De Stenen van Stad, deel 5: BrugsmaBorg
Het is zoals de Groningse zanger Rikkert Zuiderveld al eens zong: ‘Als de stenen konden spreken, zou ik zwijgen als het graf, maar zolang de stenen zwijgen, zal ik spreken.’ Aan de hand van Groninger gebouwen verhaalt Menno over stadse geschiedenissen. Deze maand: de BrugsmaBorg.
Naast de Van OlstToren op het Zernikeplein staat de BrugsmaBorg. In het gebouw zit de Pedagogische Academie van de Hanzehogeschool, waar studenten tot leraren voor het basisonderwijs worden opgeleid. De academie biedt drie bacheloropleidingen, één masteropleiding en nascholingsmogelijkheden aan. De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) vindt de Pabo van de Hanzehogeschool de beste van de drie die er in Noord-Nederland te vinden zijn. Het onderwijsconcept is inspirerend, de kwaliteit van de docenten hoog en de samenwerking met het werkveld is volgens de NVAO hecht. Berend Brugsma, naar wie de borg is vernoemd, mag trots zijn.
De bouw had vijftien miljoen gulden gekost en het was alweer te klein
Begin 1982 ging de eerste paal voor de BrugsmaBorg de grond in, al heette het pand toen nog lang niet zo. Nee, de eerste bewoner was de stichting Hoger Economisch en Administratief Onderwijs Groningen, oftewel de heao. Economisch onderwijs zat sinds eind jaren zestig in de lift, het trok zoveel leerlingen aan dat het was behelpen met de lesruimtes. Zeven dependances had de heao uiteindelijk, her en der verspreid over de stad. De nieuwbouw op wat nu de Zernike Campus heet, had behoorlijk wat voeten in aarde. Het was een forse investering, de bouw zou 11,5 miljoen gulden kosten, en er was het nodige gedoe over de precieze plaats van de nieuwbouw. De keus viel op een gebouw pal naast het zogeheten Zernikegebouw, waarin de Economische Faculteit van de Rijksuniversiteit huisde (het nog steeds bestaande pand heet nu Kapteynborg). Het was de bedoeling dat er druk zou worden samengewerkt tussen heao en de Economische Faculteit. Om die warme banden te vergemakkelijken en te illustreren, plaatste architectenbureau Bijleveld, Grit, Gunnink en Schijf ter hoogte van de eerste verdieping een nog steeds bestaande verbindingsgang tussen de beide gebouwen. Saillant: de gang is al jaren in onbruik, de deur zit op slot. Toen staatssecretaris van Onderwijs Nell Ginjaar- Maas het gebouw officieel opende op donderdag 6 september 1984, kon de rekening worden opgemaakt: de bouw had vijftien miljoen gulden gekost en het was alweer te klein (een dependance in de Albertine Agnesstraat was alweer druk in bedrijf). Of de banden tussen de faculteit Economie en de heao zo warm zijn geworden als men voor ogen had, laten we hier buiten beschouwing, maar dat het gebouw lang het onderkomen is geweest van het hoger economische beroepsonderwijs staat als een paal boven water. De heao (die bestond uit een dag- en een avondopleiding, achtereenvolgens Hogere Economische School en de Academie voor Economisch Onderwijs Prof. F.J. de Jong) werd Hanzehogeschool en nadat de Hanzehogeschool fuseerde met de Rijkshogeschool Groningen, bood het gebouw onderdak aan de faculteit Economie van de (nieuwe) Hanzehogeschool Groningen.
In 2007 nam de Pedagogische Academie haar intrek op het huidige adres, Zernikeplein 9, en een jaar later kreeg het gebouw een eigen naam: de Berend BrugsmaBorg. Maar wie was Berend Brugsma?
