Ga naar de inhoud

De Joker van Groningen: op stap met dragqueens

Het begint te schemeren wanneer we bij de flat aankomen. Door de lamellen achter het raam van het appartement zien we een fel licht. Daarachter een jongen met roze oogschaduw op, die net zijn mascara aan het bijwerken is. Straks zet hij een paarse pruik op en wordt een zij: Dolly Wood, de presentatrice van Dolly’s Dazzling Karaoke, een dragqueen evenement in De Lola, achter de Vismarkt in Groningen. We lopen de trap op en bellen aan.



Make-up maakt de man
‘Hoi, kom maar binnen, hoor’, klinkt het vriendelijk. We volgen Tom de woonkamer in, waar de muziek zachtjes op de achtergrond klinkt Steve Miller. ‘… I’m a lover, and I’m a sinner, I play my music in the sun…
Er is nog niets flamboyants gaande. Hij gaat weer zitten en bewerkt zijn wenkbrauwen met Pritt-stift.
‘Kan dat gewoon?’, vraag ik ongerust.

Je hoort nooit iemand roepen: hé, goed gedaan, flikker!

‘Ja’, antwoordt Tom droogjes, ‘ik bedoel, het is voor kinderen, dus in principe kun je het zelfs opeten.’
Mijn fotograaf grinnikt. Ik heb wel vaker dragqueens gezien, maar ik ben nooit aanwezig geweest bij een transformatie. Hoe meer de lagen make-up vorderen, hoe meer ik merk dat ik de neiging krijg om ‘zij’ te gebruiken in mijn notities. Hij brengt foundation aan… Hij pakt een eyeliner… Zij brengt rouge aan op de foundation… Zij tekent haar wenkbrauwen met een potlood…

Goed gedaan, flikker!
Ik vraag of het nog ‘een ding’ is om anno 2019 dragqueen te zijn. Tom heeft er inmiddels acht jaar ervaring mee, en het is voor hem vooral een leuke act. Een show. Waar hij meer problemen mee heeft is het feit dat hij en zijn vriend nog altijd worden nageroepen als ze hand in hand over straat lopen. Ook op z’n werk hoort hij nog steeds ‘homo’ en ‘flikker’. Hij lijkt eraan gewend en haalt zijn schouders op terwijl hij het vertelt.
‘Maar het is nooit positief. Je hoort nooit iemand roepen: hé, goed gedaan, flikker!’

Het is niet dat ik iemand anders word, maar wel dat ik makkelijker een bepaalde karaktertrek van mezelf naar buiten kan laten komen

Mijn fotograaf en ik schieten in de lach, omdat het inderdaad nogal ongebruikelijk klinkt. Tom verbergt voor niemand dat hij homo is, maar hij loopt er ook niet mee te koop. Het blijft nog altijd iets dat afwijkt van ‘het gemiddelde’. Ze begint haar lippen te stiften. En ja, voor mij is het net zo verwarrend als voor jou, beste lezer.
Niet geheel toevallig moet ik denken aan de film Joker, waarin we zien hoe Arthur Fleck langzaam afglijdt en transformeert tot de aartsvijand van Batman. Tom (of Dolly?) vertelt hoe het makkelijker wordt om je te laten gaan als je een masker ophebt.

Shock-value
‘Het is niet dat ik iemand anders word, maar wel dat ik makkelijker een bepaalde karaktertrek van mezelf naar buiten kan laten komen. Ik ben net een ui, maar dan omgekeerd’, grapt hij.
Of zoals Oscar Wilde zei: ‘Geef een man een masker en hij zal zijn ware zelf laten zien’.
In Joker is die make-up ook een masker. Het zorgt ervoor dat de hoofdpersoon het deel van zichzelf kan accepteren dat niet door de maatschappij wordt geaccepteerd.

Je komt overal mee weg, ik maak grappen over homo’s, transgenders, maar ook heel xenofobische of racistische grappen

Dolly is net zo’n personage, want hoe meer schmink erop gaat, hoe bijdehanter ze wordt. Ze vertelt met een ironisch lachje dat ze het draggen heeft ontdekt via haar zéér religieuze gastgezin in de VS. Eerst haar liefde voor zingen tijdens de kerkdiensten, en later het verkleden door een Broadway musical in New York. Ze houdt wel van de shock-value die het heeft.
‘Je komt overal mee weg, ik maak grappen over homo’s, transgenders, maar ook heel xenofobische of racistische grappen. Heel politiek incorrect, maar mensen vinden het hilarisch. Ik maak mezelf ook heel erg belachelijk, dus mijn boodschap is eigenlijk vooral: neem jezelf niet te serieus.’
‘Je bent eigenlijk de hofnar, die de gevestigde orde in de maling neemt’, zeg ik. Dolly krijgt een ondeugend lachje en knikt instemmend. Het is voor ons tijd om wat te gaan eten. We spreken om half negen af bij De Lola.

Dolly’s Dazzling Karaoke
We zijn vroeg en het is nog rustig bij De Lola. Dolly rookt een sigaret, ze heeft haar pumps aan en een roze jurkje met zwarte borduursels.
‘Je ziet er mooi uit, schat’, zeg ik.
Het is een vreemde combinatie van chique en heel ordinair.
‘Ja, het kost heel veel geld om er zó goedkoop uit te zien.’
We barsten in lachen uit. Ze durft nog niet te zeggen of het druk wordt vanavond. Het succes is wisselend. Ze heeft de air van een meisje van zestien op haar verjaardagsfeestje: beetje onzeker, beetje gespannen, maar klaar voor actie.

Maar op wat voor, eh, mensen… waarop val je? Op wie, of… op wat?

