Zo, mevrouwtje, zouden wij niet eens

Vol overtuiging omarmen de dekens mij. Wie ben ik ze te weigeren? Ik geef nogmaals tien minuten toe. De regen klotst tegen de ramen. In de vensterbank staat Henk, een knuffel in de vorm van een struik broccoli. Daarnaast mijn telefoon, helemaal opgeladen voor een nieuwe dag. En daar weer naast een driftig knipperende wekker. Alle drie kijken ze me aan met dezelfde blik: zo, mevrouwtje, gaan we vandaag nog even kunst maken of hoe zit dat?
Het gevoel dat er buiten mijzelf en de dekens niets bestaat, begint weg te ebben. In de woonkamer krijsen WNL en de parkieten om het hardst. De verraderlijke geur van koffie doet me denken aan de wereld buiten het bed. Met een grijs gevoel denk ik aan die buitenwereld. De wereld waar er dingen van mij verlangd worden en waar er gewerkt moet worden. Dan begint het idee vat op me te krijgen: dit is een wereld die dingen van mij verlangt, ik moet aan  het werk!
Ik ontdoe mij van de ineens te warme lagen dekens en klik de wekker uit. De radertjes in mijn hoofd zwengelen de tandwieltjes aan die alles omzetten in nullen en enen. Data van gister poppen omhoog in m’n hoofd. Vandaag twee lessen, mail beantwoorden, planning maken, boeken inleveren, stukje typen, et cetera, et cetera. De dekens liggen in een propje. Henk knikt instemmend.

Derdejaars Theatervormgeving Marie van Linschoten schrijft wekelijks een column over het leven en leren van een student op Academie Minerva.