‘Ik ga door totdat Avin is ingeburgerd’
Leanne draagt haar steentje bij aan de integratie van vluchtelingen. Ze is taalcoach bij Humanitas.
Iedere dinsdagochtend om tien uur, fietst Leanne Helfferich (20) naar Humanitas. Daar ontmoet ze de negentienjarige Syrische Avin (19). Avin spreekt nauwelijks Nederlands, maar dat zal snel veranderen, want ze is leergierig en Leanne staat klaar om haar van alles bij te brengen over de Nederlandse taal en cultuur.
Leanne, studente Human Resources Management aan de Hanzehogeschool, kwam op het idee om vrijwilligerswerk te gaan doen, toen ze nog achter de kassa stond van de AH to go. Werken bij de AH was leuk, maar eigenlijk deed ze het vooral om geld te verdienen. Leanne wilde graag eens iets voor iemand anders doen. Ze schreef zich in voor het taalcoach-programma van Humanitas.
Op het kantoor van Humanitas kreeg ze een enorm boek aangereikt, vol met profielen van vluchtelingen die zich vrijwillig hadden ingeschreven voor taalles. Leanne moest er één uitkiezen. Dat was natuurlijk een lastige taak. Leanne gaf de voorkeur aan een meisje, waarmee ze misschien wat sneller een klik zou hebben, en een leeftijdsgenootje.
In Syrië eten ze ook gewoon aardappelen
De keuze viel op Avin, die op dat moment nog maar een half jaar in Nederland was. ‘Dat vond ik een extra uitdaging’, legt Leanne uit. Ze maakten een afspraak en Leanne reserveerde een leslokaal bij Humanitas. Wat ze moest verwachten, wist ze niet echt. ‘Je kreeg geen boekje mee met dit moet je doen.’
De eerste keer dacht Leanne: oei, dit heb ik onderschat. De communicatie verliep vrij stroef. Avin zei op alles ja, maar Leanne had niet het idee dat ze het echt begreep. ‘Ze was nog wat te bescheiden.’ Inmiddels durft Avin het wel toe te geven als ze iets niet snapt. Ook als ze bijvoorbeeld iets op school niet begrepen heeft.
Meestal beginnen ze de les met een spelletje, dat ze uit de bibliotheek halen. Ook doen ze een paar lees- en schrijfoefeningen. Praten gaat af en toe vooral met handen en voeten, maar Google Afbeeldingen biedt ook mogelijkheden. ‘Door plaatjes op te zoeken heb ik laatst uitgelegd wie Sinterklaas nou eigenlijk is.’
Avin vindt het leuk om te leren over hoe dingen werken in Nederland. Ze was erg benieuwd naar hoe het zit met ontbijt, middageten en dineren. Toch zijn echt grote cultuurverschillen Leanne nauwelijks opgevallen. ‘In Syrië eten ze ook gewoon aardappelen.’ En tegen Leannes verwachting in, ziet Avin er westers uit. Best hip, zelfs.
Je vraagt bij een eerste ontmoeting met een Nederlander ook niet meteen waarom zijn ouders gescheiden zijn.
Ook fietsen is voor Avin de gewoonste gang van zaken. Naar haar eerste les kwam ze op de fiets, door het drukke centrum van Groningen. Haar man, die al vier jaar in Nederland woonde, had haar toen wel een paar zetjes moeten geven. Maar Avin kan het al steeds beter zelf af.
Samen met haar man oefent ze ook Nederlands. Daarnaast leert Avin nu sinds anderhalve maand ook de taal op school, al gaat het haar daar niet snel genoeg, omdat men onderling toch vooral Syrisch spreekt. Leanne vindt dat wel logisch. ‘Wij Nederlanders zoeken toch ook vooral landgenoten op als we op vakantie zijn.’
