GGD prikt een week lang op Willem-Alexander
De GGD prikt een week lang op in het Willem-Alexander Sportcentrum. Iedereen die zich niet heeft laten vaccineren tegen corona kan dat alsnog doen.
Bij de deur staat een beveiliger. Een kloeke man in het zwart, hij draagt een baardje onder zijn mondkapje. Al te spraakzaam is hij niet. Logisch, hij moet een oogje in zeil houden en ervoor zorgen dat de bezoekers zich in alle rust kunnen laten inenten tegen het coronavirus. Dan kun je tegenwoordig maar beter je mond houden, want woorden kunnen tweespalt veroorzaken. Ruzie ligt op de loer, of erger.
De draaideur door, trappetje op en dan links, een paar stappen en je bent er
Het is de maandag na de zondag waarop doldrieste relschoppers de binnenstad van Groningen kort en klein sloegen. Op de Zernike Campus is daar allemaal niets van te merken. Hier is het vrede. Het bibberkoude Willem-Alexander Sportcentrum warmt zich aan de vroege morgenzon van 22 november. De automatische draaideur draait automatisch open, trappetje op en dan links. Een paar stappen en je bent er: hier kan iedereen zich deze week melden voor een inenting.
Het is nog vroeg, de mensen van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst hebben weinig om handen. Ze scharrelen wat rond, lopen af en toe de vaccinatieruimte in en uit. Ze schuiven wat met het meubilair.
De eerste die zijn arm mag ontbloten zit al binnen, een Oost-Aziatische student
‘Wij kijken of het proces goed verloopt en of de kwaliteit voldoende is’, vat een GGD-medewerker de werkzaamheden bondig samen. Met kwaliteit blijkt hij op de ruimte te doelen.
‘Het is aan de krappe kant, maar het voldoet.’
Zijn collega, een man die de booster-gerechtigde leeftijd zogezegd al heeft bereikt, knikt bevestigend.
Het is even na negenen. De eerste die zijn arm mag ontbloten, zit al binnen. Het is een Oost-Aziatische student, zegt de GGD’er.
‘Ik denk dat dit een uitkomst is voor buitenlandse studenten. Je hebt studenten die hun eerste prik in hun vaderland hebben gekregen en de tweede nu hier laten zetten.’
De jongen met het petje begint druk te pennen op een formulier
De Nederlanders die zich de komende dagen zullen melden, zullen vast al eerder een uitnodiging hebben gehad. Daar heb je er al een paar. Ze komen elders uit het gebouw aangewandeld.
Bij het sta-tafeltje links van de deur aangekomen, begint één van hen, een jongen met een petje, druk te pennen op een formulier. De andere jongen is bijna een kop groter. Hij geeft hier en daar een aanwijzing. Wanneer de jongen met het petje naar binnen gaat, steekt zijn rijzige kompaan een duim omhoog.
‘Tot zo.’
Dat zo zal nog zeker een kwartier op zich laten wachten, dat weet inmiddels minstens 85 procent van de volwassenen in Nederland.
‘Het is mijn broertje’, zegt de wachter, ‘ik ben allang gevaccineerd, maar hij heeft lang getwijfeld of hij het moest doen. Dat was zijn goed recht, natuurlijk. Maar ik ben wel blij dat hij het vaccin nu neemt. We hebben het er wel over gehad, maar steeds in een goede sfeer. Dat blijkt ook wel, want hij heeft mij gevraagd om met hem mee te gaan.’
De allereerste gevaccineerde loopt langs ons heen, inderdaad een jongen met een Oost-Aziatisch uiterlijk. Hij haast zich de trap af en werpt zich in de wentelingen van draaideur, die hem naar buiten zal spuwen, de nog steeds rijzende zon tegemoet.
– Hoe was het?
– Stelt weinig voor
Niet lang daarna komt de broer met het petje tevoorschijn.
‘Yo.’
‘Yo.’
Boks. Boks.
Dit zijn broers. Weinig woorden, alles oké.
‘Hoe was het?’
‘Stelt weinig voor.’
‘Mooi. Kom, we gaan.’
Ze gaan richting de achteruitgang, op weg naar de parkeerplaats.
Buiten is het stil, voor het Willem-Alexander lopen en fietsen studenten, maar niet te veel. De ingeënte student uit het oosten is opgegaan in de leegte van de campus.
Foto: Mufid Majnun