Een zondagskind
Op mijn gemakje parkeer ik mijn fiets in de stalling en loop ik richting het perron. 1 april 2014, 12:55, 18 graden. Nog ruim een kwartier de tijd voor een espresso en een lekker broodje.
Naast mij staat een zakenman te bellen. Een driedelig grijs pak, een iPadje in zijn linkerhand en een zelfverzekerde houding. Een verliefd stelletje loopt hand in hand langs. Zij giechelt, hij fluistert wat in haar oor. Een klein meisje, zo’n vijf jaar oud, huppelt rond en wijst naar de sokken van de zakenman. ‘Meneer, u heeft twee verschillende sokken aan!’ De man kijkt direct naar beneden. ‘1 april!’ Stuk voor stuk zien ze er gelukkig uit. De zakenman heeft een goede baan, de vrouw een leuke vriend en het meisje… tja, zij heeft nog niks om zich zorgen over te maken. Zo gelukkig voel ik mij ook.
Mijn moeder noemt me wel eens een zondagskind. Anderen noemen me een mazzelaar, bijvoorbeeld als ik m’n tentamen haal met een 5,6. Hoe kan het toch dat het lijkt alsof sommige mensen altijd pech hebben, en andere altijd geluk? Dat is toch oneerlijk?
Geluk is gedeeltelijk maakbaar. Het is dus niet zo dat de één als pechvogel geboren wordt en de ander als mazzelaar. Gelukkig maar. Ongeveer vijftig procent van ons gevoel gelukkig te zijn is aangeboren. Optimisme en pessimisme worden dus voor de helft bij de geboorte bepaald. Op de andere helft hebben we invloed, maar daar moeten we wel wat voor doen. Zo is optimisme gewoon te leren!
Er zijn drie dingen nodig om gelukkig te zijn: de vrijheid om keuzes te maken die passen bij wie we zijn (autonomie), ons verbonden voelen met anderen(betrokkenheid) en het idee dat we goed zijn in wat we doen (competentie). Kan ik mijzelf dan toch echt een mazzelaar noemen?
Wat heb jij vandaag gedaan waar je tevreden over bent? Wat deed iemand anders, waar je tevreden over bent? Heb je zo gereageerd dat die persoon zoiets weer zou doen? En: zijn er nog meer dingen waar je dankbaar voor bent?
Anique Wijnhoud, derdejaars Toegepaste Psychologie, schrijft iedere week over hoe je rimpels in het geluk kunt gladstrijken.