Welkom in Groningen?

Iedereen die de afgelopen tijd een klein beetje het lokale nieuws heeft gevolgd, zal het niet zijn ontgaan: honderden buitenlandse studenten zitten in Groningen zonder fatsoenlijke woonruimte. De Groningse SP is boos, de huisjesmelkers discrimineren en ondertussen kamperen de importstudenten noodgedwongen in het Stadspark. Hoe is het moreel onder de studenten?

_DSC9031 (600x401)

Door de schuifdeuren van de voormalige noodopvang voor vluchtelingen aan de Van Swietenlaan 23 zie je een groezelige receptie. Er staat een flipover met mededelingen in het Engels: ‘Internet will be fixed soon.’
Er is geen kip te zien. We kloppen aan bij één van de ramen op de begane grond. Een Duitse student steekt zijn hoofd uit het raam.
‘Zou je wat vragen willen beantwoorden over het woningprobleem onder de internationale studenten?’, vraag ik.

Alles goor en kapot
‘Nee’, is zijn antwoord, vriendelijk maar enigszins vermoeid. Waarschijnlijk al een paar stressvolle weken achter de rug. We kloppen verder, maar niemand doet het raam open. Het zicht op de kamers is afgeschermd door geïmproviseerde gordijnen: lakens, handdoeken, een Nederlandse vlag. Daarachter kun je een glimp opvangen van ruimtes die meer op opslaghokken lijken dan op kamers. Het doet me denken aan de kraakpanden waar ik vroeger kwam, waar alles goor en kapot was. Waarvan de bewoners enkel minimale moeite deden om hun onderkomen comfortabel te maken, want… je weet nooit hoe lang je kunt blijven, dus elke investering is een risico.

Ik vertrek ’s ochtends vroeg naar de bibliotheek, daar is internet

Wanneer we om het gebouw heen lopen staat een aantal studenten buiten bij een zij-ingang. Twee meisjes zijn aan de telefoon, ze ratelen Spaans of Italiaans. Een jongen staat in zijn joggingbroek en badslippers een sigaret te roken, terwijl hij af en toe even z’n telefoon checkt. Hij vertelt ons dat hij documenten aan het downloaden is via het wifinetwerk van de overburen: het Martiniziekenhuis. ‘Ben je al begonnen met studeren hier?’, vraag ik.
‘Ja, ik vertrek ’s ochtends vroeg naar de bibliotheek, daar is internet, ik probeer alle documenten en lesstof te downloaden, zodat ik hier ook nog iets kan doen, maar het is niet ideaal. Ze hebben beloofd dat hier internet komt, maar ik weet niet wanneer.’
Hij wordt begroet door een meisje dat aan komt lopen. Ze maakt een praatje met ons drieën, en wil Niels en mij wel een rondleiding door het gebouw geven.

_DSC9079 (600x401)

Verlaten loods buiten de stad
Even later wandelen we door de kale, TL-verlichte hal. Die komt uit bij de receptie waar een paar studenten aan een logge tafel zitten te kaarten. Geen van allen wil op de foto, niemand heeft veel energie om ons te vertellen over de huizenjacht. Lauw na een dag hard studeren, of misschien passief na de zoveelste verhuizing. Iedereen noemt steevast een lijstje van plekken op waar ze hiervoor hebben gezeten. Het Budget Hotel, waar je met twintig man op een kamer slaapt op stretchers. Het Simplon Hostel, waar het iets beter schijnt te zijn. Een verlaten loods buiten de stad, waar je een plek kon huren voor vijftien euro per nacht, waarna je zelf nog voor een bed moest zorgen. Eén van de jongens vertelt dat hij de loods inliep en vluchtelingen aantrof. “Die bleken daar te wonen, maar niemand had hen of ons geïnformeerd, dus iedereen schrok zich rot. Er was daar geen douche, geen wasmachine, geen keuken. Toen we vroeger of we konden koken, wees de begeleider naar een elektrisch kookstel met twee pitten, voor zestig mensen… dat geloof je toch niet?’

Kamperen en een masterthesis, Welcome to Groningen

Ook zal menig student de tentjes in het stadspark hebben zien staan. Sommige uitwisselingsstudenten hebben de luxe dat ze de camper van pa en ma konden lenen, maar anderen overnachten soms in houten hutjes. Denk daar maar eens aan wanneer je huiswaarts gaat naar je kamer. Kamperen en een masterthesis, Welcome to Groningen.

‘Ik ga dit pand kraken’
Op de Van Swietenlaan is koken ook niet echt mogelijk, maar de honderd studenten die hier zitten beschouwen zichzelf als the lucky ones. Het is goedkoper dan het Simplon Hostel, je hebt meer privacy en er zijn voldoende wasmachines. Ze maken zich alleen zorgen over het feit dat het contract met de eigenaar op 1 november afloopt. Een Italiaanse jongen die zijn percolator aan het prepareren is, roept ‘Ik niet! Ik ga nergens meer heen. Als ze ons eruit trappen, dan kraak ik dit pand, ik barricadeer de boel.’ Anderen moeten lachen, maar de ogen van de Italiaan staan serieus.

