De introductie van ASV Dizkartes
Dizkartes is niet traditioneel, maar de studentenvereniging heeft wel tradities. Zoals het ruilspel tijdens de introductieperiode. Dat begint om één uur met theezakjes en eindigt vierenhalf uur later met veilingmeesters die boven hun theewater zijn.
Maandag 26 augustus, Peperstraat 21, een pand midden in het uitgaanscentrum van Groningen. 250 in witte T-shirts gehulde nieuwelingen zingen het clublied.
Wij behouden onze standvastigheid/ en zullen nooit van ideaal ontdoen./ Diversiteit en gelijkwaardigheid,/ leve de leus: cogito ergo sum.
Standvastigheid, dat kan van pas komen. Tijdens de introductieperiode van de Algemene Studentenvereniging Dizkartes moeten de aanstaande leden op gezette tijden opdraven. Ze zijn nog geen lid, maar aspirant-lid, of kortweg: aspirant.
Als de klanken van het lied zijn weggestorven, het is half twee, krijgt iedere groep van een mannetje of twaalf een theezakje. Dat theezakje moeten ze ruilen voor een ander artikel en dat artikel weer voor een ander, en zo verder en zo voort. Ruilenderwijs zal de waarde van de verworven artikelen stijgen. Om vier uur moeten ze hun buit uitstallen op het podium van de bovenzaal in Huis de Beurs, waar de artikelen bij opbod worden verkocht.
‘Je hoeft niet met een Ferrari terug te komen’, sust Koos Maarten de aspiranten voordat ze op pad gaan, ‘een gewone auto is ook goed. Vorig jaar hadden we van alles, van playstations tot koelkasten.’ ‘En seksspeeltjes’, roept één van de leden van de intro-commissie.
Gewapend met deze kennis gaan de groepjes de stad in. Groep 3 beraadt zich voor het pand op een strategie.
‘Kleine winkels’, zegt Jurjen, ‘bij de grote zaken mogen ze toch niets weggeven.’ Bij Pand 43 is het al bingo. De glimlachen van Hilde en Saskia zijn marketingtechnisch gesproken zo uitgekiend dat de winkelier zich naar het magazijn spoedt vanwaar hij fluks terugkeert met een schoudertas van het merk Vans. Weer op straat buigen de aspiranten zich over het prijskaartje. ‘42 euro’, juicht Tristan. ‘Nu kunnen we naar de duurdere zaken.’
Jammer dan, van juwelier tot elektronicaspecialist, de duurdere zaken geven nul op het rekest. Ook andere winkels zeggen nee tegen ruilen. Wel willen ze de studenten iets geven. Zo groeit het aantal artikelen gestaag: twee rollen pakpapier, twee culinaire magazines, een 3-D-bril, een gezelschapsspel, een hair extension en een voorgedraaide joint.
Een sportwinkel op het Gedempte Zuiderdiep stelt belang in de Vans-schoudertas. De zaak is snel beklonken. Buiten bewonderen de studenten een paar blauwe gympen. Weer Vans, echte Vans-sneakers van tachtig euro. Dat het een onpaar is, drukt de pret niet.
Omdat het toch niet echt opschiet, wijkt Groep 3 uit naar het Sontplein. Bij de Ikea vangen ze bot. Misschien ligt dat aan de opdracht waarmee Dizkartes de aspiranten een paar dagen geleden op pad stuurde: kruip met zoveel mogelijk mensen in een Ikea-bed.
Kwart over vier, de bovenzaal van Huis de Beurs. Margit heeft afgelopen zaterdag haar bovenbeen gekneusd tijdens het schuimfeest. Op haar blauwe T-shirt staat Lid Registratie. Dat betekent: ze is belast met het toezicht op de aanwezigheid van de aspiranten. ‘Als het moet, bellen we ze uit bed’, zegt ze met een grogstem.
‘En moet dat wel eens?’
‘Ja’, schort ze. ‘Het is best intensief.’
Rick heeft ook al een grogstem en Machiel spaarde zijn stembanden de afgelopen dagen zo te horen ook niet. Ze zien er een beetje maf uit, de twee veilingmeesters. Om hun blote nekken hebben ze een fleurige stropdas gestrikt. Machiel draagt een beige badjas over een wielrenpak, Rick een soortement pyjama-broek en groen-en-gele nikies. Lidewij, net als Margit een Lid Registratie, draagt geroutineerd een grote glazen kan bier aan. Elsbeth richt haar fototoestel op de zaal die inmiddels vol aspiranten zit. ‘Eerst een applaus voor jezelf’, zegt Machiel.
Applaus.
‘Jullie hebben grote dingen binnengesleept.’
Het podium lijkt wel een uitdragerij. Een magnetron gaat weg voor 25 euro.
‘Voor die bank moet je atten!’, schreeuwt een niet-aspirant, te herkennen aan zijn niet-witte shirt.
Atten?
‘Een te gekke bank voor in je GK’, meent Machiel.
GK? Gemeenschappelijke kamer?
‘Bij dertig euro trekken we een ad’, roept Rick.
Nadat een aspirant de bank in de wacht heeft gesleept, schenkt Machiel twee amsterdammers bier in en de veilingmeesters klokken het gerstenat naar binnen.
Aha, dat is atten, ad fundum: het glas in een keer leegdrinken.
Atten fungeert als extra verkoopstimulans.
Een flesje reukwater voor dames gaat voor twintig euro weg.
‘En een adje.’
Tuurlijk, Rick en Machiel slaan weer twee amsterdammers achterover.
Twee schilderijen gaan weg voor een paar euro. Een paar lage noren voor vijf pegels.
