Ga naar de inhoud

Eierballenslam: Poetry Slam in Groningen

Het is lang geleden dat ik me gewaagd heb in de onderbuik van Groningen. De schemerige wereld waar mannen met stoppelbaarden aan de bar hangen, vrouwen met  rode lippenstift naar je knipogen en krakers, dichters en kunstenaars rondzwerven. De wereld die vibreert van de mysterieuze energie, maar qua fysieke verschijning het beste omschreven kan worden met het Engelse woord sleazy. Sleazy, jazzy en sexy. Ik kom er graag. Deze keer voor het poëziefestijn dat de Eierballenslam moet zijn…

Rik Sprenkels

Poëzie is hippe shit
Wat is er nou leuk aan poëzie? Degene die het weet heb ik waarschijnlijk afgelopen vrijdag gezien bij de allereerste Eierballenslam. Wie het niet weet kan rustig verder lezen, want dat mysterie wordt in dit artikel opgehelderd. Dichten is in ieder geval allang niet meer wat het was. Het is geen discipline meer voor stoffige ouwe mannetjes. De manier van poëzie voordragen die ‘Slammen’ heet, lijkt een combinatie van intense rap battles, stand-up comedy en literatuur van de bovenste plank. Slammen is echt van deze tijd. Het is een uitlaatklep voor bedachtzame jongeren die zich aan de ene kant door het wonder van het internet wereldburger wanen, maar daardoor ook nog meer bewust zijn van hun individuele bestaan. Als je kunt begrijpen dat een gedicht over een triootje met Thierry Baudet een Eierballenslam kan winnen, dan begrijp je wellicht ook wat ik bedoel. Poëzie is de kunstvorm geworden waar seks, onzekerheid, politiek en het vieren van een doelloos bestaan samenkomen in grandioze verbale uithalen die het publiek verbluft achterlaten.

Politiek lullen en sociale sigaretjes
Ik was niet op de hoogte van het fenomeen Poetry Slam en vroeg me daarom ook af: ‘wat is er nou leuk aan gedichtjes voorlezen’, terwijl ik op weg was naar de kroeg aan de zijkant van het monumentale kraakpand aan de Verlengde Hereweg: de ORKZ-Bar. De laatste keer dat ik hier was, zocht ik Michel Velt, een graffitikunstenaar, die me uiteindelijk in contact bracht met één van de meest schimmige figuren die ik als journalist heb ontmoet: Lupo. Met hem sloop ik vervolgens een nacht lang over de remise bij Groningen Centraal station om treinen te bespuiten, maar dat is een ander verhaal.  Deze keer ging ik naar het ORKZ om de Eierballenslam te verslaan in de kapel van het pand, waar regelmatig optredens plaatsvinden.

Sascha Landkroon (1200x800)

Het is een prima plek, je betaalt 1,50 voor een flesje Grolsch, er staat een gigantische kast met spelletjes en men is niet zo moeilijk over het rookbeleid dat in de horeca geldt. Buiten staan wat mensen te wachten en te kletsen, en ik vraag ze of ze nog gestemd hebben. Daarbij raak ik al snel aan de praat met een meisje dat VVD gestemd heeft. Bij iedereen die langsloopt met een pakje peuken bietst ze een sigaretje. Dat vind ik wel komisch omdat het eerder de indruk geeft dat ze toch een socialistisch basisprincipe aanhangt: samen delen. Ze moet hier wel om lachen als ik het ter sprake breng. Toch zou ze geen SP stemmen of Groen Links, omdat ze meent dat sterk ideologische partijen de Nederlandse democratie niet bevorderen.

Er wordt bezuinigd op de studenten, terwijl die niet de schuldigen zijn van de crisis, maar de bankiers

‘Wij zijn sterk in polderen’, zegt ze. ‘En daar heb je toch een gematigde ideologie voor nodig, want je moet compromissen sluiten.’ Een jongen, student, vindt het geen goede compromis dat nu de basisbeurs is afgeschaft, terwijl de crisis is veroorzaakt door de huizenbubbel. ‘Hoe bedoel je?’ vraag ik hem. ‘Er wordt bezuinigd op de studenten, terwijl die niet de schuldigen zijn van de crisis, maar de bankiers.’ Verduidelijkt hij, zonder echt te  verduidelijken. En dat valt me op: mijn eigen gebrek aan politieke kennis wordt weerspiegelt door mijn gespreksgenoten. Wanneer het op echte details of beleid aankomt, begrijpen we het allemaal niet meer.

Eli Valk1 (1200x800)

Dat merk ik ook wanneer het gesprek verder gaat, over een ander artikel uit HanzeMag: Wat je móet weten over stress. Hierin worden de conclusies van Thijs Launspach over stress besproken. Launspach adviseert: ‘rust, reinheid en regelmaat’. Dat zijn allemaal oplossingen voor individuen, zegt de jongen. Maar de oorzaken van stress zijn dat niet. Geen basisbeurs, moeite met een kamer vinden, die dan ook nog eens veel te duur is, waardoor je weer een (extra) bijbaantje nodig hebt… Aan die basisbeurs en die kamers zou de politiek wat moeten doen. Maar de anderen zijn er toch van overtuigd dat stress een psychologisch probleem is, en niet sociologisch. Goed. Stof tot nadenken. Het VVD-meisje drukt haar sigaret uit. Ik drink mijn biertje op. Richard Nobbe, organisator en host van de allereerste Eierballenslam Groningen kondigt aan dat we gaan beginnen.

