Ga naar de inhoud
fysiotherapeuten

Fysiotherapeuten hebben reden tot klagen, maar niet over het vak

Vergrijzend Nederland heeft steeds meer fysiotherapeuten nodig. De arbeidsvoorwaarden zijn niet geweldig, toch mopperen studenten en fysiotherapeuten nauwelijks…

‘Ik bouw geen pensioen op, ik krijg geen vakantiegeld en als ik op vakantie ga, krijg ik niet uitbetaald. Ook wanneer er een patiënt uitvalt, verdien ik niks. Ik krijg namelijk betaald per behandelingssessie. Er zijn dagen dat je patiënten over de dag zijn verspreid. Alleen de behandeltijd levert wat op, de rest niet.’ Een vetpot is het leven van deze fysiotherapeute niet. Ze studeerde niet al te lang geleden af aan de Hanze, ze heeft werk, heel mooi werk, vindt ze, maar de arbeidsvoorwaarden… Tja, die konden beter.

De praktijkhouder: ‘Het is superafwisselend, ieder half uur help je iemand, ieder half uur heb je een zinvol contact’

‘Laten we vooral het positieve benadrukken’, zegt docent Rik Kranenburg, die in Zuidhorn een eigen praktijk runt. ‘Fysiotherapie is een dankbaar beroep, het is superafwisselend, ieder half uur help je iemand, ieder half uur heb je een zinvol contact. Het is prachtig, en dat vinden alle studenten. Dan heb ik het over de hogerejaars, want ná het eerste jaar hebben we nauwelijks uitvallers. Dat betekent dat studenten gelijk opgaan, in hechte groepen.’
Fysiotherapie is met zo’n 1200 studenten één van de grootste opleidingen van de Hanze. Ieder jaar beginnen maximaal 340 studenten aan het eerste jaar. 70 van die studenten komen uit het buitenland, want Fysio heeft ook een internationale (lees: Engelstalige) opleiding.

De opleidingsmanager: ‘Ieder jaar verlaten 200 studenten het Wiebenga mét een diploma, de uitstroom uit het vak is de laatste jaren hoger dan 200’

Opleidingsmanager Jan Peter Landsman: ‘We trekken studenten uit de hele wereld. De laatste jaren zien we veel studenten uit Ierland en Duitsland.’ Nederland zou die buitenlandse fysio’s weleens hard nodig kunnen hebben, want er dreigt een tekort te ontstaan. Landsman: ‘Ieder jaar verlaten 200 studenten het Wiebenga mét een diploma. De uitstroom uit het vak in het Noorden is de laatste jaren altijd hoger dan 200. Dat is heel jammer, want de vraag naar fysiotherapeuten stijgt juist.’
Op dit moment telt Nederland 25.000 fysiotherapeuten, iets meer dan de helft (14.000) is lid van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF), de belangenbehartiger van de beroepsgroep.

Dertig procent van de fysiotherapeuten werkt in de tweede lijn, in ziekenhuizen en revalidatiecentra

Zeventig procent van de afgestudeerden vindt werk in de eerstelijnszorg. ‘De fysiotherapeut op de hoek’, zegt Kranenburg, die in het KNGF-bestuur zit. ‘Met de eerstelijnsfysiotherapeut kun je een afspraak maken zónder verwijzing van de huisarts.’ De overige dertig procent van de fysiotherapeuten werkt in de tweede lijn, in ziekenhuizen en revalidatiecentra. ‘Die zijn daar vaak gewoon in dienst. Wat arbeidsvoorwaarden betreft hebben zij meer zekerheid dan de eerstelijnsfysio’s.’

Verzekeraars betalen alleen de behandeling, niet de overige kosten, die komen voor rekening van de eigenaars van de fysiopraktijken zelf

Fysiotherapeuten opereren in een marktomgeving, maar ook weer niet helemaal. Ze zijn bijvoorbeeld verplicht om basiszorg te leveren voor een afgesproken prijs, verzekeraars betalen per behandeling. ‘Qua tijd zitten we nog aan de goede kant, want de standaard is tussen de twintig minuten en een half uur. Een huisarts heeft geloof ik zeven minuten voor een consult’, zegt Kranenburg. Maar de verzekeraars betalen eigenlijk te weinig voor een behandeling. ‘Van dat bedrag kun je de kosten niet betalen. Zoals de huur van de praktijkruimte, de energiekosten, de aanschaf van medische en andere hulpmiddelen en ga zo maar even door. Daardoor zijn de lonen laag, zeker die van beginnende therapeuten. De financiële ruimte is zo krap dat we er al twintig jaar niet in slagen om een cao af te sluiten.’

Eens in de zoveel tijd verschijnt er een rapport waarin fysiotherapeuten alarm slaan over de arbeidsvoorwaarden

Kranenburg: ‘Praktijkhouders zijn ook werkgevers. Ik wil graag dat de mensen die in mijn praktijk werken zich bijscholen. Voor mij is dat een dure aangelegenheid, maar ik wil patiënten natuurlijk de best mogelijke zorg aanbieden. En als je het bedrijfsmatig bekijkt, is het ook goed om je te onderscheiden van andere praktijken. Dat kun je de doen door verschillende specialismen aan te bieden.’
Landsman herkent die trend: ‘Fysiotherapeuten gaan zich steeds meer specialiseren, zo heb je kinderfysiotherapeuten en fysio’s die zich richten op het behandelen van één soort aandoening, zoals bekkenbodeminstabiliteit.’
Eens in de zoveel tijd verschijnt er een rapport waarin fysiotherapeuten alarm slaan over de arbeidsvoorwaarden. In juli lagen de resultaten van een vragenlijst van Fysiovakbond FDV op tafel. Daarin gaf bijna twee derde van de ondervraagde eerstelijnsfysiotherapeuten aan dat ze overwegen om op te stappen. Ze bleken ook flink minder te verdienen dan hun vakgenoten die in dienst zijn van ziekenhuizen en revalidatiecentra.’ Maar ook die fysiotherapeuten komen volgens Kranenburg niet in een hoge salarisschaal. ‘Een fysiotherapeut met een masteropleiding verdient minder dan een basisarts terwijl die opleidingen van gelijk niveau zijn. Ze zijn er ook net zo lang mee bezig, zo’n zes, zeven jaar.’

De ex-student: ‘Ik ben net afgestudeerd, dus alles is nieuw en leuk’

‘Wij staan aan hún kant, we willen allemaal hetzelfde’, zegt praktijkhouder Kranenburg. ‘Wij willen onze fysiotherapeuten dolgraag meer betalen. En hun roep om betere arbeidsvoorwaarden is zonder meer terecht. Maar hoe graag we ook willen, het systeem zit zo in elkaar dat er domweg geen geld voor overblijft.’ Landsman: ‘Dat probleem speelt trouwens in álle paramedische beroepen.’
De beginnende fysiotherapeute uit het begin van dit artikel laat zich er niet door uit het veld slaan. ‘Ik vind het werk erg leuk. Maar ik ben pas afgestudeerd, dus alles is nog nieuw voor me. Ik kan nu natuurlijk niet zeggen hoe zwaar de nadelen later voor mij zullen wegen.’