ISO: student wordt steeds armer
De koopkracht van studenten wordt zwaar getroffen, zwaarder zelfs dan die van gepensioneerden. Volgend jaar zal de portemonnee van een wo-student per saldo 1,3 procent lichter zijn en die van een hbo-docent 0,8 procent. Dit zal ertoe leiden dat (te) veel talentvolle kinderen uit lagere milieus níet gaan studeren. ‘De cijfers liegen er niet om, de drempel om te studeren blijft hoger worden’, beweert het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), de landelijke studentenbelangenorganisatie die de koopkracht van studenten in kaart bracht.
Het ISO richt de pijlen vooral op de kamerhuur en het onstuimig groeiende collegegeld
In het rapport Kansen & Koopkracht in 2017 richt het ISO de pijlen met name op twee zaken die de financiële druk op studenten meer dan gemiddeld opvoeren: de kamerhuur en het ‘onstuimig groeiende’ wettelijk collegegeld.
Het collegegeld zou voor iedere student gedurende de hele studietijd hetzelfde moeten blijven, vindt het ISO. Dan weten studenten waar ze aan toe zijn. Onzekerheid over de kosten en de baten van studeren blijkt voor kinderen uit lagere milieus namelijk een belangrijke drempel bij het kiezen voor een studie in het hoger onderwijs.
Minister Bussemaker is niet overtuigd: koopkracht blijft op peil
Die drempel moet lager, meent het ISO, dat pleit voor de invoering van een studenten-prijsindex: een maat die uitdrukt voor welke uitgaven studenten staan. Met zo’n index worden de veranderingen in de financiële positie van studenten snel inzichtelijk. Het vereenvoudigt het analyseren van genomen maatregelen én geeft de (aanstaande) student een beter idee van de kosten van studeren.
Minister van Onderwijs Jet Bussemaker is niet overtuigd, zo laat ze weten in het Algemeen Dagblad. ‘Je hebt als student komend jaar niet minder te besteden door de leenmogelijkheid die er voor iedere student is.’ Ze wijst op de verhoging van de aanvullende beurs voor kinderen met minder welvarende ouders en de lange tijd die ex-studenten krijgen om hun studieschuld af te lossen.