Geen klachten over Kennisfestival
Het Grootste kennisfestival van Noord-Nederland was het podium voor maar liefst honderd lezingen, praatjes, optredens, powertalks en andere happenings. De prijs was hoog (€ 195), het weer niet om over naar huis te schrijven, maar over de sfeer op het Suikerunieterrein mocht je niet klagen.
Zo’n duizend bezoekers moeten op 27 september op het Suikerunieterrein hebben rondgedwarreld. De industriële entourage, net buiten de ringweg van Groningen, is ideaal. Ruimte zat, grote zalen, knusse hoekjes en kieren, een container hier, een feesttent daar. Het Grootste Kennisfestival van Noord-Nederland is er op z’n plaats.
‘Het is hartstikke gezellig’, zegt Joyce van Heugten. De vierdejaars Technische Bedrijfskunde heeft er al een paar uur praten opzitten, maar het gaat nog allemaal prima. Joyce is lid van de crew van de Talententent, die de bezoekers aan het denken zet over talent. Op een speelse manier, natuurlijk, met Ren je Rot en vragen op de blokken van de jenga-toren.
Bestaan er geboren leiders?
Is talent aangeboren?
Zelf ontdekte Joyce deze dag een verborgen talent.
‘Ik wist niet dat ik het in me had, maar ik ben best een goede propper. Mensen naar binnen lokken.’
Mooi is dat: mensen de tent inlokken en ze, wanneer ze eenmaal binnen zijn, weer uit de tent lokken.
Massage voor de balans
Innovatief organiseren is het thema van de dag. Wat er precies mis is met het traditionele organiseren staat niet op het program, maar dat het tot nare dingen leidt, blijkt wel in zaal De Rederij waar Jolan Kremer haar massagestoel heeft geparkeerd.
‘Nekklachten. Mensen zitten sowieso te lang achter de computer en dan heb je nog de spanning die bij het werk komt kijken. Twintig minuten op de stoel en ze kunnen er weer tegenaan.’
Soms ondergaan de gespannen medewerkers de massage in zalige stilte, maar ze gooien er ook weleens wat frustraties uit.
‘Ja’, lacht Jolan, ‘zo’n massage maakt heel wat los.’
Dat zou een leuke leus zijn voor haar bedrijf, geeft ze toe, maar Jolan Kremer brengt je in balans sluit toch net iets beter aan bij de doelgroep.
De andere kant van de Tafelberg
Een flink gedeelte daarvan is neergestreken op de stoeltjes die uitzicht bieden op het podium waarop Kevin Weijers z’n levenslessen geeft.
‘Alles is een kwestie van perspectief’, is er daar één van. Hij toont twee foto’s die hij vlak na elkaar maakte. De ene toont het Cambodjaanse tempelcomplex Angkor Wat bij een idyllische zonsondergang. Op de volgende foto heeft de fotograaf z’n camera een kwartslag gedraaid: tientallen mensen verdringen zich om een foto te maken van dezelfde zonsondergang. Het is maar hoe je het bekijkt.
Later in het praatje zal de Spreker/Schrijver/Chief Exploration Officer een foto laten zien van de andere kant van de Tafelberg in Kaapstad, die er vanaf die zijde helemaal niet uitziet als een tafel.
Kevin deed veel kennis op tijdens zijn drieënhalf jaar durende reis over de wereld, waarbij hij het ene na het andere baantje aannam. Ze hadden één ding gemeen, van druivenplukker tot gymleraar: Kevin had er totaal géén ervaring mee. Een reis om de wereld in tachtig experimenten noemt hij het en het publiek smult ervan.
Een zucht van herkenning gaat door de zaal wanneer hij beschrijft hoe zijn werkzame leven begon, als ambtenaar. Hoe ieder enthousiast idee op de route naar eeuwige roem en glorie al rap in drijfzand terechtkwam.
Schrijf je plannen achteraf
‘Zet het even op papier, dan bespreken we het in het management team.’
Na een paar van die ervaringen waren z’n baas en Kevin het roerend eens.
‘Zij en ik vonden het een uitstekend idee dat ik ontslag nam.’
De veertig minuten voor Kevin vliegen voorbij. Zijn observaties gaan erin als Gods woord in een ouderling.
Over roddelen: ‘Medewerkers zijn hartstikke goed in negatieve feedback, vooral wanneer de persoon waarop ze kritiek hebben afwezig is.’
Over het opstellen van plannen: ‘Een plan schrijven is natuurlijk niet verboden, maar áls je het doet, doe het dan achteraf.’
Over klagen: ‘Dat is het geven van negatieve feedback op een onwenselijke situatie zonder dat je de intentie hebt daar iets aan te veranderen.’
Hé, man, dat is een verdienmodel
Het bracht Kevin op het idee waarmee hij enige roem verwierf, de 21 dagen zonder klagen challenge.
‘Probeer het eens, 21 dagen achter elkaar niet klagen. Steeds wanneer je jezelf betrapt op klagen, begin je weer op nul.’
Om zichzelf te herinneren aan de challenge droeg Kevin een wit armbandje dat hij van pols verwisselde wanneer de 21 dagen opnieuw begonnen. Nadat het idee op de site van RTL was gepubliceerd, ging het viraal.
‘Ongelofelijk veel mensen vonden het een geweldig idee… voor iemand anders. Ze begonnen elkaar op de challenge te wijzen: dit lijkt me nou echt wat voor jou.’
Een meer commercieel-economisch ingestelde vriend wees Kevin erop dat hier sprake was van een business model.
‘Ik zou die bandjes kunnen verkópen. Hoe kom je erop? Maar bandjes verkopen, dat wilde ik niet.’
Een paar weken later liet de commerciële vriend een enorme hoeveelheid bandjes op Kevins adres afleveren, met de opdruk #21dagennietklagen.
‘Ze zijn dus niet te koop, maar iedereen die ze wil hebben…’, hij gooit een tros bandjes op het podium, ‘… haal ze maar op.’
Applaus, géén vragen, applaus, nogmaals applaus en een run op de polsbandjes. Leuk hoor, Kevin Weijers, zelfs de mensen die geen polsbandjes weten te bemachtigen mogen niet klagen.