Ga naar de inhoud

‘De student centraal stellen, niet de studie’

Aan het begin van een nieuw schooljaar kijkt College-voorzitter Henk Pijlman vooruit. Wat gaat de Hanzehogeschool doen aan studiestress? Werkt het nieuwe leenstelsel wel goed? En wat kan de Hanze doen aan de huisvestingsproblemen van studenten?

Afgelopen week noemde je het kamertekort onder studenten ‘anti-reclame voor Groningen’. Hoe gaan we dat probleem nu eindelijk oplossen?
‘Zoals ik in het Dagblad zei, het probleem is groter dan alleen een tekort aan studentenwoningen: de hele woningbouw in Groningen zit op slot. Studenten blijven bijvoorbeeld ook te lang in hun kamers wonen na hun studie omdat er niet genoeg starterswoningen in de stad zijn. Het is mooi dat de gemeente inmiddels ook voor studentenwoningen op de campus is, maar daar vraag ik al vijftien jaar om. Hopelijk wordt er nu ook eindelijk echt doorgepakt.’

Huisvesting is de verantwoordelijkheid van de gemeente, maar de RUG en Hanze hebben toch ook een verantwoordelijkheid? Zij halen al die studenten binnen.
‘Je mag ons, dus de RUG en de Hanzehogeschool, uiteraard aanspreken op de ongebreidelde groei, want die kan de stad niet aan. Dat moet je niet willen. Maar wij hebben slechts drie procent groei, op duizend internationale studenten, dat is best te behappen. En als je ziet aankomen dat het veel meer wordt, dan moet je daarop anticiperen.

Hoeveel investeert de gemeente daadwerkelijk in het belang van studenten? Niks!

Je hebt die groei in zekere zin best in de hand. Als je een opleiding Engelstalig maakt, dan weet je dat de kans aanwezig is dat er veel internationale studenten op af komen.’

Moeten we dan een limiet instellen aan het aantal nieuwe internationale studenten?
‘Ik ben voor het doorzetten van internationalisering, en ook voor het investeren in goede huisvesting. Voor iedere internationale student die hier woont krijgt de gemeente tweeduizend euro uit het gemeentefonds. Dat is een dikke twaalf miljoen per jaar en tel je de Nederlandse studenten erbij op, dan is dat per jaar dik zestig miljoen in de gemeentekas. Maar hoeveel van dat bedrag investeert de gemeente daadwerkelijk in het belang van studenten? Niks! Dat is in sommige andere studentensteden echt wel anders. Ik heb het op de agenda gezet voor de eerstvolgende vergadering van het Akkoord van Groningen. Ik wil dat er nieuwe afspraken worden gemaakt met de gemeente.’

Wethouder Roeland van der Schaaf pleit voor het aanbieden van totaalpakketten voor internationale studenten: bij de inschrijving moet meteen de huisvesting worden geregeld.
‘Dat is een mooi streven, maar studenten schrijven zich op meerdere plaatsen in en kiezen op het laatste moment. Daardoor kun je vanaf september ineens met veel lege plekken opgescheept zitten. Wie betaalt dat dan?’

Stoort de grote ophef over het probleem je?
‘Ik vind het eigenlijk wel mooi dat we een stad zijn die zich dit echt aantrekt. In Utrecht, Wageningen en Amsterdam word je veel meer aan je lot overgelaten en maken inwoners zich er stukken minder druk om. Ga maar op de camping staan met je tentje, is daar de gedachte. Dat speelt ook zeker wel mee in de media-aandacht die Groningen op dit vlak krijgt.’

Daar schuilt het gevaar in dat je dat als verdediging gebruikt: anderen doen het nog slechter, dus doen wij het best goed.
‘Dat is ook zo, er valt best wat op aan te merken, maar je kunt niet beweren dat we het ons niet aantrekken. We zoeken naar oplossingen, investeren en helpen mee.’

De Hanze was tot nu toe redelijk stil, vooral Jorien Bakker van de RUG deed het woord. Toch is de Hanze wel betrokken bij het tentenkamp en de andere noodoplossingen, toch?
‘Jazeker, we zijn overal bij betrokken. Daarom heb ik ook een interview gegeven aan het Dagblad. Maar het is ook een feit dat het probleem vooral bij de RUG zit, wij groeien elk jaar een paar procentjes, zij veel forser. Dat de kritiek zich dan ook vooral op hen richt, vind ik dus niet onterecht.’

