‘Er gebeurt pas wat als er doden vallen’
Aardbeving op aardbeving, zelfs in de stad zijn ze te voelen. Groningen beweegt en de Groningers bewegen ook, maar de overheid blijft stil zitten. Wrang, vindt Derwin Schorren, bestuurslid van de Groninger Bodem Beweging.
‘Ik zit er niet op te wachten, hoor. Je gunt het geen mens, maar ik denk dat er pas echt wat gebeurt als de stad wordt getroffen door een zwaardere beving dan die tot op heden. Of als er doden vallen. Het klinkt cru, maar daar is het wachten op.’ Derwin Schorren weet het zeker: als de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) op dezelfde voet doorgaat met het winnen van gas in de provincie, krijgt Groningen steeds meer last van aardbevingen. ‘Dat is geen mening, maar een feit. Het Staatstoezicht op de Mijnen voorspelt het, en dat is de belangrijkste kabinetsadviseur op dit gebied: de kans op zwaardere aardbevingen neemt toe, het getroffen gebied zal groter worden en dan zal de overheid niet kunnen ontkomen aan het nemen van maatregelen. Maatregelen die de Deltawerken te boven gaan.’
Liefdeloos verlaten wingewest
Derwin Schorren (48), projectleider op de Hanzehogeschool (momenteel werkt hij aan de verwezenlijking van de Zernike Advanced Processing faciliteit), zit in het bestuur van de Groninger Bodem Beweging (GBB). ‘Inmiddels de grootste vereniging van de provincie. Zo’n drieduizend leden, ik bedoel drieduizend gezinnen. Het gaat goed met de beweging en het zal de komende tijd alleen maar beter gaan.’ Hij schudt z’n hoofd. ‘Het is triest, diep triest.’
Groningen lijkt een wingewest: leeghalen en verder niet naar omkijken
Liever zong Schorren hier de liefde over Groningen, maar hij kan er niet onderuit: Groningen lijkt vergeten grond, liefdeloos verlaten, leeggevreten laagland. ‘Een wingewest: leeghalen en verder niet naar omkijken. Zo beziet Den Haag de Ommelanden, nota bene het oudste cultuurlandschap van Europa. Vlak land, voor zo ver het oog strekt, met hier en daar een kleine oneffenheid, en je weet: hier heeft iedere bult, ieder minuscuul heuveltje een geschiedenis.’
Schorren zou zich vreugdevol in die geschiedenis willen onderdompelen, hij zou verhalen willen vertellen over dat verleden. Verzen willen reciteren van Jan Boer, de dichter wiens biografie hij schreef: Het Grasgroene Groningen. Maar nee, deze schokkende tijden vragen iets anders van hem.
Verlammende onzekerheid
Schorren moet zijn mond opendoen over heden en toekomst. ‘Ik zie Groningen zo voor me. De prachtige Waddenzee, de jonge bruisend creatieve Stad, de Ommelanden voor ruimte en ruigte, en in het Noorden een band van industrie. Dat hebben we dus allemaal in huis, een unieke combinatie. Als we de industrie aan de randen van het Wad verder vergroenen en de vaarten en wateren in de Ommelanden verlevendigen wordt Groningen een economische en toeristische trekpleister van jewelste.’
Het feit dat je niet kúnt verhuizen omdat niemand je huis wil kopen, geeft je een opgesloten gevoel
Wat belet de 600-duizend Groningers (200-duizend Stadjers en 400-duizend Ommelanders) om daar enthousiast mee aan de slag te gaan? ‘De onzekerheid, want die verlamt. Heel veel mensen voelen zich gevangen. Ook al denkt geen haar op je hoofd aan verhuizen, het feit dat je niet kúnt verhuizen omdat niemand je huis wil kopen, geeft je een opgesloten gevoel. Koppel dat aan de angst dat je huis instort bij een volgende een aardbeving en de vrees dat je kinderen en geliefden iets overkomt. Dan begrijp je toch dat dat mensen naar de keel grijpt?’