‘Hé’, schort Machiel, ‘deze koelkast, daar willen wij wel voor atten, toch, Rick?’
‘Ja, het is voor het goede doel, dames en heren.’
Dat is waar. De opbrengst van de veiling gaat naar het Eric Bleumink Fonds dat studiebeurzen uitreikt aan talentvolle studenten uit ontwikkelingslanden.
En het wordt weer atten.
Rick en Machiel hebben zelfs een ad-ceremonieel. Ze pakken het volle glas, tikken daarmee de bovenrand van het glas van hun drinkebroer aan en dan de onderrand. Vervolgens draaien ze met het glas een rondje boven hun hoofd en gieten het vocht in hun opengesperde kelen.
Dat is leuk.
‘Houdt er iemand van wijn? Wie houdt er van wijn?’
Drie flessen, wit, rood en rosé hebben ze, met een stuk of wat wijnglazen.
‘Is die wijn droog?’, vraagt een aspirant.
‘Waar hou je van?’, riposteert Machiel.
Je voelt hem aankomen.
‘Zoet’, zegt het meisje.
‘Zoet? Laat deze wijn nou toevallig zoet zijn.’
28 euro heeft het meisje ervoor over. Lidewij past snel twee euro bij, want bij dertig moet er weer worden ge-ad.
Margit rookt een filtertje in de deuropening die naar de brandtrappen leidt. Plots stapt ze naar voren.
‘Hebben we er zin in?’, schreeuwt ze. Met haar volume is niks mis.
‘Ja’, joelt de zaal, net niet té enthousiast.
‘Waar is het feestje’, vervolgt Margit zangerig.
‘Hier is het feestje’, antwoordt de zaal.
‘Wat hebben we hier?’, vraagt Machiel zichzelf.
Het is een volle cartouche voor een kitspuit waarop aan de spitse kant een verfroller is gedrukt.
‘Dit is een hot power fucking stick drie punt nul.’
Er ís belangstelling voor de hot power fucking stick drie punt nul. Maar toch, of de heren even willen demonstreren. Daartoe zijn de heren wel genegen. Rick letterlijk, hij ontbloot zijn onderlijf en buigt voorover, waarna Machiel ter hoogte van Ricks lendenen seksueel aandoende bewegingen met de hot power fucking stick drie punt nul maakt.
Hilariteit in de zaal, 25 euro én een adje trekken natuurlijk.
De alcohol begint vat op de veilingmeesters te krijgen. Machiel wil even tussendoor gezamenlijk een lied zingen.
‘Kumbaya my lord, Kumbaya/ Kumbaya my lord, Kumbaya/ Kumbaya my lord, Kumbaya/
Ohooo Lord, Kumbaya. Allemaal.’
Bijna niemand doet het, waarna Machiel een nieuwe poging waagt.
‘Kumbaya my lord, Kumbaya/ Kumbaya…’
Nee, nu zingt helemaal niemand mee.
Jan Willem staat klaar ter veiling, de voorzitter van de introductiecommissie. ‘Een avondje Jan Willem, een buitenkansje, dames. En heren ook, trouwens’, giechelt Rick.
‘Jan Willem is er niet alleen voor de seks. Neehee’, zegt Machiel. ‘Nee, hè, Jan Willem? Jan Willem kan ook praten. Jan Willem, zeg eens wat.’
Jan Willem zegt wat en toont zijn blote bast. Zijn prijs stijgt en de zaal voelt dat er weer een adje zit aan te komen.
Dan is er een fiets aan de beurt.
‘Veertig euro is echt niets voor een fiets’, schreeuwt een ouderejaars.
Dat blijkt.
‘Dit is een superfiets’, meent Rick, ‘met een bagagedrager voorop. Daar kun je een krat bier op zetten. Of een vriendin. Niet dat dat veel uitmaakt, bier of een vriendin.’
Na lang loven en bieden is Lisette voor negentig euro spekkoper.
Een dubbele ad.
Machiel wil weer een lied inzetten, maar er moet nog een vlaai worden geveild. Jean-Luc neemt hem zichtbaar tevreden mee terug naar z’n plaatsje.
Een fucking chille vaatwasmachine gaat van de hand, weer een fiets. Dan stapt Machiel met een verrassingsdoos door de zaal.
‘Heb jij’, zijn tong begint tegen te stribbelen, ‘heb jij wel eens een mooie doos gezien? Dit, jongguh, dit is echt de mooiste doos die je ooit hebt gezien. Tjonge-jonge, wat is dít een mooie doos. Dittuh… is eenuh… verrassingsdoos.’
In de doos zit van alles. Een fluitketel, bijvoorbeeld.
‘Weet jij… weet jij… wat je met een fluitketel kunt doen?’
De jongen weet het niet.
Deze fluitketel kun je… kun je… op je hoofd zetten.’
Machiel plant de fluitketel op zijn hoofd.
Een commissielid probeert Machiel af te kappen.
‘Machiel, we moeten door, om half zeven moeten we hier uit.’
‘Ach jongen, ik probeer de zaal te entertainen.’
Dat lijkt gelukt.
‘Die jongen is echt lam’, schuddebuikt Merlijn die een ferme teug bier neemt.
‘Wie wil een avondje uit met Margit?’, vraagt Machiel.
‘Wie wil er níet een avondje uit met Margit?’, preciseert Rick.
Rick en Machiel slaan elkaar lachend op de schouders, de prijs van Margit gaat snel omhoog en bij de dertig euro is het weer atten geblazen.
Ja, dertig euro, wie gaat er overheen?
Luuk Steemers & Boudewijn Otten