Gordijntje open, gordijntje dicht
Je jas hangt in de garderobe. Via de brede trap bereik je de foyer. ‘Nog even wat drinken?’ Je knikt ja en loopt naar de bar. Op de vloer ligt dik tapijt waarin je schoenen wegzakken. Om je heen praat iedereen op een zachte maar enthousiaste toon. De jongen achter de bar draagt een wit overhemd, een giletje en een vlinderdas. Hij lacht vriendelijk terwijl hij je de biertjes aangeeft. Er zijn geen zitplaatsen meer. Dus sta je een beetje in het midden van de ruimte. Het licht is zachtgeel en glinstert mooi op de kroonluchter. Het is warm. Nog vijf minuutjes voor aanvang. Nog even snel plassen dan. Voor de spiegel trek je je kleren nog even netjes recht. Je loopt terug naar de foyer. Inmiddels moet je je door de warme mensen heen wurmen. Terug bij je biertje met condens op het glas. Dan klinkt er een mechanische pling-pling-pling. Het teken dat je naar de volgende fase van de avond gaat. Je zet nog snel je glas op een statafel en loopt naar de kaartjescontrole. De kaartjes. Shit, de kaartjes! Heb je die niet in je jas laten zitten? Even paniek, nog wat warmer. Maar nee, ze zitten in de zak van je colbertje. Een andere vriendelijke jongen bekijkt je kaartje. ‘Hier rechtdoor, tweede deur links, prettige voorstelling gewenst.’ Met alle anderen drom je door de gang naar je plekje. Het licht in de zaal staat net te zacht om je stoelnummer goed te kunnen zien. Daardoor wil het nog wel eens fout gaan. Je kijkt omhoog naar de plafondschildering. Op het verhoogde podium kan al iets van decor klaar staan, een acteur is bezig met een handeling, een andere kijkt de diepte van de zaal in. Een avondje uit, dat is het. Een beetje spannend ook wel. Het licht verandert. Het geroezemoes verstilt. Je laat je achterover zakken in je comfortabele donkerrode stoel. Het stuk begint.
Dat is theater toch? Die beleving. Gordijn open, gordijn dicht. Een prachtige avond kun je hebben. Maar zeggen dat dat theater is, is als zeggen dat je een appel hebt gegeten en nu weet hoe fruit smaakt. Appels zijn ook lekker, daar niet van. Maar er is zoveel meer. Theater hoeft niet te bestaan binnen het gebouw dat we theater noemen. Theater hoeft niet van half acht tot tien uur te duren. Theater hoeft niet real-life film kijken te zijn. Soms ben je er niet compleet van bewust dat je publiek bent. Het is verwarrend. Theater van nu is zoveel. Maar misschien is dat wel spannend om toe te geven. Want als theater overal kan en altijd, hoe moeten we het dan nog definiëren?
Marie van Linschoten rondt dit jaar misschien wel haar opleiding Theatervormgeving (Academie Minerva) af. Ondertussen pent ze rustig door, iedere woensdag op HanzeMag.nl.