Wie is daar?

Sinds begin januari ben ik in ons huis doorgeschoven naar een grotere kamer. Van Harry Potters trapkast boven in het huis, naar een ruime lichte kamer beneden aan de tuin. Op de begane grond hoor ik veel meer dan toen ik nog boven woonde. In sommige gevallen handig, zoals bijvoorbeeld de deurbel. Met andere dingen ben ik minder blij, zoals de wasmachine. Wanneer die begint met centrifugeren, tril ik bijna van m’n stoel. Alles wat op de gang gebeurt krijg ik mee, maar gelukkig wen ik snel aan nieuwe geluiden en slaap ik overal makkelijk doorheen.

Ik kijk langs het gordijn de tuin in, en zie iemand met een zaklamp

Het is dinsdagnacht. Rond half twee hoor ik geluiden. Ik hoor de tuindeur, gevolgd door gemompel en voetstappen op de gang, ik herken er huisgenoten in. Nieuwsgierig lig ik te luisteren. Druk heen-en-weer-geloop. De tuindeur gaat open en dicht, en ik hoor rammelende emmers op een krakende trap.
Ik kijk langs het gordijn de tuin in, en zie iemand met een zaklamp, een bundel licht aait over de sneeuw. Ik wil uit bed stappen om te kijken wat er aan de hand is, maar wanneer ik mijn arm boven de deken steek, bedenk ik me. Het is vreselijk koud, voor geen goud verlaat ik m’n warme bed. Het gerommel en gestommel gaat door tot half drie. Ik zink weg in een waak-slaapstand.
Na een nacht met amper slaap, stap ik om half acht naar buiten. Meteen zie ik links van me een prachtige, lachende sneeuwpop. Enorm, ik gok dat hij de één-tachtig haalt. Een grote glimlach en ogen van bierdopjes, een neus van wortel. Armen van ijzer die blij de lucht in steken, met aan de uiteinden tuinhandschoenen die als trofee een bezem in de lucht houden.

Sinds dinsdag lachen voorbijgangers naar me bij de voordeur

Er staat een krukje naast, met daarop een blikje bier. Wanneer ik het tuingereedschap zie, valt meteen m’n kwartje. De sneeuwpop is gemaakt door mijn huisgenoot die, laten we zeggen, van een leeftijd is die behoorlijk boven het gemiddelde van de bewoners van een doorsnee studentenhuis uittorent. We zien hem niet veel, maar de keuken is vaak gevuld met groentes die hij zelf verbouwt in zijn volkstuintje.
Lachend loop ik richting het station, en zie een voorbijganger een foto maken. Zelfs vanaf de overkant van de weg is de enorme smile van de sneeuwpop niet te missen. Al sinds dinsdag lachen voorbijgangers naar me bij de voordeur, dankzij de mooie sneeuwpop. Wat een vrolijkheid, eerlijk gezegd ben ik de gebroken nacht allang vergeten!