Ga naar de inhoud

Olympiër Nanne Sluis gehuldigd

De Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool huldigden maandag 29 oktober in de aula van het Academiegebouw haar Olympische studenten. Roeier Nanne Sluis (bedrijfskunde, Hanze)  Turner Epke Zonderland (geneeskunde, RUG), zeilster Philipine van Aanholt (bedrijfskunde, RUG), atlete Marit Dopheide (bewegingswetenschappen, RUG) en roeier Rogier Blink (economie, RUG) ontvingen  een plaquette met inscriptie, die zal worden toegevoegd aan de `wall of fame’ van de Rijksuniversiteit en de Hanzehogeschool op het Sportcentrum. Turner Epke Zonderland ontving, vanwege zijn uitzonderlijke prestatie, tevens de Muleriuspenning van de universiteit.

HanzeMag interviewde Nanne Sluis een half jaar voor de Olympische Spelen. Klik op de lees verder voor het gehele interview.

MER-student gaat door roeien en ruiten voor de Holland-Acht

 Deze zomer kwalificeerde Gyas-roeier Nanne Sluis (28) zich voor de Olympische Spelen in Londen. De laatstejaars Management, Economie & Recht vecht voor een plek in de Holland-Acht. Roeien, eten, slapen, roeien, eten, slapen, dromen van goud.    

‘Ik gooi alles op het roeien, natuurlijk. De Olympische Spelen. Zo’n kans krijg je misschien maar één keer in je leven. Het is keihard werken. We trainen minimaal twaalf keer per week. Iedere ochtend en vrijwel iedere middag. Om half zeven gaat de wekker, ontbijten en op de fiets naar de Bosbaan, twintig minuten van m’n kamer. Twee uur in de boot en dan weer naar huis. Daar maak ik een lunch, vaak pannenkoeken. Dan duik ik m’n bed in, op z’n minst een half uur slapen. Om drie uur is het weer twee uur buffelen. Niet alleen roeien, maar ook hardlopen en krachttraining. Na het avondeten een beetje lezen, wat studeren en voor de tv hangen. Dan ben ik wel gaar. Studeren? Dat komt met stip op één na de Olympische Spelen.’

Hoe raakt een mens verslaafd aan roeien?

‘Ik ben echt een sportliefhebber, maar ik wilde eigenlijk wat anders doen dan m’n broer die al bij Gyas roeide. Maar ik was toch nieuwsgierig. Tijdens de KEI-week van 2003 ben ik bij Gyas binnengestapt. Ik ging de boot in en ik was meteen verkocht. Het was ook lekker makkelijk, Gyas was bij mij om de hoek. Na een jaar deed ik een test, twee kilometer maximaal roeien op de ergometer. Ik ging hard, net onder de zes minuut veertig. Dat deed wat met me, ik wilde zien of er nog meer in zat. Ja, dus. Ik werd steeds beter, steeds sneller. De metingen wezen het uit. Uiteindelijk, na jaren, begon ik te geloven dat het haalbaar was. De Nederlandse top, de internationale roeiwateren. Ik wilde erheen.’

En, hoever ben je nu?

‘Ik woon nu in Amsterdam. Ik noem het ook wel Groningen-Zuid. Je snapt: ik ben hier niet de enige noorderling. Allemaal jongens die een plek in de boot willen bemachtigen. Dé boot is de acht. Het koningsnummer. Voor de buitenwereld het meest aansprekend en de acht heeft de grootste kans op een medaille. De vier-zonder vind ik trouwens een mooier nummer, zonder stuurman heb je meer invloed op de race.

‘Als je voor de acht gaat, moet je het programma volgen dat de coaches voor de groep uitstippelen. Je kunt wel proberen om je buiten de groep om te kwalificeren voor de vier of de twee, maar de roeibond is niet erg enthousiast over zulke projecten.’

De acht krijgt veel media-aandacht, maar de skiff (de eenmansboot) is misschien wel je van het.

‘Wie weet, ooit… maar nu is de skiff voor mij nu nog te hoog gegrepen. Inderdaad een prachtig nummer, maar je moet een enorm fysiek hebben. Daar is voor mij de komende jaren nog winst te halen. De topzes van de afgelopen jaren is vrij stabiel. Zelfs Roel Braas kiest niet voor de skiff, maar voor de acht. En Roel is de sterkste man van Nederland op de ergometer.’

Hoe ziet een Olympische roeier eruit?

