We hoeven niet te kiezen tussen wolf en schaap, we zijn gewoon allebei

Is de mens een wolf of een schaap? Een interessante vraag, zeker in tijden van crisis, conflict en consternatie. Maar de vraag deugt niet. Wolf en schaap lijken meer op elkaar dan je zou denken, en ze schuilen in iedereen.

Het is niet erg om een schaap te zijn. Schapen zijn leuke beesten. Oké, ze ruiken niet al te fris, maar daarin verschillen ze weinig van andere dieren. Voor de rest is een schaap prima te pruimen. Je moet hem gewoon een beetje met rust laten. Of niet, natuurlijk, daar trekt een schaap zich gewoonlijk weinig van aan.

Schapen die hun eigen weg kiezen, is geen lang leven beschoren

Eens in het jaar mag de schapenscheerder het schaap z’n wollen jasje uittrekken. Dan zie je het schaap protesteren, maar wel op z’n schaaps: een beetje voor de vorm, veel geblaat en weinig wol. Uiteindelijk, als het eropaan komt, is een schaap meegaand. Helemaal niet erg.
Als schapen eigenzinnig waren, zou de kudde nergens komen. Sterker nog, dan zou er niet eens sprake zijn van een kudde. En vermoedelijk ook niet van schapen. Want schapen die hun eigen weg kiezen, is geen lang leven beschoren.

Een schaapmens laat zich van alles op de mouw spelden

Mensen die andere mensen uitmaken voor schaap, bedoelen dat vaak niet positief. Ze zeggen ermee dat het menselijke schaap gedwee is, niet kritisch. Een schaapmens laat zich van alles op de mouw spelden, loopt onbenullig mee met de kudde. Ook als die kudde wordt geleid door een gemankeerde schaapherder en halfblinde herdershonden.
Wie een ander een schaap noemt, waant zich zelf een wolf. Het is niet erg om een wolf te zijn. Wolven zijn leuke beesten. Oké, ook zij ruiken niet al te fris, maar ze zijn goed te pruimen. De wolf kan agressief uit de hoek komen, maar meestal valt het allemaal reuze mee. Je moet hem gewoon een beetje met rust laten. Of niet, maar dan trekt de wolf zich meestal snel terug, schuchter als hij is.

Waarom zijn er eigenlijk meer schapen dan wolven?

Tussen wolf en schaap gaapt een enorme kloof. Als ze die kloof overbruggen loopt het verkeerd af. Voor het schaap, welteverstaan. Oog in oog met het schaap weet de wolf van wanten. Hap, schaap, weg.
Maar de kudde blijft. De schapen zijn met meer. Waarom zijn er eigenlijk meer schapen dan wolven? Dat heeft met kuddegeest te maken. Met z’n allen zijn die weerloze schaapjes sterk. Zwak als eenling, sterk als gemeenschap.
Schaap als individu, wolf als groep. Als je het zo bekijkt is dat schaap zo dom nog niet, best slim, eigenlijk.

Om wolf te blijven, vertonen wolven soms schaapachtig gedrag

Wolven zijn intelligente dieren. Ze staan hun mannetje in hun eentje, maar wanneer de prooi hen te machtig is, slaan zij de poten ineen. Samen vormen wolven dan een jachteenheid, gewoon omdat ze in hun eentje te zwak zijn. Om wolf te blijven, vertonen ze schaapachtig gedrag. Best slim, eigenlijk. En wel zo handig. Want met eenzame wolven loopt het namelijk meestal niet goed af (ook hierin verschilt de wolf niet veel van het schaap).
Om schaap te zijn, vormen schapen kuddes. Om wolf te zijn, vormen wolven roedels. Wolf en schaap schuilen in ieder mens, dat valt moeilijk te ontkennen, ook niet in tijden van crisis en conflict. De wolf kan zich hullen in schaapskleren, maar het schaap kan net zo goed wolfskleren aantrekken. Wolf en schaap, wanneer je jezelf wilt zijn, is het best slim om de ander in jezelf te zien.

Foto: Den Kops