Ga naar de inhoud

Bonden bezorgd over onderwijskwaliteit

lsvbHet Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), De Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV) en de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) overhandigden afgelopen donderdag de notitie Studiesucces, een nieuwe definitie aan de voorzitters van de Vereniging Hogescholen en de Vereniging van Universiteiten. Ze schreven deze notitie omdat ze zich zorgen maken over de toename aan rendementsmaatregelen in het hoger onderwijs. ‘De druk op studenten om zo snel mogelijk af te studeren wordt steeds groter. De focus ligt hierbij op het verhogen van de rendementscijfers, in plaats van het verbeteren van de kwaliteit’,  aldus  Ruud Nauts, voorzitter van het ISO. De studentenorganisaties roepen universiteiten en hogescholen op om de kwaliteit van het onderwijs weer voorop te stellen.
Opleidingen verzinnen allerlei maatregelen om de beste slagingspercentages te behalen. Hierbij definiëren ze rendement als studiesucces.  Zo zijn er opleidingen waar de geldigheidsduur van tentamens na enkele jaren verloopt, opleidingen die een steeds hoger aantal punten voor het Bindend Studie Advies hanteren of dit zelfs invoeren in het tweede jaar. Ook zijn er opleidingen waar je onvoldoendes voor het ene vak kunt compenseren met voldoendes van een ander vak. Jorien Janssen, voorzitter van de LSVb, noemt dit een zorgelijke trend. ‘Het gaat er niet meer om wie de beste student is, maar wie het snelst een diploma haalt.’ Anne Kamp, voorzitter van de LKvV benadrukt dat dit studenten belemmert in hun ontwikkeling. ‘Met name studenten die zich buiten hun studie willen ontplooien zijn hiervan de dupe. Terwijl juist ervaring in de medezeggenschap of het doen van een bestuursjaar relevant is.’
In de notitie pleiten de studentenorganisaties voor een nieuwe definitie van studiesucces. De persoonlijke ontwikkeling  van de student en de betrokkenheid bij de studie staan hierin centraal. ‘Met kleine groepen en actieve werkvormen stimuleer je studenten om zich actief in te zetten’,  aldus Nauts.  Daarnaast pleiten ze voor flexibel onderwijs ‘zodat een student zijn of haar eigen programma kan samenstellen’, aldus Janssen. Ook moet er ruimte zijn voor extra-curriculaire activiteiten. Kamp: ‘Goede begeleiding  van de studieadviseur speelt hierin een cruciale rol.’ De studentenorganisaties dagen universiteiten en hogescholen uit om, in samenwerking met de student, tot een aanpak te komen die de kwaliteit van het onderwijs daadwerkelijk verbetert.