De verdomd goede leugen
Bij het vak dramaturgie zijn we de laatste weken bezig geweest met het stuk Woyzeck van Georg Büchner. We lezen het stuk, analyseren het en kijken of we overeenkomstig over het stuk denken. Dus toen me gevraagd werd: waar ben je nu mee bezig op school?, probeerde ik dat uit te leggen. Dat dramaturgie gaat over het ontdekken, onderzoeken en testen van de onderliggende lijnen in het verhaal. Wat symboliseert een karakter? Heeft dit stuk uit 1837 de tand des tijds doorstaan en zo ja, waarom dan? Is het relevant om een stuk van de in 1813 geboren Büchner nu nog op te voeren? Maar ook, wat staat er letterlijk en wat lees je er zelf in? Oftewel: zware kost. De reactie op mijn antwoord was dan ook: ‘Pff dat allemaal? Moet dat allemaal zo zwaar psychologisch?’
Het hoeft niet zwaar psychologisch te zijn, maar je moet wel weten waarover je het hebt. Ook bij luchtige theaterstukken is er, net als bij films, goed gekeken naar waarom karakters bepaalde keuzes maken. En mag theater ook alleen leuk zijn? Natuurlijk, maar wanneer dat dramaturgisch slecht in elkaar zit, prikt het publiek daar zo doorheen. Je bent het aan je publiek verplicht om met een verdomd goede leugen op de proppen wanneer ze for the time being in jouw theaterstuk, in jouw leugen, willen geloven. Want dat is wat theater is, een overeenkomst tussen publiek en makers dat we de leugen even voor waarheid aannemen. Even een andere wereld, met andere regels, andere belangen. En dat kan heel goed een luchtige frivole wereld zijn. Als je het vergelijkt met series vind ik bijvoorbeeld New Girl heel vermakelijk maar een serie als HBO’s Girls is van een heel ander kaliber. Af en toe vind ik het heel fijn om naar het pure vermaak te kijken, maar dat betekent niet dat ik dat zelf ook wil maken.
Derdejaars Theatervormgeving Marie van Linschoten schrijft iedere week een column over Academie Minerva.