Ga naar de inhoud
Janine Meins

Een pijnlijk verhaal over zwijgen en huiselijk geweld

Voormalig Hanze-directeur Janine Meins schreef een roman over huiselijk geweld. In de HanzeMediatheek sprak ze over… ja, waarover eigenlijk?

Zwijgpijn is de eerste roman van Janine Meins. Roman? De lezing die de schrijfster op 3 december bij de Boekenclub van de Hanze houdt lijkt eerder een verhandeling over een sociaalwetenschappelijk werk over huiselijk en seksueel geweld. Meins bespreekt dit eeuwenoude thema aan de hand van powerpointslides vol bullets en diagrammen.

Seksueel grensoverschrijdend gedrag… aan de orde van de dag, femicide… even hardnekkig als vreselijk

Het zijn natuurlijk belangrijke, actuele onderwerpen en de feiten die Meins op het beeldscherm tevoorschijn tovert spreken boekdelen. Eén op de acht vrouwen is slachtoffer (geweest) van verkrachting. Eén op de drie vrouwen maakt huiselijk geweld mee. Negentig procent van de slachtoffers is vrouw en 94 procent van de daders is man. Huiselijk geweld komt in alle culturen en in alle lagen van de bevolking voor, en ook net zo vaak. Seksueel grensoverschrijdend gedrag… aan de orde van de dag. Femicide… even hardnekkig als vreselijk.
De tot op de laatste plek gevulde tribune en de bijgeschoven stoelen in de Mediatheek van de HanzeBorg bieden deze middag plaats aan een stuk of veertig mensen. Meins geeft ze volop de ruimte voor een serieus gesprek. Maar dat gesprek gaat niet over de roman. De vragen die Meins aanreikt: welke rol zouden omstanders kunnen spelen bij het stoppen van huiselijk geweld, wat zou de Hanze kunnen bijdragen?

De roman beschrijft zeven generaties vrouwen, vele generaties voormoeders, zoals Meins ze noemt

Interessant, maar ook verwarrend. Janine Meins presenteert zich op deze donkere dinsdagmiddag in december namelijk meer als de directeur van het Hanze-stafbureau Human Resources, de functie die ze tussen 2015 en 2020 ook daadwerkelijk uitoefende, dan als een debuterende schrijfster. Hierdoor komen we van de roman Zwijgpijn weinig te weten.
Natuurlijk is het schokkend om te horen dat het verhaal van hoofdpersoon Anne grotendeels autobiografisch is (zonder de toestemming van haar kinderen had Meins het boek niet laten uitgeven). Verder is het interessant om te weten dat de roman zeven generaties beschrijft, vele generaties voormoeders, zoals Meins ze noemt. Die voormoeders hebben echt geleefd. Maar hoe, dat was volgens Meins moeilijk te reconstrueren. ‘Het is voornamelijk fictie’, zegt ze, ‘ik gebruik bijvoorbeeld veel dialoog en ik weet niet hoe mensen toen tegen elkaar praatten.’

Aan de andere kant: voor antwoorden op dergelijke vragen kun je Zwijgpijn natuurlijk ook beter lézen

Het siert Meins dat ze de werkelijkheid kennelijk zo goed mogelijk wilde beschrijven. Maar het blijft de vraag of dat streven goede literatuur oplevert. En, nog zo’n vraag, is de werkelijkheid beschrijven wel het doel van literatuur? Dát zouden leuke vragen geweest zijn voor een Boekenclub.
Aan de andere kant: voor antwoorden op dergelijke vragen kun je Zwijgpijn natuurlijk beter lézen. Voordat de Boekenclub uiteengaat verloot Meins vijf exemplaren onder de aanwezigen en in elk van die exemplaren zet ze een handtekening. Dat zie je HR-directeuren en sociaalwetenschappers dan weer niet zo heel vaak doen.