Barber Jesse: ‘De grootste valkuil voor student-ondernemers is stoppen’
Voor het Foodcourt op Zernike staat een felrood brandweerbusje. Hierin runt barber Jesse de Barber Brigade.
‘Ik begon met knippen op mijn vijftiende, eerst op broertjes en vrienden’, zegt de 27-jarige barbier Jesse Kribben (27), die van zijn hobby zijn beroep maakte. In zijn studententijd knipte hij waar en wanneer hij maar kon. Hij kreeg veel klanten, omdat hij lage prijzen rekende.
Voor zijn opleiding Commerciële Economie aan de Hanze moest Jesse een verplichte stage doen. ‘Dat was een eyeopener, ik ontdekte dat ik uit economie géén plezier haalde.’ Hij nam een tussenjaar waarin hij in opleiding ging bij een barbershop in de stad. ‘Daar deed ik veel werkervaring op. Ik kreeg ook ruimschoots de kans om te experimenteren.’
‘Dat valt natuurlijk op, een rijdende kapsalon’
Na anderhalf jaar in het kappersvak begon Jesse met een minor Ondernemen aan de Hanze. ‘Ik ging nadenken over hoe ik voor mezelf kon beginnen. En zo is het concept van een mobiele barbershop geboren. Het is een combinatie van mijn passie en een originele werkplek.’
Jesse moest zich onderscheiden, want de concurrentie in de kapperswereld is moordend. ‘Ik dacht aan een bus, waarmee je ook naar klanten toe kunt gaan. Dat valt natuurlijk op, een rijdende salon. Bovendien kun je een bus afbetalen, wat op termijn scheelt in de vaste lasten.’ De zoektocht naar een geschikte bus begon. ‘Ik keek op Marktplaats en kwam toevallig dit model tegen. Ik kocht hem van een man die deze busjes importeert uit Oostenrijk en Duitsland. Na een carrière als brandweerbus en foodtruck is het nu mijn mobiele kapsalon.’ Jesse doopte het busje als een mooi eerbetoon aan z’n geschiedenis, Barber Brigade.
‘Ik moest die bus verbouwen, dus werd ik assistent-timmerman om de fijne kneepjes van het vak te leren’
Het is inmiddels drie jaar geleden dat barber Jesse de bus voor een zacht prijsje op de kop tikte. Het kopen van een bus was één ding, het ding ombouwen tot een kapsalon was een heel ander verhaal. ‘Ik had geen geld voor de verbouwing en ook geen verstand van timmeren.’ Youtube bood uitkomst. ‘Er zijn genoeg verbouwingsvideo’s te vinden’, zegt de handige kapper. Daarnaast… in de praktijk kun je ook altijd veel leren. ‘In de coronatijd was er veel werk in de bouw. Ik werd assistent-timmerman. Zo leerde ik de fijne kneepjes van het vak.’ Binnen no-time had Jesse het timmeren onder de knie. ‘In het weekend werkte ik aan de bus en liet het resultaat aan mijn collega’s zien. Die stonden klaar met raad en daad.’ De barbershop is inmiddels zijn handelsmerk, heel veel mensen kennen de bus en de rijdende kapper.
‘Studenten zijn minder gesetteld en ze komen dus sneller op je af’
Een goede standplaats vinden was de laatste stap. ‘Ik dacht eerst aan een bedrijventerrein, want daar hebben mensen geld en vaak minder tijd.’ Al snel bleek dat de gemiddelde leeftijd van de mensen op een bedrijventerrein hoog is, en dat bleek automatisch in te houden dat Jesses potentiële klanten al jaren een vaste kapper hadden. ‘Studenten zijn minder gesetteld en komen dus sneller op je af’, merkte een vriend op. Hij wees hem op het foodcourt van Zernike en Jesse nam contact op met de eigenaar, de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Ze waren enthousiast en nadat ik was langsgekomen kreeg ik toestemming om te beginnen. Ik merk dat de zaken elkaar jaar beter gaan, want studenten leren je kennen.’
Het is vallen en opstaan, je moet accepteren dat het tijd kost voordat je concept staat
Ondernemen doe je niet zomaar. Jesse heeft wel wat tips. ‘Begin gewoon klein, zodat het behapbaar blijft. Denk bijvoorbeeld aan een foodtruck op een festival waarvoor je niet gelijk een heel grote lening moet afsluiten of personeel moet aannemen. Ondernemen is vallen en opstaan. Accepteer dat het tijd kost voordat het concept staat. Door het klein te houden met eigen geld op basis van je passie, ben je weerbaarder voor tegenslagen. Het belangrijkste is: blijf gewoon doorgaan. Stoppen… dat is de grootste valkuil.’
Foto: Teodora Stan