Berend Brugsma werd in de stad geboren op 16 september 1797. Al op vroege leeftijd werd hij een weeskind. Als jonge knaap toonde hij bijzonder veel aanleg en enthousiasme voor het onderwijs. Al op zijn twaalfde hielp hij z’n onderwijzer en op z’n veertiende kreeg hij een aanstelling als leermeester op het dorpsschooltje van Euvelgunne. Het zouden de eerste treden zijn van de maatschappelijke ladder waarop Brugsma een uitzonderlijke stijging zou doormaken, maar zijn talent en leergierigheid alleen waren daarvoor niet genoeg. Hij had ook geluk. Theodorus van Swinderen, een welgestelde en zeer in het onderwijs geïnteresseerde hoogleraar, ondersteunde hem.
Hij introduceerde de schoolplaat, die diende als illustratie bij de verhalen die de schoolmeester vertelde
Berend Brugsma haalde akten, doorliep de rangen en verwierf nationale bekendheid. Al in 1815, hij was toen pas zeventien jaar, werd hij directeur van de net opgerichte Rijkskweekschool in Groningen. Brugsma was één van Nederlands eerste professionele lerarenopleiders en oefende dat beroep ruim vijftig jaar uit. Eén van zijn kwekelingen schreef als volgt over Brugsma: ‘Dat vriendelijk gelaat, dat mij zo innemend aankeek, en waarop ernst te lezen was, trok mij aan en boeide mij.’ De man werd omgeschreven als ijverig, nauwgezet en een voorbeeld van plichtsbetrachting. Brugsma publiceerde veel over onderwijs en opvoeden en hij wordt gezien als de grondlegger van het aanschouwelijk onderwijs. Hij introduceerde de schoolplaat, die diende als illustratie bij de verhalen die de schoolmeester vertelde. Op de website van de Hanzehogeschool staat dat zijn opvattingen verrassend actueel waren. Hij hechtte veel waarde aan kennis, zag de onderwijzer als cultuurdrager en vond het ontwikkelen van denkkracht belangrijk. Historisch pedagoge en hoogleraar Mineke van Essen draait het echter om: zijn opvattingen zijn misschien wel zo actueel omdat er weinig is vernieuwd na Brugsma. Ze ziet een grote continuïteit in het beeld van de ideale schoolmeester en noemt de huidige vernieuwingen van de Pabo window dressing.
Brugsma schopte het uiteindelijk tot schoolopziener (tegenwoordig zou men dat onderwijsinspecteur noemen) en directeur van de nieuwe Rijkskweekschool voor onderwijzers in de stad Groningen. Tot zijn overlijden in 1868 woonde hij aan de Oude Boteringestraat 12, waar tegenwoordig een cosmeticawinkel is gevestigd. Hij was een invloedrijk man en werd ook wel den Pestalozzi van Nederland genoemd. Johann Heinrich Pestalozzi (1746 – 1827) was een Zwitserse pionier in de pedagogie en ontwikkelde de elementaire methode. Die methode draait erom dat kinderen moeten beginnen met het leren van elementaire zaken, zoals getallen, letters en klanken.
Velen zullen het positief vinden dat de Pedagogische Academie, die in feite een voortzetting is van de kweekschool van Brugsma, is vernoemd naar deze Groningse grondlegger. Critici kunnen op hun beurt opmerken dat de vernoeming symbool staat voor een gebrek aan innovatie en ontwikkeling in het onderwijs vanaf het aanbreken van de twintigste eeuw.
De Hanzehogeschool heeft niet alleen de borg naar Brugsma genoemd, er is ook een Berend Brugsmaprijs in het leven geroepen voor het beste afstudeeronderzoek van de Pabo. De winnaar van die competitie ontvangt een beeldje en 500 euro. Laten we hopen dat die externe prikkel voor innovaties in het onderwijs een vruchtvolle symbiose aangaat met de intrinsieke motivatie van ware onderwijsvernieuwers als Berend Brugsma.
Foto Graf Berend Brugsma: Wutsje / Wikimedia Commons / CC BY-SA 3.0