Ga naar de inhoud
desinformatie

Jülide onderzoekt desinformatie: ‘Iedereen kan erin trappen, ook jij en ik’

5G-masten als oorzaak van de coronapandemie, Bill Gates die nanochips in het coronavaccin stopt, of een deepfake van Volodymyr Zelensky waarin hij Oekraïne overgeeft. Klinkt misschien ongeloofwaardig, maar ook jij kunt erin trappen. Desinformatie-onderzoeker Jülide Kont legt uit waarom.

‘Geloven in desinformatie zou niet moeten worden gezien als slecht, pathologisch of dom’, zegt Jülide Kont. Zij promoveert aan de Hanze en RUG op redenen waarom mensen in desinformatie geloven en onderzoekt interventies om dit te voorkomen. ‘Iedereen kan in desinformatie trappen, ook jij en ik. Waarom mensen desinformatie geloven of delen is complex en heeft niet per se met intelligentie te maken.’ Hoe werkt dat dan?

Het is geen toeval dat we sinds de pandemie en de huidige oorlog veel meer over desinformatie en complotdenken horen. Het zijn stressvolle gebeurtenissen en situaties, waardoor mensen zich overweldigd voelen. Kont: ‘Mensen vertrouwen dan meer op hun intuïtie dan op hun verstand. Ze gaan op hun gevoel af, omdat desinformatie en complottheorieën vaak makkelijker te begrijpen zijn dan de werkelijkheid.’

Het is volgens Kont dus helemaal niet gek dat mensen tijdens de coronapandemie soms niet wisten wat ze wel moesten geloven en wat niet. ‘Mensen waren gewoon ongerust. Als je dan al een laag vertrouwen in overheidsinstellingen hebt, dan ben je kwetsbaar voor desinformatie en complottheorieën.’

Dat mensen zich in de pandemie niet lieten vaccineren of niet luisterden naar instructies, kon de ineenstorting van het hele gezondheidssysteem betekenen

Hoewel iedereen in desinformatie en complottheorieën kan geloven, doet uiteindelijk maar een klein aandeel van de mensen dat echt. Is alle aandacht ervoor dan niet een beetje overdreven? Als het aan Kont ligt niet. ‘Dat mensen zich in de pandemie niet lieten vaccineren of niet luisterden naar instructies, kon de ineenstorting van het hele gezondheidssysteem betekenen. De minderheid die wel in de desinformatie of complotten gelooft, kan dus een groot gevaar voor zichzelf en anderen zijn.’

Net als voor veel problemen in het leven, is er ook voor het tegengaan van desinformatie en complottheorieën geen quick fix. Toch zijn er volgens Kont een aantal dingen die sowieso belangrijk zijn.

Kont vindt het cruciaal dat er wetgeving komt die sociale-mediabedrijven verantwoordelijk maakt voor het signaleren en weren van desinformatie. ‘Als mensen de onjuiste informatie niet tegenkomen, is er ook minder stimulans om het te geloven.’ Klinkt als een simpele oplossing, maar dat is het niet. Er circuleert zoveel informatie online, dat sociale-mediabedrijven onmogelijk alles bij kunnen houden. Bovendien zou de interventie voor een klein groepje mensen averechts kunnen werken. Kont: ‘Ik denk dat de maatregel de massa beschermt, maar dat believers alleen maar versterkt worden in hun argument dat hen het zwijgen wordt opgelegd en dat de waarheid verborgen wordt gehouden.’

Als we studenten leren dat complexe problemen geen gemakkelijke oplossingen hebben, dan zal de weerbaarheid tegen desinformatie groter zijn

Om mensen zelf weerbaarder te maken tegen desinformatie, is het volgens Kont ook belangrijk dat ze om leren gaan met een overvloed aan informatie en onzekerheid. ‘Dit is waar onderwijs een rol kan spelen. Als we studenten leren dat complexe problemen geen gemakkelijke oplossingen hebben, dat er altijd een addertje onder het gras zit, dat het geen zwart-wit scenario is, dan zal de weerbaarheid tegen desinformatie groter zijn. Als ze dan desinformatie tegenkomen, zullen ze denken: wacht eens even, kan de oplossing wel zo simpel zijn?’

Leren studenten dat op de Hanze? ‘Ja en nee. Het is niet expliciet opgenomen in het curriculum, maar er zijn ook indirecte manieren om dit bij te brengen. Studenten leren wel hoe ze onderzoek moeten doen, hoe ze informatie moeten categoriseren en hoe ze op een systematische manier een argument kunnen ontwikkelen. Dat maakt ze al wat weerbaarder.’

Genoeg is dat nog niet, ‘maar ze hebben mij aangenomen’, lacht Kont. Uiteindelijk zal ze in haar PhD interventies ontwikkelen die mensen weerbaar moeten maken tegen desinformatie. Het is dan wel belangrijk dat de oplossing multidisciplinair is. ‘Je moet ook iets doen aan sociale gelijkheid. Want mensen die achtergesteld zijn in een samenleving, zullen automatisch meer anti-overheid, anti-instituties, anti-media, en dus kwetsbaarder voor desinformatie zijn. Als docent kan ik daar niets tegen doen.’