Ga naar de inhoud

Komt een man bij de kapper…

Ineens heeft Groningen drie klassieke kapsalons. En ze lopen als een trein. Wat is de formule achter het succes? De kwaliteit of de gemoedelijke, nostalgische, mannelijke sfeer? Voor barbiers Ronald en Rodanim zit het ’m in de mix.

De traditionele herenkapper lijkt een hype te zijn. Ook in Groningen, de studentenstad heeft inmiddels drie klassieke barbiers: de Barbershop, Moustache en De Zwarte Raaf. Drie zaken die je terug in de tijd brengen: je kunt er het oude ambacht van herenkapper aan den lijve ervaren.
Studenten, stadjers en buitenlui… iedereen lijkt wel dol op de moderne herenkapper. Rodanim Friskes, eigenaar van de Barbershop aan de Westersingel, schrijft de opmerkelijke populariteit toe aan het feit dat mannen zelfbewuster zijn. ‘Mannen van tegenwoordig weten wat ze willen, ook qua uiterlijk. Die wens willen ze dan ook graag uitspreken, maar wel in een stoere omgeving, zonder dat het tuttig wordt.’ Het succes van z’n eigen zaak schrijft Rodanim toe aan het sterke concept. ‘Daar moet je stevig aan vasthouden, maar ondertussen is het belangrijk dat je een stapje verder bent dan de mainstream. Daarnaast staat en valt alles met de kwaliteit. Ook denk ik dat ons team erg goed bij elkaar past.’

Rodanim in zijn Barbershop aan de Westersingel. Foto's: Pepijn van den BroekeRodanim is de tweede eigenaar van de Barbershop. Zijn voorganger Ronald de Bont slijpt de scheermessen inmiddels in zijn nieuwe salon, De Zwarte Raaf. Volgens heeft het succes van de klassieke kapper te maken met de moderne man, die steeds vaker behoefte heeft aan een plek voor zichzelf. ‘De man wil terug wat hij heeft weggegeven’, filosofeert hij. ‘Meerdere creatievelingen, zoals Schorem uit Rotterdam, sprongen in het gat dat de weggevallen herenkapper had achtergelaten. Hierdoor is er een soort beweging ontstaan van mannen die al jaren bij een gemengde kapsalon komen. Ze waren daar heel tevreden over, maar nu beseffen ze toch dat er een verschil is:  mannen knippen is echt anders dan vrouwen knippen.’

Veel te lang was het knippen van mannen een ondergeschoven kindje geweest

Ronald de Bont kan gezien worden als het kloppende hart van de klassieke herenkappers in Groningen. Nog voordat er bij het immens populaire Schorem ook maar één kakement was ingezeept, had hij het concept van de klassieke herenkapper in een nieuw jasje al in z’n hoofd. ‘Veel te lang was het knippen van mannen een ondergeschoven kindje geweest. Vroeger was er een verschil in opleiding. Tegenwoordig worden kappers opgeleid tot allround-kapper.’
Toen Ronald zes jaar geleden begon met de Barbershop was er alom twijfel en scepsis. Het werd afgedaan als iets wat niet meer van deze tijd zou zijn. Geheel onterecht, zo blijkt: inmiddels is het vrijwel onmogelijk om te worden geknipt zonder dat je daarvoor een afspraak hebt gemaakt. Na zes jaar Barbershop, besloot hij dat het tijd was voor een nieuwe uitdaging. Rodanim nam de zaak over en Ronald begon in de Folkingestraat aan De Zwarte Raaf. ‘Ik merkte dat het idee achter de Barbershop werd opgepikt. Dan is het eigenlijk zonde dat je klaar bent met één winkel, terwijl de markt net begint te groeien.’
Groningen leent zich goed als stad voor start-ups. ‘Je hebt een continue aanwas van jonge mensen. Die hebben op een gegeven moment allemaal een kapper nodig, terwijl de meeste stadjers al een vaste kapper hebben.’ Maar waarom heet De Zwarte Raaf De Zwarte Raaf? ‘Het klinkt gewoon leuk’, lacht Ronald. ‘Ik wilde een naam die spannend is. Het maakt je nieuwsgierig. Als je iemand vraagt waar hij naartoe gaat en hij antwoordt: naar De Zwarte Raaf, dan vraag je je af wat dat is, De Zwarte Raaf. Het is een naam die zich goed leent voor een merk.’

Als de hype straks voorbij is, gaan die mannen echt niet terug naar de uniseks-kapper om daar tussen de geblondeerde vrouwen te gaan zitten

De beleving is erg belangrijk voor de moderne ouderwetse herenkappers. Alles in de salon is klassiek en mannelijk. In het interieur overheersen donkere kleuren: compleet het tegenovergestelde van een uniseks-kapsalon. De wachtruimtes van de Barbershop en De Zwarte Raaf doen denken aan een bruin café. ’s Ochtends draait de kapper rustige jazz, later op de dag klinken uit de luidsprekers uptempo-nummers uit de jaren vijftig. Het personeel is met grote precisie uitgezocht. ‘Het moeten jongens zijn die in het plaatje passen: stoere gasten die liefde voor het vak uitstralen’, stelt Rodanim.
Misschien wel het opmerkelijkste is dat vrijwel alle kappers van De Zwarte Raaf en de Barbershop géén kappersopleiding hebben gevolgd. Ze kwamen als besten uit de bus bij een wedstrijd met de vagelijk bekend voorkomende titel So You are a Barber. Maar opgeleid zijn de kappers inmiddels wel degelijk. Hun leermeesters waren de eigenaren van de zaak zelf die hun ideeën in de jongens hebben gepompt. ‘We wilden graag jongens die een beetje kneedbaar zijn. Jongens die van de kappersschool komen, moet je allerlei dingen afleren. Dat is best lastig, voor beide partijen’, vertelt Rodanim die goed te spreken is over zijn mannen Jamey en Melvin.
Over de toekomst zijn de Barbershop en De Zwarte Raaf positief. ‘Ik merk dat de markt groot genoeg is voor meerdere winkels. Daarnaast is er veel werk in het opleiden van mensen tot herenkapper’, meldt Rodanim. Ronald denkt dat de verschuiving van klanten die van een gemengde kapsalon naar een herenkapper gaan blijvend is: ‘Deze kapperszaken zijn nu natuurlijk een enorme trend. Maar echt, als de hype straks voorbij is, gaan die mannen echt niet terug naar de uniseks-kapper om daar tussen de geblondeerde vrouwen te gaan zitten.’
Zelf hebben de kappers natuurlijk ook zo hun voorkeuren. Rodanims alltime favourite is de nonchalante James Dean-kuif. Ronald ziet in ieder tijdsgewricht wel een specifieke klassieker, voor nu zou dat wel eens het beach-kapsel à la Chris Zegers kunnen zijn. ‘Geweldig!’ Smaken verschillen, ook bij herenkappers.