‘Ik ben niet doorsnee met m’n 1 meter 93 en 85 kilo. Daardoor word ik nog wel eens voor lichte pik aangezien. Een lichte pik weegt niet meer dan 72-enhalve kilo. Dat red ik bij lange na niet. Maar voor de zware mannen ben ik dus aan de kleine kant. Tijdens de WK was ik 85, in de wintermaanden zit ik op 89 kilo. Alles wordt bijgehouden. Dat moet wel als je zo intensief bezig bent.’

Bestaat er eigenlijk zoiets als een ideaal roeipostuur?  

‘Je kunt er weinig algemeens over zeggen, ieder lichaam is anders. Lange benen en armen helpen, natuurlijk. Maar hoe sterk ook, je moet in staat zijn controle over je lijf te houden. Scullers, roeiers die met twee riemen roeien, zijn wel vaak kleiner en compacter dan boordroeiers, jongens die maar één paal moeten trekken.’

Roeiers hebben een geheel eigen taal. Breng eens wat licht in de duisternis.

‘Een paal is een riem. Strijken is roeien met de neus naar voren, achteruitroeien dus, of vooruit, het is maar hoe je het bekijkt. Reupen is lomp aan je armen trekken, inefficiënt. De inpik is de plek waar je roeiblad het water ingaat. Een dildo is een dopsleutel maatje tien. Die wordt veel gebruikt om de riggers op de boot vast te zetten. Riggers zijn de pinnen waarop de dol wordt bevestigd. Pompen is keihard trainen, dat is nodig om te blikken, om te winnen. Daar doe je het allemaal voor, hè?’

Je komt nog eens ergens, wat is het fijnste vaarwater.

‘Je bent Gyasser of je bent het niet. Ik denk nog iedere dag aan het Noord-Willemskanaal, de thuishaven. München heeft prachtig helder water en Bled de mooiste omgeving. Maar Luzern is de mooiste plek om te roeien. Als we daar varen is Gyas er bij, met zeker een mannetje of 150. Het worden er ieder jaar meer. Of ze nou van roeien houden of van een biertje, ze zijn er. Kippenvel is dat, zoveel publiek. Dit jaar zaten we in Luzern meteen na de start op vijftig halen per minuut, normaal gesproken zitten we op zo’n 45.’

Heb je al op de Olympische baan van Londen gevaren?

‘Nee, en je noemt het Londen, maar het is Dorney Lake, bij Eton. De roeiers verblijven trouwens niet in het Olympisch Dorp, we zitten dicht bij de baan. Alleen als we een medaille halen, mogen we het Dorp in. Echt waar, als we geen plak in de wacht slepen, moeten we binnen drie dagen opkrassen. Het is hard, maar het is niet anders.’

Stel-stel-stel, je pakt een plak. Hoe ontloop je Mart Smeets, Willem-Alexander en Erica Terpstra in het Holland House?

‘Ik denk dat m’n vriendin de nodige aandacht zal opeisen. En dat verdient ze zeker. Het is lastig om in deze periode na te denken over de tijd die na Londen komt. Zeker is dat ik m’n studie ga afronden. En daarna moet ik gaan nadenken. Roei ik door tot Rio de Janeiro, 2016, of niet?’     

Boudewijn Otten

De palmares van Nanne Sluis

Nanne Sluis werd op 13 mei 1983 geboren op Curaçao. Toen hij één jaar was verhuisden de Sluisjes naar Tiel in de Betuwe. Op z’n tiende streek het gezin neer in Amersfoort en Nanne ging naar het vwo in Zeist. Studeren wilde hij ‘weer heel ergens anders’. Dat werd dus Groningen. Daar kreeg het roeivirus vat op hem. Zijn persoonlijke hoogtepunten.

2005    derde op de Nederlands Studentenkampioenschappen (acht met stuurman)

2006    eerste ronde in de Holland Royal Regatta (vier met stuurman)

2007    een jaar in de skiff, de eerste wedstrijd in de twee zonder stuurman

2008    brons bij de NK(twee-zonder, met Derk Noordhuis)

            tweede op het WK voor studenten (acht met stuurman)

            tweede tijdens de Holland Beker, achter Olympisch Kampioen Holland-Acht

2009    vierde tijdens de wereldbekerwedstrijden in Banyoles (acht met stuurman)

2010    achtste in wereldbekerwedstrijd Luzern  (twee-zonder met Rogier Blink)

2011    zesde op wereldbeker in München, tiende in Luzern en achtste op WK in Bled

2012    vijfde plek op Olympische Spelen in Londen