Wiedergutmachung als levensdoel
‘Ik wilde mijn leven wijden aan Wiedergutmachung.’ Detlef Petry (1944) werkte 31 jaar met psychiatrische patiënten die waren opgegeven door de reguliere psychiatrie. ‘Ze werden platgespoten met medicijnen, belandden in de separeerkamer, werden vastgebonden. Ze hadden niet eens een nachtkastje, niets.’
Studenten, docenten en collega’s uit het werkveld van het Instituut voor Sociale Studies van de Hanzehogeschool hangen op 31 januari aan de lippen van de in Duitsland geboren psychiater. ‘Mijn vader meldde zich in 1939 aan bij de Waffen SS. Ik stelde hem daar tot aan zijn dood vragen over, maar ik kreeg geen antwoord. Door de wederopbouw werd het verleden weggedrukt.’ Daarom begon Petry te lezen over het Derde Rijk. Hij ontdekte dat het nazi-regime verantwoordelijk was voor de vergassing van 150-duizend psychiatrische patiënten.
De kennis die hij opdeed verklaart zijn betrokkenheid, zijn Wiedergutmachung: Petry zette zich van 1978 tot aan zijn pensioen in 2009 in voor de 150 mensen die leefden in het Maastrichtse psychiatrisch ziekenhuis Vijverdal. ‘Als we niets hadden gedaan, zaten ze er nu nog. Niemand gaf ze perspectief.’ Het betonnen ziekenhuis is inmiddels opgeblazen met dynamiet, in het bijzijn van de vroegere bewoners. Die hebben nu een eigen onderkomen in vriendelijke lage huisjes. ‘We hebben hun medicatie afgebouwd. Die werkte allang niet meer, alleen de bijwerkingen bleven. We hebben gezegd: het zijn géén chronisch psychiatrische patiënten, het zijn ménsen. We bouwden voor ieder van hen een levensgeschiedenis op, brachten ze weer in contact met hun familie. Die mensen kwamen al jaren niet meer op bezoek. Voor de hulpverleners was de eerste familiedag fantastisch om te zien.’
Zo ontstond een samenwerking tussen patiënten, familie en hulpverleners, zonder machtsuitoefening. Het deed de patiënten goed. Sommigen stortten zich op muziek maken, anderen sloegen aan het schilderen of schrijven. Petry bouwde een band op met zijn patiënten, hij trok er met ze op uit, nam zijn patiënten mee naar plaatsen uit hun jeugd, verdiepte zich in hun levensverhaal.
‘Als er toch pillen aan te pas kwamen, vroegen we of ze daarmee konden instemmen. Dat waren ze niet gewend.’ Petry heeft niet veel op met de medicalisering in de psychiatrie. ‘Het is tegenwoordig allemaal biologie wat de klok slaat, dat kan echt niet meer. Voor de psychiaters is een paradigmawisseling nodig. Zij zijn de hoofdschuldigen.’
De tegenwind in het huidige politieke klimaat is guur, realiseert Petry zich. Hij heeft geen goed woord over voor de Minister van Volksgezondheid, Edith Schippers. ‘Mevrouw Schippers heeft er niets van begrepen. Marktdenken is hier desastreus, positief is dat er nog nooit zo veel vrijwilligers zijn geweest als nu.’ Kunnen die dit wel aan, vraagt een toehoorder. Petry: ‘Als ze maar een fiets hebben om naar iemand toe te gaan.’
Er is inmiddels een opleiding tot levensbegeleider, er zijn ervaringsdeskundigen opgeleid en er bestaan al tachtig organisaties die mensen uit deze groep hulp bieden. ‘Het leven is niet gemakkelijk. Het bestaat uit heel veel kleine dingen. We moeten elkaar helpen om zonder kleerscheuren door het leven te komen. Je moet mensen op tijd weer op verhaal laten komen.’ Dat wil de 68-jarige Petry na zijn betoog van anderhalf uur ook wel even.
Willem Muste
In 2001 ontving Detlef Petry de Ereprijs van het Nationaal Fonds voor de Geestelijke Volksgezondheid voor zijn behandelmethode van ‘rehabilitatie’ en zijn jarenlange inspanningen voor chronisch psychiatrische patiënten.
Detlef Petry: Uitbehandeld, maar niet opgegeven. Het persoonlijke verhaal van een psychiater over zijn patiënten. Ambo Anthos uitgevers, € 19,95.
Rob Hof maakte in 2004 voor de NCRV een documentaire met dezelfde naam. Die documentaire is binnenkort weer te zien op Holland Doc.