Ga naar de inhoud

Politie leert studenten lesje inbreken

pvdb20131106-5481

Van alles hebben ze geprobeerd, maar studenten luisteren slecht. Om het aantal inbraken in studentenpanden aan te pakken, is de Groninger politie nu bereid een flink stuk verder te gaan. Flipperen, hengelen en raampjes binnenklimmen: een middagje preventief inbreken met studentagenten.

‘Saskia, regel jij smeerolie voor de flippers?’, roept een agent. ‘Zeep mag ook, of olijfolie!’ Ze lijken er zin in te hebben, een middagje inbreken. Klerenhangers worden razendsnel omgebogen tot hengels om deuren via de brievenbus te openen. De flippers zijn wel speciaal voor inbraak  gemaakt. ‘Junks knippen ze gewoon uit een cola-fles, wij gebruiken een betere versie’, zegt studentenagent Mathijs Beukema. Voor we op pad gaan, krijgen de agenten een lesje inbreken van agent Joost Verhagen. We mogen niet weten in welk team Verhagen werkt, maar hij heeft het duidelijk vaker gedaan. In het cellencomplex van het politiebureau aan de Rademarkt steekt hij een licht gebogen plastic kaart ter grootte van twee bankpasjes tussen deur en kozijn. ‘Het werkt het beste als je met zijn tweeën bent’, zegt Verhagen. ‘Eentje schudt aan de deur, terwijl de ander met de flipper het dagschot open wrikt.’
‘Je begint met twee flippers, eentje steek je op ooghoogte tussen deur en kozijn, de ander op buikhoogte. Dan beweeg je ze langzaam naar elkaar toe. Blijven ze steken op zo’n tien centimeter van elkaar, dan zit de deur op het nachtslot en kun je ophouden. Krijg je ze vlak boven elkaar, dan kun je beginnen met flipperen.’
In drie groepen gaan veertien agenten op pad in de binnenstad. Wij gaan mee met het team van studentenagent Edwin Valkema. Onderweg naar het A-kwartier gaat hij in op de beweegredenen voor deze radicale actie. ‘Vijftig procent van de inbraken in de binnenstad vinden plaats in studentenhuizen. Al jaren waarschuwen we studenten. Doe altijd je deur op slot, doe ramen dicht, plaats geen koord aan je deurknop, laat een anti-inbraakstrip zetten… het helpt vrijwel niets. Een tijdje geleden deed een student aangifte van inbraak. Zijn laptop was gestolen, die had onder een open raampje gestaan. Niets aan te doen, zelfs de verzekering betaalt dan niets terug. Een week later loop ik langs zijn huis en zie een splinternieuwe laptop staan, onder hetzelfde open raam. Het is soms dweilen met de kraan open.’

Ah, een cursus inbreken, da’s handig

Het terrein van ons team is de omgeving Hoekstraat-Muurstraat-Visserstraat, één van de twee hoerenbuurten van Groningen. Hier zullen de studenten toch wel aan preventie doen, zou je zeggen. Het begint in ieder geval hoopvol. Het eerste pand heeft keurig een anti-inbraakstrip. Ook huis twee is goed beveiligd. Twee studentes kijken nieuwsgierig vanuit hun keukenraam naar de agenten die via de brievenbus hun voordeur proberen te openen. ‘We zijn even je deur aan het hengelen’, roept een agent enigszins overbodig. De meisjes kijken er nauwelijks van op. ‘We hebben ontzettend veel gedoe hier. Veel drugsoverlast, incidenten aan de lopende band.’
Bij pand drie is het wel raak. Binnen twintig seconden is de voordeur open geflipperd. Drie agenten lopen de hal van het pand binnen. ‘Politie!’, roepen ze enkele malen. Waarschijnlijk om de bewoners gerust te stellen, maar of dat zo werkt? Een jongen en meisje komen enigszins verdwaasd de trap afgedaald. Het meisje lijkt ervaring te hebben met inbrekersmethodes. ‘Hebben jullie zitten hengelen?’, vraagt ze. ‘Nee, flipperen’, antwoordt de agent. Het stel wordt meegenomen voor een demonstratie “hoe makkelijk gaat jouw voordeur open”. ‘Ah, een cursus inbreken, da’s handig’, grapt het meisje.
De twee goed beveiligde panden aan het begin van de route zijn al snel vergeten. Het ene na het andere pand opent zich voor de agenten, vaak zelfs binnen enkele seconden. Stadsdeelcoördinator Ron Torenbosch schrikt er een beetje van. ‘Het gaat wel erg gemakkelijk. En het verbaast me ook dat niemand ons erop aanspreekt. Ik sta hier toch in burger in te breken.’ Torenbosch neemt een kijkje namens de gemeente. Zij hebben deze actie goedgekeurd, maar natuurlijk is hij wel nieuwsgierig hoe het in de praktijk uitpakt.
Ondertussen is een ander deel van het team met speels gemak binnengedrongen in een groot verenigingshuis. Albertianen Margreet de Wit en Jannes Hopman zijn thuis, de andere negen huisgenoten zijn de hort op. Maar dat betekent niet dat ze hun verlaten kamers hebben afgesloten. De politie maakt een rondje langs de kamers. Laptops, Xboxen, flatscreens, camera’s: alles ligt voor het grijpen.

Om studenten te bereiken, moet je soms confronterend te werk gaan

De agenten plakken op verschillende plekken flyers om de afwezige studenten te laten weten dat ze ongewenst bezoek in hun kamer hebben gehad. Dan lopen ze samen met de studenten naar beneden om te demonstreren hoe ze binnen zijn gekomen. Een rood koord loopt van het deurhaakje helemaal naar boven. Lekker makkelijk, zo hoef je niet helemaal naar beneden te lopen om je bezoek binnen te laten. Maar ook gevaarlijk: met een stuk ijzerdraad grijp je via de brievenbus gemakkelijk het koord en ben je binnen een paar seconden binnen. De studenten zijn verbaasd. Er hangt namelijk wel een houten bak boven de brievenbus, bedoeld als beveiliging. Die is echter bij lange na niet groot genoeg en haalt niks uit. ‘Ik zou het touw echt weghalen als ik jullie was’, adviseert Valkema. Dat ziet Margreet niet zo zitten. ‘Er lopen de hele dag zo veel mensen in en uit dit huis, dat is geen doen. Ik denk dat we dan eerder wat vaker onze kamerdeuren op slot doen.’
Na drie uurtjes inbreken houden de agenten het voor gezien. De eindresultaten zijn redelijk verbijsterend. Zo’n negentig procent van de panden kwam het team met gemak binnen. Bij terugkomst op het bureau blijken de andere teams iets minder “geluk” te hebben gehad, maar ook zij kwamen meer dan de helft van de panden binnen. In totaal weet de politie dertig van de 42 panden binnen te dringen. Een succesvolle actie dus, al zijn ze zich best bewust van het feit dat deze actie ook weerstand op kan roepen. Het is immers op het randje van de wet. ‘Het is er zelfs een stukje overheen’, zegt agent Sientjo Ezinga. ‘Maar jullie hebben vandaag kunnen zien dat het wel nodig is. We doen vaker dit soort acties, maar dan bellen we keurig aan en geven we een inbraakdemonstratie aan de bewoners. Vandaag zaten er ook panden tussen waar we al gewaarschuwd hadden voor de gevaren. Daar bleek niets veranderd te zijn. Om studenten te bereiken, moet je soms wat confronterend te werk gaan.’