Hoe kan het dat de noodoplossingen toch weer een beetje last-minute geregeld zijn? Na de problemen van vorig jaar hadden jullie een jaar om het beter te regelen…
‘Pas op Welcome Day, afgelopen donderdag (30 augustus), weten we hoeveel internationale studenten er daadwerkelijk komen opdagen. En pas op 1 oktober weet je het exacte aantal nieuwe inschrijvingen, zowel van internationale als Nederlandse studenten.

We hebben ons het onderzoek over studiestress onder studenten op Windesheim zeker aangetrokken

Dat is bij de RUG precies hetzelfde. Het is en blijft lang gissen. Je ziet ook dat de noodopvang absoluut niet vol zit. Misschien hebben we onszelf wel een beetje gek laten maken.’

Iets anders: ben je tevreden over hoe het nieuwe leenstelsel functioneert?
‘Ik vind dat het leenstelsel goed moet worden geëvalueerd. Er wordt nog steeds gezegd dat studenten uit gezinnen met lage inkomens huiver hebben om te gaan studeren. Dat is op zichzelf onacceptabel. Mocht het echt zo blijken te zien, dan moet je voor die groep aanpassingen plegen.’

Het wordt vaak gezegd, maar echt bewezen is het toch niet?
‘Daarom moet het nu eens heel degelijk worden onderzocht. Kijken waar de knelpunten zitten. Als het blijkt te kloppen, moet je ook echt actie ondernemen.’

Het leenstelsel wordt ook vaak genoemd als één van de oorzaken van studiestress. Gaat de Hanzehogeschool daar dit jaar ook meer aan doen?
‘We hebben ons het onderzoek over studiestress onder studenten op Windesheim zeker aangetrokken. Een kwart van de studenten zei daar te kampen met psychische klachten. We gaan dit jaar onderzoeken in hoeverre dat ook bij ons speelt.’

Bestaan er al oplossingen voor studenten die nu met problemen kampen?
‘We hebben al heel lang een studiesuccescentrum. De cursussen die zij aanbieden, behandelen faalangst, ADHD, concentratieproblemen… Maar gek genoeg heeft het veel te weinig impact. We kunnen veel meer studenten helpen dan we nu doen, dus hoe kan het dat studenten zich daar niet melden? Er is veel meer mogelijk dan studenten misschien denken. We gaan er komend jaar een studentsuccescentrum van maken.

SLB is lange tijd de reflectie op het functioneren van de student geweest

We willen de student meer centraal stellen, niet de studie. Een andere belangrijke stap in dat proces is het ombouwen van de studieloopbaanbegeleider naar een meer individuele studentencoach. Sommige studenten zullen die coach intensief nodig hebben, anderen misschien nauwelijks. Dat moet dus meer op maat gaan werken.’

Krijgt de SLB’er dan ook een andere opleiding of cursus?
‘Daar gaan we met de SLB’ers over om tafel, om te kijken hoe we dat precies gaan doen. Het wordt ook voor hen inderdaad een andere taak dan het nu is.’

Zie je iets in het SLB-experiment bij Verpleegkunde?
‘Ook dat wordt meegenomen ja, we gaan kijken wat de meest effectieve vorm is. Je kunt collectief beginnen en misschien individueel eindigen. Wat vast staat, is dat we er een slag in moeten maken. SLB is lange tijd de reflectie op het functioneren van de student geweest. Nu willen we veel meer buigen naar wat studeren betekent voor de student. Wat wordt er van studenten wordt verwacht en hoe kunnen we ze zo goed mogelijk helpen?’

Zijn er verder nog belangrijke zaken die gaan veranderen voor studenten?
‘We gaan door met de ontwikkeling van digitale ondersteuning. Dit jaar zullen we dertig procent van de tentamens digitaal af kunnen nemen. Daardoor zullen studenten ook sneller resultaten kunnen zien. En ook voor de werkdruk van de docenten is dat een verbetering. Binnenkort zal er ook een app beschikbaar zijn waarmee we rechtstreeks met studenten roosterwijzigingen en andere belangrijke praktische zaken kunnen delen.’

Welke boodschap wil je de studenten dit jaar meegeven?
‘Onze diploma’s hebben maatschappelijk gezien veel waarde, en ik vind dat daar in de media te weinig aandacht voor is. De werkloosheid onder afgestudeerde Hanze-studenten bedraagt één jaar na het afstuderen 2,4 procent. Daarmee staan we op de tweede plek in Nederland, vlak achter de HAN (Hogeschool van Arnhem-Nijmegen). Dat is knap, want wij zitten in een veel moeilijkere regio dan zij. En voor studenten is die goede kans op werk uiteraard een geruststellende gedachte. Zij mogen ervan uit gaan dat het werkveld echt op hen zit te wachten.’