Ga naar de inhoud
Groene groei

Groene Groeier oogst applaus: ‘De meeste bedrijven deugen!’

De Barn Talks van 2025 staan in het teken van Groene Groei. De hoge gasten die zouden komen, zegden af. Groene groeier Jasper Helmantel kwam gelukkig wél.

Eerst hadden ze Sophie Hermans gestrikt, de minister van Klimaat & Groene Groei. Die had ja gezegd, maar zegde toch af. Toen hadden ze geprobeerd om Wopke Hoekstra binnen te hengelen, de Eurocommissaris voor Klimaat en Duurzame Groei. Die kon wél en toch ook weer niet. Geen Hoekstra, geen Hermans. Dat betekende dus een flinke meevaller voor de stampvolle Energy Barn, want op 15 januari is de vloer van de eerste Barn Talk van 2025 aan Jasper Helmantel (inderdaad, zóón van de beroemde Groningse fijnschilder Henk).

‘De meeste ondernemers deugen, de meeste bedrijven deugen, bedrijven zijn kampioen probleemoplosser’

Jasper Helmantel is geen doorgewinterd spreker, maar hij heeft wél een verhaal. Hij slaagt er op deze mistige namiddag zelfs in om tijdens zijn betoog applaus te oogsten. Dat gebeurt als Helmantel vertelt over het boek De meeste mensen deugen. ‘Toen ik dat uithad, dacht ik: goh, ik ben toch níet gek. De meeste mensen deugen. Ja! En mijn ervaring is dat dat ook geldt voor ondernemers, de meeste ondernemers deugen, de meeste bedrijven deugen. Voor mij zijn bedrijven kampioen probleemoplosser.’ En, ja, daarvoor gaan de handen dus op elkaar. Niet álle handen, natuurlijk, want in deze ruimte zijn genoeg mensen aanwezig die betwijfelen of bedrijven wel het goede voorhebben met mens en milieu. Maar géén van de mensen die vandaag in de Energy Barn zitten, zal Helmantels bedrijf Cruydt-Hoeck onder die nietsontziende door winstbejag gedreven bedrijven scharen.

Helmantel en Bijkerk zetten het werk van de twee hippies voort: inheemse wilde bloemenzaden telen en slijten

Cruydt-Hoeck deugde altijd al, ook in de lang vervlogen tijden dat het woord deugen nog géén negatieve bijbetekenis had. In 2007 namen Helmantel en zijn vrouw Jojanneke Bijkerk de kwekerij-zadenhandel over van de weduwe van Rob Leopold, één van ‘de twee hippies’ die het bedrijf waren begonnen in 1978 (de andere geitenwollen sok was Dick van den Burg). Helmantel en Bijkerk zetten het werk van de twee hippies voort: inheemse wilde bloemenzaden telen en slijten.

De Barn Talks van 2025 staan in het teken van Groene Groei (vandaar de uitnodiging voor Hermans en Hoekstra). Cruydt-Hoeck laat zien hoe dat in de praktijk kan uitpakken. In 2007 begon het bedrijf met twee vaste krachten (Jojanneke en Jasper), nu tref je op de vijftig hectare omvattende kwekerij in Nijeberkoop vijftig medewerkers aan. ‘Mensen wíllen bij ons werken’, zegt Jasper, ‘zelfs als ze daar salaris moeten inleveren. Zoals ik al zei: de meeste mensen deugen.’

Cruydt-Hoeck levert mengsels-op-maat, voor iedere omgeving de best gedijende planten

Wereldverbeteraars zijn het. ‘Als je echt iets wilt verbeteren aan de wereld, moet je het zelf doen. Gewoon beginnen. Het gaat echt dramatisch slecht met de biodiversiteit, de verscheidenheid van soorten.’ Hoe meer wilde bloemen, hoe meer insecten, hoe meer biodiversiteit. Cruydt-Hoeck levert mengsels-op-maat, voor iedere omgeving de best gedijende planten, voor elke akker de juiste mix van planten en bloemen die plaagbestrijdende insecten aantrekken. Het is een aanpak die aanspreekt én een goed doel dat verkoopt. ‘Wij zijn idealistische realisten. Albert Einstein schijnt gezegd te hebben: als er géén bijen meer zijn, zijn we binnen vier jaar dood. Steeds meer mensen, boeren, bedrijven, overheden zien in dat we daar iets tegen kunnen doen. De interesse stijgt, in toenemende mate.’

Je zou zeggen: Cruydt-Hoeck is geliefd bij geld- en subsidieverstrekkers. Maar dat blijkt ‘lastig’, zegt Helmantel. ‘Je hebt bedrijven die zijn gespecialiseerd in het aanvragen van subsidies. Wij houden ons bezig met zaden en biodiversiteit.’

‘Het noorden heeft veel midden- en héél veel kleinbedrijf, die moeten we spotten’

Er is geld genoeg voor Groene Groei in Groningen. Kwartiermaker Nij Begun Jakob Klompien mag de 3,25 miljard verdelen over ‘sleutelprojecten voor economische structuurversterking’ in Groningen en Noord-Drenthe. Groene bedrijven en initiatieven hebben daarbij zijn speciale aandacht, zo laat hij weten in een filmpje dat ter plekke wordt getoond. Hoe hij die groene bedrijven en bedrijfjes bereikt is wel een probleem. Sieger Dijkstra, voorzitter van werkgeversorganisatie VNO/NCW Noord, heeft daar wel ideeën over. ‘Het noorden heeft veel midden- en héél veel kleinbedrijf. Daar zijn heel veel ideeën. Die moeten we spotten. Aan hoog-over-plannen hebben we weinig. We moeten niet óver mensen en bedrijven praten, maar mét de mensen en bedrijven. Ook met de vreemde eenden.’
Of de werkgeversvoorzitter het nu over Jasper Helmantel heeft, is niet duidelijk, maar Helmantels laatste oproep aan de zaal sluit er wonderwel op aan: ‘We moeten niet kakelen, maar eieren leggen.’