Binnen aan de bar spreken we met Lisa, een transgender. Op het eerste gezicht heb ik de indruk dat hij, zij, een man met lang haar is. Maar die verwarring ontstaat vooral door haar wat lage stem. Ze houdt van Led Zeppelin, net als wij. De manier waarop ze een beetje met ons flirt, is honderd procent vrouwelijk. Ik raak in de war.
‘Maar op wat voor, eh, mensen… waarop val je? Op wie, of… op wat?’, formuleer ik twijfelend en onhandig. ‘Mannen of vrouwen?’
‘Jij denkt binair’, zegt Lisa, ‘dat er alleen man of vrouw is.’ Ik knik.
‘Maar daartussen zijn nog gradaties van mannelijk en vrouwelijk, die niet zo stereotiep zijn. Zeg maar Fifty Shades of Grey’, giechelt ze.
‘Maar jij voelt je… vrouw?’ vraag ik.
‘Ik ben een vrouw, maar alleen in het verkeerde lichaam’ zegt ze. ‘Maar ik val niet op mannen of vrouwen. Ik val op iets er tussenin.’
Ze vindt het leuker om over muziek te praten. Wat voor ons nieuw en onbekend is, moet voor haar inmiddels een uitgekauwd verhaal zijn. Toch neemt ze het ons niet kwalijk, vooral omdat we ook van Deep Purple houden en van Jimi Hendrix en van Steve Miller. We spreken af samen een nummertje te zingen, later op de avond.

Dolly’s grafstem
Het publiek druppelt langzaam binnen en Dolly maakt zich klaar om het podium op te gaan. Ze begint met een ‘goedenavond’, maar de microfoon valt uit.
‘Och god, heb ík weer. Een geluidsvrouw die niet met apparatuur kan omgaan.’
‘Wat?’ roept de vrouw achter het mengpaneel.
‘En nog dóóf ook! Christus nog aan toe zeg’, roept Dolly.

Dit is Dolly’s Dazzling Karaoke! En hoe meer ik drink, hoe vervelender ik word

Het publiek grinnikt en Dolly geeft de vrouw achter het mengpaneel een kushandje.
‘Ze verstaat toch geen Nederlands’, sneert ze.
‘Nou, dames en heertjes, dit is Dolly’s Dazzling Karaoke! En hoe meer ik drink, hoe vervelender ik word. Maar hoe meer jullie drinken, hoe leuker het wordt! Dus hup, naar de bar!’
Het publiek juicht. De muziek start.
‘Schrijf je vooral in om een liedje te zingen, dan hoeven jullie niet de hele avond naar mijn grafstem te luisteren.’
Ze begint met het eerste nummer. Mensen drinken aan de bar, anderen dansen, er gaan briefjes en pennen rond voor de inschrijvingen.

Schaamte op de dansvloer
Wat kan ik er verder nog over zeggen? Dolly Wood is een zeer vermakelijke presentatrice. Normaal vind ik een karaokebar heel kut. Luisteren naar heel vals zingende mensen die je niet kent.
Hier zingen mensen vrolijk mee. De sfeer lijkt op die van een familiefeest, waar na het diner de ooms en tantes zonder schaamte de dansvloer op gaan. Iedereen aangeschoten en gezellig. Daarnaast merk ik dat door de onduidelijkheid over wie op wie valt en wie wat is, het ‘regelen’ niet zo van belang is. Jongens, meisjes en alle 50 shades of grey ertussenin zijn niet zo met elkaar bezig. Lisa staat lekker te dansen. Ik geef toe dat er iets onherroepelijk vrouwelijks aan haar is, haar manier van praten, haar bewegingen. Haar kleding. We zingen een nummertje.
Dolly Wood kondigt iedereen aan en zingt zelf ook niet onverdienstelijk, hetzij komisch laag voor een meisje van haar leeftijd. Iedereen wordt met een grove opmerking het podium afgejaagd, vaak onder luid gelach. Wanneer Lisa een nummer van Jimi Hendrix heeft gedaan, zegt Dolly:
‘Nou Lisa, om dit nummer te doen moet je wel ballen hebben, dat laat jij maar weer zien.’ Tegen een jongen die moeiteloos Michael Bubblé zingt:
‘Wat kan jij mooi zingen, schat, ben je single?’ De jongen knikt.
‘Nou dat snap ik wel, doe-hoei!’

Of je nu wel of niet kunt dansen, zingen, of je knap bent of niet, homo, hetero of iets ertussenin of volledig erbuiten, niemand ontkomt aan Dolly’s scherpe tong

En zo gaat de hofnar van De Lola verder. Het fascineert me hoe de vriendelijke knul van eerder op de avond nu een valse bitch is geworden. Iedereen wordt in de maling genomen, gekleineerd, belachelijk gemaakt. Er wordt gelachen. Of je nu wel of niet kunt dansen, zingen, of je knap bent of niet, homo, hetero of iets ertussenin of volledig erbuiten, niemand ontkomt aan Dolly’s scherpe tong. Iedereen is voor haar gelijk. Ze maakt politiek incorrecte grappen en ik vraag me af: misschien moeten we de volgende keer dat we in een serieuze context zoiets horen als ‘het zijn altijd die buitenlanders’, of ‘ God is tegen homo’s’, gewoon net zo hard lachen als nu.
Taal censureren lijkt niet het antwoord. Ik krijg veel meer de indruk dat we mensen die intolerant zijn, net zo min serieus moet nemen als dit geschminkte jochie met zijn paarse pruik dat halfdronken karaoke staat te zingen op naaldhakken.

Foto’s: Niels Punter