Ga naar de inhoud

Docent van het Jaar Loes Damhof over lesgeven

Loes Damhof mag zich Docent van het Jaar 2016 noemen. De Hanze-docent Communicatie, Media & IT krijgt een halve ton voor onderwijsverbetering en –vernieuwing. Hoe ze het geld ook zal besteden, voorop staat dat de studenten er beter van moeten worden.

docentvanhetjaarloesdamhofklein

Op 5 maart kreeg Loes Damhof, docent aan het Instituut voor Communicatie, Media & IT, van de landelijke studentenbelangenbehartiger Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) de eretitel Docent van het Jaar 2016. De veertigjarige Damhof staat eventjes volop in de belangstelling, maar als een student haar in de wandelgangen aan de mouw trekt, is ze één en al oor. De student wil één van haar lessen overslaan omdat hij bij de buluitreiking van zijn vriendin wil zijn.

Het docentschap staat in het zonnetje, dát vind ik een enorme eer

‘Prima’, zegt Loes, ‘maar koop je dan wel een bos bloemen voor haar?’ Het is deze betrokkenheid die de docente aan de opleidingen Communication & Multimedia Design en International Communication de nominatie voor de eretitel opleverde. ‘Die nominatie was een enorme eer en een grote verrassing. Nu bén ik het dus en dat voelt heel dubbel. Ik ben heel blij dat bij deze verkiezing lesgeven centraal staat. Het is géén prijs voor onderzoek of innovatieve projecten, maar voor de didactiek en de omgang met studenten. Het docentschap staat in het zonnetje, dát vind ik een enorme eer, want dat is m’n allergrootste passie. In die zin voelt het supergoed, maar tegelijkertijd besef ik dat ik echt niet de beste ben. Er zijn zoveel andere briljante docenten.’

De eerste les: alles ging mis
Na haar studie Nederlands en de master Moderne Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, werkte Loes een tijdje bij een uitgeverij. ‘Ik wilde graag naar het buitenland en één van de opties was Engels geven. Ik heb een certificaat gehaald en ben naar China vertrokken. Het idee om in mijn eentje op het platteland van China te wonen, vond ik helemaal niet eng, maar het vooruitzicht om voor de klas te staan… dat vond ik heel spannend.’ Bij de eerste les ging natuurlijk van alles mis, maar ze was wel verkocht. ‘Ik was helemaal kapot, maar ik had ook enorm veel energie gekregen. Ik was helemaal hyper, zo spannend en leuk vond ik het. Eigenlijk is dat nooit meer weggegaan.’

Als docent laat je altijd iets achter, je geeft studenten iets mee

De leukste dingen aan lesgeven vindt Loes dat ze met jonge mensen werkt en dat ze bezig kan zijn met haar vakgebied, interculturele communicatie. ‘Met studenten de grenzen opzoeken, samen door vraag en antwoord dingen uitpluizen. En als docent laat je altijd iets achter, je geeft studenten iets mee.’ Nadeel is dat ze soms moeite heeft om haar studenten los te laten. ‘Ik ben aan ze gehecht. Je bouwt een band op met een klas en als je op een gegeven moment hun docent niet meer bent, overvalt je een gevoel van the birds are leaving the nest.’

Ghana, Rusland, Zernikeplein
Dé docent van 2016 houdt niet van eenrichtingsverkeer. ‘In studenten zit vrijwel altijd meer dan wij docenten geneigd zijn te denken. Ik heb echt geleerd om geen aannames te hebben over wat mijn studenten al dan niet weten en kunnen. Als ik dit openlaat, laat word ik bijna altijd positief verrast.’ Stilgezeten heeft ze zeker niet. Ze stond voor de klas in China, Rusland en de Verenigde Staten.

Het is belangrijk dat studenten beseffen dat ze bijna alles in een wereldwijd perspectief kunnen plaatsen

‘Internationalisering is belangrijk in het onderwijs. We zijn allemaal op de één of andere manier met elkaar verbonden, alleen al omdat we op dezelfde planeet wonen. Daarom is het belangrijk dat studenten beseffen dat ze bijna alles in een wereldwijd perspectief kunnen plaatsen. Dat besef is een enorme verrijking. Het besef dat de manier waarop jij handelt niet per definitie normaal is, dat het ook op een heel andere manier kan gaan. Dit besef wordt pas echt ‘echt’ als studenten het aan den lijve ondervinden. Doordat studenten een tijdje naar het buitenland gaan, maar ook door internationale projecten in het curriculum op te nemen. In het tweede jaar van de major Interactive Media & Technologies, werken onze studenten bijvoorbeeld online samen met studenten uit Ghana.’

Voorbereiden op niet bestaande banen
Dit Ghana-project valt onder de noemer Globally Networked Learning, waarmee het lectoraat Excellentie aan de weg timmert. Loes gebruikt de aanpak onder meer in de Honours Course The Global Village. ‘Studenten moeten in kleine, interculturele teams samen iets creëren, zonder dat ze elkaar zien. Samenwerking faciliteren en ervoor zorgen dat de interculturele groepen een teamverband ervaren, gaat echt wel een stapje verder dan een open online course.’

We moeten een grotere rol spelen in het vormgeven van de toekomst

Onderwijsinnovatie is volgens Loes nodig omdat onderwijs moet inspelen in de snel veranderende wereld. ‘Studenten die nu beginnen aan Communication & Multimedia Design studeren over vier of vijf jaar af en dan ziet de banenmarkt er alweer heel anders uit. Hoe bereiden we hen daarop voor? Wat zijn de vaardigheden die je nodig hebt om daarmee om te kunnen gaan? Dingen als ethiek, wereldburgerschap, kritisch denken, communicatieve vaardigheden en media literacy zijn hierbij van belang.’ Dit soort vakken zijn onderdeel van de leerlijn 21st century skills, die Loes samen met collega’s heeft vormgegeven en die studenten moet voorbereiden op banen die nog niet bestaan.

Andere ideeën
De Docent van het Jaar krijgt (dit jaar voor het eerst) een Comeniusbeurs, vijftig duizend euro die de winnaar moet besteden aan onderwijsverbetering en -vernieuwing. ‘Het hbo reageert vooral op wat er nu gebeurt, maar we moeten een grotere rol spelen in het vormgeven van de toekomst. Het debat voeren over waar we heen willen. Ik zou meer willen doen met het concept Future literacy, hierin staan de vragen wat de toekomst zal brengen en hoe we daaraan richting kunnen geven centraal. Daar wil ik studenten over aan het denken zetten.’

Het is voor mezelf heel belangrijk dat m’n plannen direct gevolgen voor studenten hebben

Onderwijsminister Jet Bussemaker, die de beurs zelf uitreikte, haalde de halve ton uit het potje dat is ontstaan door de afschaffing van de basisbeurs. Dat geeft extra gewicht aan de prijs, want dat geld moet, zoals de minister heeft bezworen, ten goede komen aan de kwaliteit van het onderwijs. Loes voelt de verantwoordelijkheid. ‘Het is voor mezelf ook al heel belangrijk dat m’n plannen direct gevolgen voor studenten hebben. Ik zal kritisch volgen of ze wat toevoegen. Maar eerlijk gezegd ben ik nog hard aan het nadenken over hoe ik de beurs het beste kan besteden. Het zal zeker iets te maken hebben met internationaal en interdisciplinair onderwijs, dat staat buiten kijf. Maar ik sta open voor goede ideeën.’

 

Foto: Pepijn van den Broeke (c)