Ga naar de inhoud

Egbert, ex-student Minerva, hangt in The National Portrait Gallery

Egbert Modderman, oud-student Academie Minerva, won de BP Young Artist Award van The National Portrait Gallery in Londen. Het model voor Rusteloos, een schilderij van een liggende man, vond Egbert letterlijk op straat.

De Hoendiepskade in Groningen. Een monumentale trap met Russische portretschilderijen leidt naar de overloop die toegang geeft tot het atelier van Egbert Modderman (30). De hoge plafonds en grote ramen op het noorden geven iets wat iedere schilder wil hebben: het ideale schilderslicht.

Een haast autoritaire blik, een zelfbewuste pose

Tussen twee ramen staat een levensgroot schilderij van een jonge vrouw met een mysterieuze blik. Het licht speelt met de plooien van haar lange witte gewaad.
‘Maria Magdalena’, zegt de schilder, ‘de vrouw die Jezus volgde op zijn rondreizen. Vaak wordt ze voorgesteld als een groupie of een prostituee, maar dat is historisch onjuist. Ik heb haar hier geschilderd als een rijke vrouw. Een haast autoritaire blik, een zelfbewuste pose.’

Op Minerva deed je de opleiding Ruimtelijk Ontwerp.
‘Van 2007 tot 2012. Ik wist dat ik iets wilde doen met tekenen en ontwerp, en ik wilde een richting doen die me financieel wat zekerheid gaf. Ruimtelijk Ontwerp leidt op tot interieurarchitect. Dat leek me een interessant beroep. Hoe maak je een mooie bibliotheek, of een bankgebouw waar je prettig werkt? Wat moet erin, en wat niet? En hoe zien de mensen het? Ik kreeg veel complimenten van docenten over de ontwerptekeningen die ik maakte. “Zou je toch niet autonome kunst gaan doen?”, vroeg er één. Maar dat vond ik doodeng. Daar kun je toch niet van leven, dacht ik. Ik wilde mijn toekomst niet vergooien.

egbert modderman wint prijs National Portrait Gallery
‘Mijn tekeningen waren dan misschien goed, maar de concepten die ik bedacht waren minder van kwaliteit. Daarom zakte ik de eerste keer voor mijn eindexamen. Ik miste de passie, vonden de docenten. En ze hadden gelijk.’

Toch ben je wel interieurarchitect geweest.
‘Van 2012 tot 2014 werkte ik bij een bouwbedrijf. Ik heb bijvoorbeeld het Univé-kantoor in Paddepoel ontworpen. Best leuk werk, het verdiende goed en ik had een mooie leaseauto voor de deur. Maar ik wilde het niet veertig jaar blijven doen. In die tijd benijdde ik verpleegkundigen en politieagenten, mensen die hun werk met passie deden. Ik vond m’n werk niet belangrijk. Ik voelde niet dat het iets wezenlijks toevoegde.’

Minerva was nodig om de sprong in het diepe te durven maken

‘Dat gevoel kreeg ik wél als ik een mooi schilderij zag, in een museum bijvoorbeeld. Vooral grote verhalende schilderijen hebben me altijd gefascineerd. Ik besloot te proberen om kunstschilder te worden en meldde me aan de Klassieke Academie in Groningen, net als Minerva een kunstacademie, maar meer gericht op klassieke realistische kunstvormen.’

Heb je spijt van je tijd bij Minerva?
‘Nee, integendeel! Het was een noodzakelijke fase. Door mijn studie aan Minerva kon ik mezelf laten zien dat ik in staat ben om geld te verdienen als binnenhuisarchitect. Dat geeft me zekerheid, een soort vangnet. En dat had ik nodig om de sprong in het diepe te durven wagen.’

Maar je maakte de Klassieke Academie niet af.
‘Ik heb alleen het eerste jaar gevolgd. In die tijd heb ik veel geleerd door modellen te tekenen, maar ik ben bijvoorbeeld niet zo geïnteresseerd in stillevens en dat is ook een groot deel van de opleiding. Ik wil mensen schilderen. Bovendien wilde ik niet vijf jaar wachten. Ik dacht, ik ga gewoon schilderen en op die manier het vak leren. Mensen kopen een schilderij omdat het ze aanspreekt, niet omdat de schilder een diploma heeft.’

