Ga naar de inhoud

Hoe leer je van de toekomst?

We kunnen leren van het verleden en van het heden, maar kun je ook leren van de toekomst? Ja, Loes Damhof heeft er zelfs een lesmethode voor opgezet. Op 8 mei, vlak voordat de Hanzehogeschool de leerstoel Futures Literacy feestelijk inwijdt, laat de hogeschoolhoofddocent vier journalisten en twee voorlichters in drie kwartier proeven van de exercitie die normalerwijze twee dagen in beslag neemt. Echt een spoedcursus, dus.
In zaal 101 van het gebouw van de energieproeftuin EnTranCe schrijven de spoedcursisten op blauwe plakmemo’s op hoe ze denken dat hun vak, de journalistiek, er in het jaar 2060 uitziet. De uitkomsten bespreken ze in trio’s en vervolgens met elkaar. De gedachten van de aanwezigen gaan uit naar een sterk op de mensen en hun individuele wensen toegesneden berichtgeving. Dat zal gebeuren met de hulp van zeer geavanceerde logaritmes (voor de science-fictionliefhebbers: één cursist heeft een levendige voorstelling van in het brein geïmplanteerde chips die de nieuwsconsument bij het ontwaken alle voor hem relevante informatie inprent).
Zo dénkt men, dus, dat het in 2060 zal zijn.

In het jaar 2060 bepaalt een genootschap van weldenkenden waarover de wereld wordt ingelicht

Stap twee lijkt op stap één. Het verschil? De cursisten schrijven op roze memootjes hoe ze hópen dat hun vak eruit ziet in 2060. De cursisten blijken te dromen van een situatie waarin volstrekt helder is wat feit is en wat fictie, een situatie waarin ze de ruimte hebben om goed nieuws te brengen en ideaalwereld waarin er een verdienmodel voor de journalistiek bestaat.
Dan volgt stap drie. Loes schetst een alternatief scenario voor 2060. Een situatie waarin een genootschap van weldenkenden bepaalt waarover de wereld wordt ingelicht (en dan niet de héle wereld, maar een breed gezelschap van welingelichte kringen met verstand van zaken). Voordat een bericht de wereld ingaat, wordt drie keer gecheckt of de feiten die worden vermeld correct zijn.

‘Uuh, was het een beetje zoals jullie van tevoren hadden verwacht?’

Het scenario roept weerstand op (Big Brother, oneerlijk, zorgelijk, belachelijk), en dat is precies de bedoeling, het is een provocatie, een ontregeling. ‘Deze voorstelling van een alternatieve toekomst prikkelt jullie om na te denken over de aannames waarvan jullie uitgaan. Persvrijheid is een groot goed, vind ik ook, maar het is wel een aanname. Daarvan moet je je je bewust zijn. Het kan namelijk echt allemaal heel anders lopen. Je weet niet hoe de toekomst eruit ziet, maar er zijn altijd veel meer mogelijkheden wanneer je je blik breed verbreedt.’
Drie kwartier later: nou, wat vond de snelkookklas ervan? Leuk en leerzaam, natuurlijk.
‘Maar was het een beetje zoals je je van tevoren had verwacht?’, vraagt Loes.
De OOG-redacteur (ja, OOG was er ook): ‘Nee, natuurlijk niet.’

Meer info!