Internationale studenten blowen zich suf
Het cannabisgebruik onder internationale studenten in Groningen ligt aanzienlijk hoger dan onder Nederlandse studenten, concluderen onderzoekers Arne van der Bos (Hanzehogeschool), Rick Nijkamp en Bert Bieleman (Intraval, RUG). Zij deden onderzoek onder 334 internationale studenten en als referentie 142 Nederlandse studenten die allen in de stad Groningen studeren. De onderzoekers denken dat de hoge cannabis consumptie mogelijk kan worden verklaard door het misplaatste beeld over Nederland dat bestaat onder internationale studenten. ‘Deze laatste groep heeft relatief vaak het idee dat (dagelijks) cannabisgebruik niet wordt afgekeurd. Bovendien hebben internationale studenten de indruk dat er in Nederland meer cannabis wordt gebruikt dan elders in Europa, terwijl uit internationaal onderzoek blijkt dat dit niet het geval is.’
88 procent van de Oost-Europese studenten die meededen aan het onderzoek zegt wel eens een pretsigaret te hebben gerookt
Duitse en Oost-Europese studenten zijn de grootste blowers, terwijl Aziatische studenten minder vaak aangeven ooit cannabis te hebben gebruikt. 88 procent van de Oost-Europese studenten die meededen aan het onderzoek zegt wel eens een pretsigaret te hebben gerookt, 59 procent zelfs in de afgelopen maand. De Duitsers doen het slechts iets rustiger aan: 81 procent heeft ooit een stickie gerookt, 54 procent de afgelopen maand. Ter vergelijking: van de Nederlandse respondenten gaf 63 procent aan wel eens stoned te worden, waarvan 29 procent in de afgelopen maand. De meerderheid van de Aziatische studenten moet niet zo veel hebben van wiet: 45 procent heeft wel eens een jonko opgestoken, 18 procent in de afgelopen maand. Zuid-Europeanen zitten keurig tussen de Hollanders en de oosterburen in: 76 procent rookte ooit een porro, 61 procent in de laatste maand.
Volgens de onderzoekers is het niet zo dat het tolerante klimaat in Nederland de buitenlandse studenten aanzet tot blowen. Nederland lijkt eerder een aantrekkingskracht te hebben op internationale studenten met affiniteit voor cannabis. Een groot deel van de internationale studenten die ooit stuff heeft gebruikt, deed deze ervaring namelijk op in eigen land, terwijl 18 procent zegt in Nederland voor het eerst te hebben geblowd. Wel zegt 43 procent van hen vaker te zijn gaan blowen, sinds ze in Nederland woonachtig zijn.
Clichébeeld dat buitenlanders vaak hebben van Nederland (tulpen, klompen en veel wiet) wordt niet bijgesteld wanneer ze hier studeren
Opvallend is dat het tolerante beleid ten opzichte van softdrugs de internationale studenten doet geloven dat meer dan veertig procent van de Nederlandse bevolking wel eens heeft geblowd. Dat is nogal een verschil met het ware cijfer: ‘slechts’ één op de vier Nederlanders heeft ooit een jointje opgestoken in zijn of haar leven. De onderzoekers noemen het opvallend dat het clichébeeld dat buitenlanders vaak hebben van Nederland (tulpen, klompen en veel wiet) blijkbaar niet wordt bijgesteld wanneer ze hier studeren. ‘Een mogelijke verklaring hiervoor is dat internationale studenten niet veel omgang hebben met Nederlanders, waardoor dit misplaatste beeld kan blijven bestaan. Veelal klitten internationale studenten samen in internationale studentenhuizen en internationale studieverenigingen, waardoor ze geen kennis (kunnen) nemen van de mening van Nederlanders over cannabisgebruik. Voorts blijkt de mening van Nederlandse studenten minder belangrijk te zijn voor hen dan de mening van andere internationale studenten.’