Het is misschien de Nederlandse cultuur dat iedereen zijn zaakjes zelf regelt, maar dat kun je niet verwachten van uitwisselingsstudenten

‘Dit soort dingen schaadt de internationale reputatie van de universiteit’, zegt een meisje. ‘Je kunt geen tweeduizend studenten binnenhalen zonder iets van woonruimte aan te bieden. Ze verwijzen je wel door naar kamernet, maar daar is de helft van de kamers voor Dutch only. Je komt aan op het station en je weet niet waar je heen moet. Er is niemand die je op weg helpt. Het is misschien de Nederlandse cultuur dat iedereen zijn zaakjes zelf regelt, maar dat kun je niet verwachten van uitwisselingsstudenten.’
Zo horen we nog meer verhalen. Als studenten al een kamer vinden, komen ze vaak nog in een Catch-22-situatie terecht: om een contract te tekenen heb je een BSN-nummer nodig, en om een BSN-nummer aan te vragen heb je een woon- of postadres nodig. Sommige huisjesmelkers stellen een tijdelijk contract op zodat de student dit kan regelen, maar aan de tafel in de grote, lege ruimte zitten een aantal studenten die op deze manier een kamer aan hun neus voorbij hebben zien gaan.

_DSC9047 (600x405)

Meisjes gaan voor
Bij het Simplon Hostel zitten een paar jongens buiten. Jongens lijken sowieso in de meerderheid. Een Duitser legt me uit dat meisjes vaak worden voorgetrokken. ‘Er staan heel veel advertenties op Kamernet, maar vaak is het Dutch only of Girls only. Wat vreemd is, want die meidenhuizen zijn vaak goorder dan de jongenshuizen’, legt hij uit.
Een ander zegt: ‘Het kan ook heel snel veranderen, één dude die hier vanmorgen nog zat, zonder kamer, werd vanmiddag gebeld en nu is hij al verhuisd. Toch heb je niet direct je eigen stekje, want je nodigt al je mates uit om te komen logeren. Het is duur hier in de stad, man.’
Hij praat relaxt maar serieus.

Die kamers kosten een vermogen, dat is voor rijkeluiskinderen

‘Je hebt hier geen koelkast of iets, de kamer is nog wel te betalen, maar je bent net zoveel geld kwijt aan eten en drinken, omdat je niets op voorraad kunt kopen.’
De anderen knikken. Wat voor hen begon als een avontuur, begint na een maand een financiële nachtmerrie te worden. Ze betalen ruim vijfhonderd euro per maand voor het hostel, waar ze hun kamer delen met tien anderen. Dan komt er nog eenzelfde bedrag bovenop voor levensonderhoud.
Toch zitten ze te chillen, ze kunnen niet veel anders doen dan berusten in hun lot en hopen op iets beters.
‘Zijn jullie ook in het Student Hotel geweest?’, vraag ik.
‘Ja, één keer, de bedden slapen goed daar’, zegt de Duitser, ‘maar ik was te gast.’
‘Aah, een one night stand, aangezien je weet hoe de goed de bedden zijn’, vraag ik.
Hij grinnikt schuldbewust.
‘Het Student Hotel is voor de bourgeoisie, man’, zegt een ander. ‘Die kamers kosten een vermogen, dat is voor rijkeluiskinderen.’ Het wordt laat en we besluiten wat telefoonnummers uit te wisselen. Dan gaan we ervandoor.

_DSC9024 (600x401)

Zwervers mét adres
Op de hoek van de straat horen we ontspannen gesprekken en gelach. De studenten voor het Student Hotel ogen onbezorgd. We willen pissen en nog wat drinken. De lobby is warm en aangenaam. Binnen zitten vier meisjes aan cocktails en giechelen zachtjes. De wc is schoon. Het is een wereld van verschil met de Van Swietenlaan. Ook qua sfeer. Iedereen laat ons voor wie we zijn en besteedt geen aandacht aan ons. De bar is helaas al dicht. Wanneer we nog even napraten over de vergelijking tussen de kamerloze studenten, krakers en zwervers, schiet me plots te binnen hoe zwervers hun uitkering ontvangen via een postadres. Later op de avond, als ik thuiskom, doorzoek ik de website van de gemeente Groningen, om te zien of dat makkelijk te regelen valt. Ik app wat screenshots met uitleg naar de telefoonnummers die ik eerder op de avond heb gekregen.
‘Bedankt man!’, appt eentje al vrij snel terug, ‘ik ga dit met al m’n maten hier delen. Heel erg bedankt.’ Woningnood en ellende mag dan misschien geen goede studieresultaten opleveren, het zorgt wel voor solidariteit en nieuwe vriendschappen. En dat is ook wat waard.

Foto’s: Niels Punter