Henk Kamp hangt praatjes op
De personificatie van het onbegrip is Henk Kamp, de niet één-twee-drie van warmte en begrip overstromende minister van Economische Zaken. ‘Hij beziet de problematiek puur financieel, als een kosten-batenafweging. Dit levert de gaswinning op, en dit zijn we kwijt aan de gevolgen van de aardbevingen. Zo simpel is het. Tot nu toe valt die balans uit in het nadeel van de bewoners. Dat kan veranderen als er een opstand komt, of als er doden vallen. Maar ach, zover is het nog niet, lijkt Kamp te denken. Ja, zo wrang is het en dat mag ook, maar kom daar dan volmondig voor uit. Kamp ging hier praatjes ophangen. Zo van: als we gaan minderen met gas winnen, komen jullie hier in de kou te staan. Kijk, dan neem je ons niet serieus: iedereen weet dat het leeuwendeel van het in Groningen gewonnen aardgas aan het buitenland wordt verkocht. Minder gas winnen betekent niet dat er een gastekort ontstaat, het betekent dat de staat minder gasinkomsten heeft.’
Schorren praat als een Groninger, hij leeft en beeft als een Groninger, maar hij is geen Groninger. Z’n wieg stond in het Noord-Brabantse Reusel en het grootste gedeelte van z’n jeugd bracht hij door in Oldenzaal en Hardenberg (Twente). Grensplaatsen, vader werkte bij de douane.
Verbazingwekkend onverschillig
Na z’n studie Geschiedenis in de stad vertrok Schorren naar Stitswerd, een dorp even ten noorden van Onderdendam. ‘Tachtig inwoners, 24 huizen, één en al ruimte en de wereld aan lucht. Eindeloos veel lucht. De eerste keer dat ik er kwam, op bezoek bij vriend, wist ik het: hier wil ik zijn. Heel vreemd, misschien. Maar zo voelde het. Nu woon ik er op de kop af twintig jaar. Geen Nederlander die een hoger postcodenummer heeft dan wij Stitswerders: 9999 XL. Extra large, dat is de wereld rondom.’
Zelfs Stadjers lijkt het weinig te kunnen schelen dat het Ommeland naar de gallemiezen gaat
Schorren kan zich nauwelijks voorstellen dat mensen niet van Groningen houden. Maar nog meer verbaast hij zich over de onverschilligheid die anderen ten toon spreiden. ‘Zelfs Stadjers lijkt het weinig te kunnen schelen dat het Ommeland naar de gallemiezen gaat. Dat is toch vreemd? Alsof we niets met elkaar hebben uit te staan. De Hanzehogeschool schrijft in z’n missie warme woorden over de verankering in de regio. Maar wat merken de mensen wier veiligheid op het spel staat van die warmte? Oké, de Hanze doet wel wat: onderwijs in aardbevingsbestendig bouwen en nog meer, ik weet het. Maar alle Hanze-inzet tot nu toe was gericht op de gevólgen van de aardbevingen. Niet op de oorzaak: de gaswinning.’
Een grote schok voor Stad
Het is broodsimpel: als het om veiligheid gaat is minder gas winnen de enige optie. ‘Het is het enige wat helpt. Je ziet het in Loppersum. De NAM besloot om daar minder gas naar boven te halen en meteen namen de bevingen af. Maar de NAM begon ook direct méér gas te winnen in de randgebieden, dus daar namen de bevingen gewoon toe. Dat getuigt, zacht gezegd, van weinig respect voor de bewoners van Stad en Ommeland.’
De stem van de bevolking klinkt nog steeds te zacht, vindt Schorren. Ook de Groninger Bodem Beweging lijkt nog lang niet hard genoeg te roepen. Volgens Schorren is het een kwestie van massa. ‘Na de aardbeving van 30 september, die in de stad goed te voelen was, kwamen er honderden leden bij. Maar dat blijkt nog niet genoeg te zijn, helaas… Natuurlijk blijven we praten, met iedereen. Maar er zijn grenzen, we laten ons niet piepelen. De tijd zal het leren, maar tot nu toe verlopen de scenario’s precies zoals de GBB ze bij de oprichting in 2009 beschreef: een toename van de bevingen én een toename van de politieke belangstelling. Maar de politiek beweegt nog steeds nauwelijks. Die flinke aardschok in de stad lijkt dus slechts een kwestie van tijd. ’t Spiet mie donders, mor ’t is nait aans.’