Ga naar de inhoud
al die studenten

Al die studenten, geven we het virus niet te veel ruimte?

Al die studenten in al die gebouwen. Geven we het virus niet te veel ruimte? Gaat dat wel goed? Met open deuren en ramen kom je een heel eind.

Een wisselend beeld, zo kunnen we de toestand in de Marie KamphuisBorg gerust noemen.
‘Bloedheet!’, zeggen Anne, Renée en Dominique als uit één mond. De eerstejaars Social Work hebben net hun aller-, allereerste les achter de rug.
‘Het ging over het pestprotocol ‘, zegt Renée, ‘interessant, zonder meer.’

Lokaal C0.09, Maaike stapt naar buiten met een flinke blos op haar wangen

Het trio tankt thee uit de automaat op de Brink, waar het op 14 september goed toeven is. Buiten is het 22 graden en binnen zit het kwik daar een paar graden onder. Prima, vinden de drie, niks mis mee. Het was alleen dat ene klaslokaal waar het niet te harden was.
Was dat misschien C0.09? Daar stapt even later Maaike naar buiten met een flinke blos op haar wangen.
‘Warm, Maaike?’
‘Nee, man, ijskoud’, zegt de ook al eerstejaars Social Work.
‘De airco staat hier te hoog, of te laag, hoe zeg je dat eigenlijk? In ieder geval, naar mijn idee is het te koud.’

Ventilatie is een punt van zorg, de medezeggenschapsraad stipte het meerdere keren aan

Hopelijk ligt de waarheid in het midden, dan is de temperatuur op de Marie KamphuisBorg prima in orde. Of dat met de ventilatie net zo is, blijft de vraag. Ventilatie is een punt van zorg voor de medezeggenschapsraad (de HMR) die het in het overleg met het College van Bestuur meerdere keren heeft aangestipt. Zal die wel op orde zijn tijdens de Hanze?

Op sommige momenten lijkt het Zernike wel op het Zernike uit de tijd dat de woorden lockdown en open-up nog niet eens bestonden.
Het is in ieder geval drukker dan het in tijden is geweest, in sommige gangen is het dringen geblazen. Anderhalve meter afstand bewaren vergt soms enige balanceerkunst. Studenten dragen wel allemaal een mondkapje, een verplichting waaraan ze zonder problemen voldoen, achteloos bijna.

De Pabo heeft kleine bovenraampjes die je met een lange stok kunt openen

‘Geen enkel probleem’, zegt Pabo-docent Fanny Stavasius, ‘studenten zijn er razendsnel aan gewend. Sommige zijn een beetje huiverig, bang om te dicht in de buurt van anderen te zijn, maar ook daar houdt iedereen eenvoudig rekening mee.’
In het Pabo-gebouw, de BrugsmaBorg, staan de deuren van de kantoren open. De deuren van de lokalen zijn dicht.
‘Niet standaard’, zegt Fanny, ‘ik doe ze meestal open. Net als de ramen.’
Dat blijkt. De Pabo heeft van die kleine bovenraampjes die je met een lange stok kunt openen. Frisse lucht kan vrijelijk binnenstromen.
‘Koud zal het binnen niet snel worden’, zegt Fanny, ‘mensen zelf zijn natuurlijk ook warmtebronnen.’

Het is aan de frisse kant in de Van DoorenVeste

Buiten lesgeven kan natuurlijk ook en dat is een leuke nieuwe trend. Helmar Rouwenhorst heeft een flinke tros tweedejaars op sleeptouw voor een lesje Natuuronderwijs. Bewapend met schepnetten en ander tuin- en veldmateriaal trekken ze naar de Hooilandjes.
‘Dat is het gebied tussen het Reitdiep en de sportvelden. Bij de sloot. Het is een gebied met een grote diversiteit en de wereld aan insecten. We gaan leren hoe we dat allemaal kunnen gebruiken voor het opzetten van een mooie les.’
Leuk, zo’n nieuwe aanpak.
‘Nee, het is niet nieuw’, zegt Helmar, ‘dit doen we al jaren.’

De draaideur van de Van DoorenVeste is getransformeerd in twee openstaande deuren. Studenten waaien hier rechts in en links uit. Binnen, aan een van de tafels in de lange hoofdgang die de vier zijgangen met elkaar verbindt, zitten drie tweedejaars Medische Diagnostiek.
‘Het is hier aan de frisse kant’, zegt Hanna, ‘maar dat vind ik wel prettig, hoor. Liever dit dan dat het te warm is.’
‘Ja’, zegt Denise, ‘wat mij betreft laten ze het zo. We zullen hier de komende tijd vijf dagen per week moeten doorbrengen. Laat de deuren maar open, als het koud wordt nemen we gewoon een extra trui mee.’
Charlotte laat nog even zien hoe het komt dat de Van DoorenVeste zo lekker doorwaait. Kom maar mee… Zie je wel? Open’, zegt ze en wijst naar de deur voor paviljoen B. En inderdaad, die deur staat wagenwijd open.