Meer dan een taalcoach
Wat Avin, naast school, verder met haar week doet, weet Leanne eigenlijk niet echt. Waarschijnlijk zit ze vooral thuis, want ze kent nog niet zoveel mensen hier. Leanne stelt maar niet te veel vragen. Zo weet ze bijvoorbeeld ook niet waarom het meisje naar Nederland is gevlucht. Bij Humanitas adviseerden ze haar om eerst een beetje af te tasten en te wachten totdat iemand er zelf over begint.
Natuurlijk is Leanne wel nieuwsgierig. ‘Maar je vraagt bij een eerste ontmoeting met een Nederlander ook niet meteen waarom zijn ouders gescheiden zijn.’ Bovendien is Avin vrij terughoudend en vertelt niet zoveel. Al laat ze de laatste tijd meer los, omdat Leanne ook veel over haar leven vertelt.
Zo leert Leanne over Avins achtergrond en Avin over het dagelijks leven in Groningen. Leanne vindt het positief dat vluchtelingen via Humanitas in aanraking komen met de Nederlandse cultuur. ‘We zijn méér dan alleen taalcoaches.’ Ze wil dan ook nog lang niet stoppen met het coachen.
Mensen die tegen opvang zijn, zouden eigenlijk eens bij een taalles moeten zitten
In februari moet ze stagelopen, maar dan zal ze in het weekend afspreken met Avin. ‘Je hebt altijd wel even een uurtje, zeker als student.’ Al weet ze verder niemand van haar studie die het ook doet. Ze zou het hen wel erg aanraden. ‘Maar alleen als je oprecht geïnteresseerd bent. Anders werkt het niet.’
Meer vluchtelingen coachen wil Leanne voorlopig nog niet. Sommige coaches hebben wel vier cursisten. Maar Leanne richt liever al haar aandacht op Avin. ‘Ik ga door totdat ze is ingeburgerd. Officieel moet dat binnen twee jaar.’ Leanne wil de ontwikkeling van Avin graag van begin tot eind meemaken.
Dankbaar werk
Vrijwilligerswerk doen ervaart Leanne als een verrijking. Af en toe krijgt ze wel de vraag waarom ze het doet, maar als ze het uitlegt, snappen mensen het meestal wel. Ze kent trouwens niet echt mensen die tegen het opvangen van vluchtelingen zijn. ‘Mensen die er wel op tegen zijn, zouden eigenlijk eens bij een taalles moeten zitten’, vindt ze. Dan krijgen ze misschien wat meer begrip. Zelf kan Leanne zich nu ook beter inleven in wat vluchtelingen doormaken. En daaraan kan iets triviaals ten grondslag liggen. Avin schrijft bijvoorbeeld van rechts naar links. Als Leanne ziet hoeveel moeite het Avin kost om dan een Nederlandse zin op te schrijven, beseft ze hoe knap het eigenlijk is dat haar cursist al zo ver is.
Vaak neemt ze een boekje mee en schrijft ze alle woorden op die ze niet kent
Avin heeft haar hele familie achtergelaten, om helemaal opnieuw te beginnen. ‘Je moet zoveel regelen als je als vluchteling naar Nederland komt. Taalles volgen is dan nog een extra stap. En Avin is ook nog behoorlijk fanatiek. Vaak neemt ze een boekje mee en schrijft ze alle woorden op die ze niet kent.’
Leanne vindt het leuk dat Avin zo gemotiveerd is. Het is daardoor dankbaar werk. En ze weet dat Avin het waardeert. Vaak neemt Avin iets te eten mee, iets wat ze zelf heeft gebakken, om haar dankbaarheid te uiten. Laatst nam ze een soort noga mee, maar dan nog tien keer zoeter. Leanne weet niet meer hoe het heet, maar het was wel erg lekker. Dat zitten ze dan samen op te peuzelen. ‘Het is eigenlijk vooral heel gezellig.’
Ook taalcoach worden? Neem contact op met Humanitas via mip.groningen@humanitas.nl of door te bellen: (050) 312 60 00.
Foto’s: Pepijn van den Broeke (c)