eerste twee studiejaren van havo- en vwo- gediplomeerden die na de middelbare school startten in het hoger onderwijs. Het percentage hbo- en wo- studenten dat uit huis ging binnen zestien maanden na start van de studie stond tót 2014 op een stabiele 61 procent (wo-studenten) en 23 procent (hbo-studenten). Toen in 2015 het sociaal leenstelsel werd geïntroduceerd daalde dit naar 45 en 14 procent, een forse daling.

Een volle studentenstad zorgt voor sfeer, omzet bij de shoarmaboer en houdt de fraaie verenigingscultuur in stand

Het CBS redeneert dat de afname van het aantal studenten dat op kamers gaat direct in verband staat met de invoering van het sociaal leenstelsel. Meteen na de invoering was al een sterke daling te zien, die in de jaren daarna stevig doorzette. Ook de krapte op de woningmarkt is een oorzaak van de daling. De gemiddelde huurprijs van een studentenkamer steeg vorig jaar tot boven de 400 euro.

Slecht nieuws
Doodzonde natuurlijk, want een volle studentenstad zorgt voor sfeer, omzet bij de shoarmaboer of leenfietsaanbieder en houdt de fraaie verenigingscultuur in stand. Kees Gillesse, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), vindt het slecht nieuws. ‘ Uit huis gaan is voor studenten goed voor de zelfontplooiing en verzelfstandiging. Financiën beperken studenten nu om op kamers te gaan en dat is doodzonde. Een opleiding is minder toegankelijk geworden, daarom moeten we op zoek naar een alternatief voor het leenstelsel.’ Verschillende regeringspartijen (CDA, CU) zien het leenstelsel liever vandaag dan morgen nog verdwijnen, maar in het regeerakkoord is opgenomen dat er deze regeerperiode niets gaat veranderen.

Toon blijft er nuchter onder: ‘De invoering van het leenstelsel heeft eigenlijk geen invloed gehad op mijn keuze. Toch ben ik nu al wel een tijdje op zoek naar een kamer. Vorig jaar leek het er een hele tijd op dat dat ging lukken, maar dat ging  niet door. Niet per se erg, maar ik vind het wel tijd om het huis uit te gaan en écht student te worden.’