Biologische verantwoorde multifunctionele Eierballen
Het podium is kaal. Geen afleiding, enkel een microfoon op een standaard en alle ruimte voor de dichters die straks lyrisch losgaan tegen elkaar. Niet vrijblijvend overigens, de winnaar van deze avond krijgt een plek in de halve finale van het NK Poetry Slam. De zaal zit vol. Het geroezemoes in de zaal verstomd. Richard opent de avond en legt de spelregels uit. Alle zes dichters die meedoen krijgen drie minuten de tijd. Na deze eerste ronde is er een pauze en daarna krijgen ze nog drie minuten de tijd. Het publiek mag vervolgens stemmen op één finalist en de andere finalist wordt gekozen door de vakjury.

Er is niets zo erg als moeten niezen, en toch niet niezen

Deze bestaat uit voormalig stadsdichter Kasper Peters, Maarten Praamstra en Tjitse Hofman. De laatste draagt een vrije vorm gedicht voor, wat eigenlijk inhoudt dat hij een steeds gekker wordende herhaling van de zin ‘Wij verkopen beperkt houdbare biologisch verantwoorde multifunctionele potentie verhogende mits gegeten dan wel leeggezogen breekbare balletjes. Per doos en per stuk. Waarbij gezegd dat… [bovengenoemde balletjes] …per doos goedkoper zijn dan per stuk.’ Alsof Pieter Derks een monnik is, die één onbegrijpelijk gebedje prevelt. De zaal moet grinniken en applaudisseert enthousiast.

Esmé van den Boom
Hierna is het dan eindelijk tijd om de dichters in actie te zien. Esmé van den Boom (voormalig huisdichter van de RUG) opent de avond. Ze dicht over ‘een mooi hoofdje en een lief stel borsten’, over hoe die borsten een reactie uitlokken bij een vrachtwagenchauffeur en de daarop volgende twijfel: glimlachen of de middelvinger omhoog? Applaus. De tweede van de avond is Eli Valk, filosofiestudent. Dit is te horen in zijn werk: ‘er is niets zo erg als moeten niezen, en toch niet niezen.’ Hij benoemt alledaagse dingen in één adem met de diepere kwesties van het leven van elke student. ‘Het willen en toch niet doen.’ Heel rustig dicteert hij zijn teksten. De derde dichter is Ileen Rook, die zinnen het publiek insmijt als ‘een sigaret als lunch’. Of de poëtische wanhoop van ‘in mijn hoofd heb ik een kaasschaaf zitten en daarop rasp ik heel mijn hersenen naar de tering’. Nog meer applaus.

God verstopt zich in wilde seks, MDMA-gebruik, vakanties in de zon en in de liefde

Dan komt als vierde Sascha Landkroon het podium op, ook een oud huisdichter van de RUG. Zijn ritme is hypnotiserend, hij mijmert tegen het publiek over zaken als ‘ik bleef vaak te lang staan om na te denken, zag de puinhopen van dertig jaar afhankelijkheid met lede ogen aan, en nam me voor om voortaan ver af te blijven van perfecte idealen’. Heeft hij het nu over volwassen worden, of gaat dit over politiek? De vijfde dichter is Olivier van Eijk. Tijdens zijn act valt zijn papier uit zijn hand. Gespeeld, zo blijkt, want hij trekt ook zijn shirt uit en smijt het op de grond als statement. Hij spreekt slepend over een zoektocht naar God. Maar God verstopt zich in wilde seks, MDMA-gebruik, vakanties in de zon en in de liefde. Het publiek juicht. Afsluitend is er oud-finalist NK Poetry Slam Rik Sprenkels, die de eerste ronde besluit met diepzinnige oneliners als ‘eenzaamheid is meer tegen jezelf praten dan tegen een ander’.

Olivier van Eijk1

Het Opper-ei van 2019
Het publiek verkiest Olivier van Eijk tot beste dichter en de jury is het meest onder de indruk van Esmé van den Boom. Bijgevolg nemen zij het tegen elkaar op in de finale. Hun strijd doet niet onder voor een rap battle bij een open mic, alleen zijn de rake opmerkingen over yo mama vervangen door beeldende metaforen waarbij Olivier fantaseert over een trio met Thierry Baudet en Esmé. Hij improviseert zijn tegenstander moeiteloos zijn poëzie in.

In zijn poëzie gaan arrogantie en twijfel hand in hand, politiek, seksdromen en drugsgebruik, presteren en lanterfanten

Het publiek giert van het lachen. Esmé geeft geen kick en fileert hem op haar beurt door op zijn ijdelheid in te spelen, met gejoel uit de zaal als gevolg. Olivier lacht vanachter zijn krullenbos. Als je de hele slam wilt beluisteren, kan dat op de Soundcloud. Maar de eindstand zal ik je niet onthouden. Uiteindelijk wint Olivier en, hoewel Esmé heel sterk was, is dat niet vreemd. In zijn poëzie gaan arrogantie en twijfel hand in hand, politiek, seksdromen en drugsgebruik, presteren en lanterfanten. En daarmee is hij overduidelijk een kind van zijn tijd. Hij mag zich met recht de eerste Eierballenkoning van Groningen noemen.

Foto’s: Nouschka van der Meij