Ik had weinig tijd en het was kantje-boord, maar het lukte me op tijd

Hoe ging dat, dat gewoon schilderen?
‘Ik wilde verhalende schilderijen maken, verhalen met dramatische motieven. Over liefde, angst, medelijden, verdriet. Dan kom je als christen algauw bij Bijbelse taferelen terecht. Ik had een schilderij van Sint Martinus gemaakt. Dat vonden de mensen van de Stichting Martinikerk erg mooi.
‘In 2016 kreeg ik de kans om te exposeren in het koor van de Martinikerk. Zeven grote schilderijen over de schoonheid van religie, moesten het worden. Ik had weinig tijd en het was kantje-boord, maar het lukte me op tijd. Nu ben ik voor de Martinikerk bezig met een serie over de zeven Werken van Barmhartigheid. Schilderijen van drie meter breed en anderhalve meter hoog. Een prachtkans, want die werken blijven zeker honderd jaar te zien. Ieder schilderij kost me een maand of vijf. Ik ben momenteel bezig met nummer vier: het Bezoeken van Gevangenen.’

Je schildert hier in je atelier?
‘De helft van de tijd schilder ik in de Martinikerk. De andere helft werk ik in mijn atelier aan eigen werk zoals Maria Magdalena. Ik heb intussen een vaste galerie, die mijn werk verkoopt, Galerie Bonnard in Nuenen.’

Tienduizend euro, daar kan ik ruim een jaar voor wonen

Uit wat voor nest kom je?
‘Mijn ouders zijn vrijgemaakt gereformeerd. Ik ben de enige in de familie met schildersambities. Mijn vader heeft een vlaggenbedrijf. Ik heb twee broers waarvan er één op de Hanze zit. Hij studeert Managent, Economie & Recht op de Hanze. Nee, niet direct een kunstzinnige richting.’

Hoe kom je aan je modellen?
‘Het zijn vaak vrienden of kennissen. Maria Magdalena hier is bijvoorbeeld een studente uit Duitsland die ik ken. Maar vaak ook zie ik iemand met een interessante kop op straat. Een jaar geleden waren ze hier op de Hoendiepskade bezig met werkzaamheden aan de weg. Eén van de stratenmakers, Oetze heet-ie, had een prachtig hoofd met een pikzwarte baard. Ik heb hem gevraagd of hij liggend voor me wilde poseren. Dat is het schilderij Rusteloos waarmee ik de prijs heb gewonnen.’

De BP Young Artist Award!
‘Ieder jaar looft de National Portrait Gallery in Londen prijzen uit aan kunstenaars. Hoewel ik me eerder een ambachtsman voel dan een kunstenaar, ik wil gewoon mooie dingen maken, besloot ik om een werk in te zenden. Mijn schilderij was één van de tweeduizend inzendingen.
‘Ik had geluk dat ik nog net geen dertig was zodat ik in aanmerking kwam voor de categorie Jonge Kunstenaars. De jury was erg te spreken over mijn techniek, met name het contrast tussen de huidpartijen die ik met schuurpapiertjes heb uitgedund en de stofpartijen die heel glad en dik zijn. De prijs is tienduizend euro. Een prachtig bedrag, daar kan ik ruim een jaar voor wonen… en de stratenmaker uit Surhuisterveen vindt het fantastisch dat hij nu in The National Portrait Gallery hangt!’

Heb je veel reacties gehad?
‘Ik kreeg een felicitatie van de Gemeente Groningen. Ik ben op RTV Noord geweest en ik stond in het Dagblad van het Noorden. Op 28 mei word ik geïnterviewd op Radio 1 in het programma Kunststof om zeven uur ’s avonds. Ik sta er wel een beetje van te kijken. Ik ben koppig geweest, maar ik heb ook veel mazzel gehad, bijvoorbeeld door de juiste mensen te kennen… én je moet maar net in de smaak vallen bij het publiek. Ach, ik ben echt een zondagskind. Ik hoop dat ik dit kan blijven doen. Als ik op deze manier kan blijven leven en schilderen, ben ik gelukkig!’