Mbo’ers hebben het moeilijk op het hbo
Hbo-studenten die van het mbo komen, vallen vaker uit dan gemiddeld en als ze wel doorstuderen doen ze langer over het halen van een diploma. Dat stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in het rapport Wikken en Wegen in het Hoger Onderwijs, waarin ook wordt vastgesteld dat het percentage mbo’ers die kiezen voor een vervolgopleiding in het hoger beroepsonderwijs aan het dalen is. In 2006 ging nog iets meer dan de helft van de mbo-studenten naar de hogeschool nadat ze hun diploma haalden, in 2013 is dat gedaald tot 42 procent.
De roep om een schakelprogramma tussen mbo en hbo klinkt steeds luider
Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen, is ervan overtuigd dat de daling van de mbo-instroom het gevolg is van de stijging van de kwaliteit van het hbo-onderwijs. (Die kwaliteitsverhoging zorgt er volgens hem ook voor dat hbo-studenten langer over hun studie doen dan een paar jaar geleden). Het SCP constateert dat het bij ex-mbo’ers schort aan de taal- en rekenvaardigheden die het hbo verlangt. Thom de Graaf denkt dat mbo-studenten gebaat zijn bij extra scholing en pleit voor een schakelperiode tussen mbo en hbo waarin de mbo’ers worden bijgespijkerd.