Jop Heinen speurde naar slachtoffers van ramp Beiroet
Jop Heinen (33), oud-student Communicatie, was woordvoerder van het reddingsteam dat begin augustus in Beiroet speurde naar slachtoffers van ramp in het havengebied.
‘Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, met Jop Heinen, goedemiddag.’
Nou ja, zeg. Krijg ik je zomaar meteen zelf aan de lijn.
‘Het werk gaat gewoon door, ik zit hier gewoon weer op m’n post. Hoewel, niet lang meer, want ik begin over paar weken met een nieuwe baan: woordvoerder van de politie Oost-Nederland. Het is vergelijkbaar met wat ik hier bij Rotterdam-Rijnmond doe. En het is één van de weinige functies die je kunt combineren met het USAR-werk. Want dat wil ik per se blijven doen.’
Hoe dat zo?
‘Het is prachtig en nuttig werk. In het Nederlandse USAR-team zitten zo’n 130 mensen. Bij een missies gaat ongeveer de helft op pad, we hebben alle posities dubbel bezet en sommige driedubbel. De meest mensen komen uit Zuid-Holland, waar veel brandweer- en andere hulpdiensten zijn gevestigd. Omdat dat er zoveel zijn, kan men daar iemand die ze een dag of zeven aan USAR uitlenen relatief eenvoudig vervangen.
‘USAR-leden zijn goed getraind, ze moeten weten wat ze wel en niet moeten doen in rampgebieden. Brandweerlieden, politie-agenten, hondenbegeleiders. Ze hebben allemaal hun eigen taak en moeten die snel en doeltreffend kunnen uitvoeren. We zijn een flitskracht: we krijgen een oproep, pakken onze plunjebaal, gaan naar het vliegveld en gaan op pad.’
Dat klinkt toch nog tamelijk relaxt.
‘Het zijn uiterst gedisciplineerde operaties. De coördinatie is heel strak. Op de plaats des onheils gaat alles volgens een vast stramien. We hebben eigen eten en drinken mee en eigen onderdak, we zijn zelfvoorzienend. We zijn er om te helpen. We willen de plaatselijke bevolking niet tot last zijn… die mensen hebben wel wat anders aan hun hoofd. Daarom vertrekken we ook meteen nadat onze taak erop zit. In Beiroet konden we vrij snel de weg vrijmaken voor andere hulpverleners. Wij waren na vijf dagen klaar.’
Klaar is in dit geval… hoeveel mensen hebben jullie onder het puin uitgehaald?
‘Niet één. Dat was een verrassing, eigenlijk. De schade was namelijk enorm. Maar buiten het havengebied waren maar weinig gebouwen ingestort. Dat bleek ook bij het schouwen van de gebouwen in de stad zelf, die erg dicht bij de haven ligt. Ramen en deuren waren weggevaagd, maar de muren stonden meestal nog. Kortom, de doden en gewonden waren niet onder grote hoeveelheden puin terechtgekomen. Die mensen had men de eerste dag al gevonden. Rondom de ontplofte opslagplaats was wel veel puin, maar daar troffen we geen lichamen aan.’
Wat doet een woordvoerder tijdens de operatie?
‘Iedereen wil van alles weten. De aandacht van de media is echt enorm. Dat is begrijpelijk en nuttig, maar de mensen die aan het werk zijn moeten zich volledig op hun taak kunnen richten. Daarom is het beantwoorden van al die vragen een taak van de woordvoerder. We zijn met drie man, twee in Nederland en één ter plekke. Het is hard werken, want we willen iedereen van dienst zijn. Je moet zoveel mogelijk informatie verzamelen en die correct overbrengen. In die vijf dagen was USAR-Nederland drie keer in het Achtuurjournaal, vijf keer op Radio 1 en op nog wat andere zenders. Dan moet je goed weten wat er speelt en dat goed onder woorden kunnen brengen.’
Wat ik me al tijden afvraag, waar komen die speurhonden vandaan?
‘Die zijn van ons. Nou ja, van de politie. Iedere hond heeft z’n eigen begeleider, ze zijn een vast koppel. De honden zijn ook specialisten: in Beiroet zetten we honden in die in staat zijn om levende mensen te traceren. Dat zijn dus andere honden dan de honden die de politie gebruikt om ergens rellen te beteugelen.’