Ga naar de inhoud

Onderduiken in het studentenleven, een introductie

Cas Mooij doet, samen met zijn fotograaf Niels Punter, al jarenlang verslag van de meeste vunzige, donkere, obscure, rare plekken van Groningen voor HanzeMAG. De perfecte gids dus voor een introductietocht door duister Groningen.

De avond voor mijn vertrek naar Groningen zat ik in de lokale kroeg, Het Paard, waar ik nooit geaccepteerd werd door de echte dorpelingen, maar evengoed graag kwam. De voornaamste reden voor hun afkeur was dat ik een stropdas droeg, al was ik pas 21 jaar. Een vriend van me, de meest waardeloze taxichauffeur uit de omgeving, had zich die avond achter de bar gewurmd en beheerde de muziekinstallatie.  Hij draaide gore rock ‘n’ roll, met house-achtige beats eronder. Alsof je naar Elvis luistert terwijl je lachgasballonnen leegzuigt. De band heette “Gravediggers”, met frontman Chris Garrit, die het later zou schoppen tot nachtburgemeester van Groningen en inmiddels eigenaar is van het de EM2, een feestlocatie op het roemruchte Suikerunieterrein. Die avond werd mijn graf gegraven inderdaad, het was niet de bedoeling dat ik nog terugkwam. Ik moest een man van de wereld worden. En Groningen zou me laten zien hoe.

Welkom in Groningen, welkom bij de Keiweek, welkom op de opleiding, welkom in de klas

De meest waardeloze taxichauffeur uit de omgeving gaf me een lift naar huis. Te dronken om te rijden, maar te koppig het niet te doen. Het voordeel van een leven lang op één plek blijven, als een goudvis in een kom, is dat je die kom uiteindelijk door en door kent. Hij kende elke bocht, elk bedrieglijk stuk wegdek dat andere dorpsgenoten al fataal was geworden. Die kenden dat wegdek meestal ook zeer goed, maar werden dan verrast door een overstekend nachtblind konijn. Goed. Ik kwam thuis die avond en de volgende ochtend vertrok ik met een hoofd zo zwaar als een zwerfkei naar mijn nieuwe studentenleven.

Introducties
Je leven bestaat in de eerste periode uit introducties. Welkom in Groningen, welkom bij de Keiweek, welkom op de opleiding, welkom in de klas. Welkom in je studentenhuis. Welkom in je nieuwe stamkroeg. Je krijgt een introductie in 24-uurs economie: er is in Groningen geen sluitingstijd en er is altijd wel een kroegje open. Als de laatste kroeg te sneu is om dood gevonden te worden, haal je bij de nachtwinkel een sixpackje gekoelde blikjes bier (Keizerskroon uiteraard) en beklim je een gebouw. Dat mag niet, maar het is wel leuk. In mijn introductietijd konden we via een trapportaal in een pand in de stad de brandtrap bereiken. Die gaf toegang tot het dak. Op het dak stond een steiger omdat er gerenoveerd werd en die gaf ons  toegang tot het terras bovenop het oude V&D-gebouw. De laatste blikjes bier maakten we soldaat terwijl de zon opkwam van achter de Olle Grieze. Magisch.

Opeens begeef je je met 300 joelende studenten richting het centrum

Je krijgt een introductie in studentenvetes: je wordt meegesleept naar iets dat ‘bel jatten’ heet. Geen idee. Maar opeens begeef je je met 300 joelende studenten richting het centrum. Er moet bij studentenclub Mesacosa een bel gestolen worden. Dat duurt ongeveer 20 minuten en de rest van de avond probeert iedereen elkaar te versieren, er wordt gedanst, met fluorescerende verf gegooid en ziet iedereen eruit zoals op neon-splash. Alle gelukkige dronken zielen slenteren naar huis. De volgende ochtend krijg je een introductie in straatcultuur.

Kroegcolleges
‘Heb je misschien een euro?’ Roept ‘ie. ‘Ja,’ roep ik. Hij is enthousiast, want hij is nog tien meter verderop maar roept al. Vrolijk komt ‘ie op me af, de bekendste dakloze van Groningen. Ik geef hem de euro. ‘Hé bedankt hè,’  roept ie. ‘Ja geen probleem joh,’ reageer ik. ‘Lekker weer hè?’ roept ‘ie, terwijl hij soort van in beweging komt. ‘Ja heerlijk, zo even ontbijten.’ ‘Oh, je hebt nog niet gegeten?’ vraagt hij. ‘Nee,’ antwoord ik. ‘Nou! Eet smakelijk hè!’ (en dat gesprek gaat eindeloos door, want hij wil altijd het laatste woord hebben. Maar dat krijg je pas door na een jaar of drie). Groningen is het territorium van een groep kleurrijke daklozen. Je gaat ze al snel herkennen. Je kan prima een praatje met ze maken en ze hebben allemaal een bijzonder (soms tragisch) verhaal. Ze zijn niet angstaanjagend. Ze passen precies in de Groningse sfeer. Gemoedelijk, benaderbaar. Theo met z’n hond, Gerard met z’n lange, vlassige haren. Karina met haar scootmobiel en zelfgemaakte ansichtkaarten.

Kort daarna kwam een agressief mannetje uit een steeg en begon hem te bedreigen met een mes

De enige negatieve ervaring die ik op straat heb meegemaakt was na een lange avond stappen. Ik zat met een leraar van mijn opleiding op een trapje, nog even een jointje te roken. Het is niet ongebruikelijk dat je docenten in het nachtleven tegenkomt. Het is ook niet ongebruikelijk dat ze aangeschoten zijn. En ook niet dat ze hasj of wiet roken. Er worden zelfs kroegcolleges gegeven op sommige faculteiten. Maar goed, naast ons streek een kleurrijk figuur neer, dat in een mengelmoes van Engels, Frans en Nederlands om een sigaret vroeg. Hij rapte freestyle voor ons. Kort daarna kwam een agressief mannetje uit een steeg en begon hem te bedreigen met een mes. Niet betaald. Wat niet? Speed, bleek later. Tijd voor ons om op te staan. Maar het agressieve mannetje – dealer – moest er niks van hebben en drukte ons weer neer op het trapje. ‘Jullie hebben ook gebruikt!’ tierde hij. Mijn docent onderzoek ergerde zich aan het gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing voor die uitspraak. Wij stonden nogmaals op. Andere mensen begonnen zich ermee te bemoeien. Uiteindelijk kwamen twee uitsmijters erbij om iedereen weg te sturen, en dat was voor ons een prima moment om een steegje in te duiken en de andere kant op te gaan.

Nieuwe vrienden
Dat is wel de manier waarop je een band opbouwt met mensen. Of je nou lid wordt van een studentenclub, het muzikantencircuit betreed of bij een sportvereniging gaat, je maakt gegarandeerd nieuwe vrienden. Vrienden met vreemde hobby’s, zoals om half zes ’s ochtends met een vlot op een meer drijven, zodat je een foto van een vogel kan maken. Of in de duinen wildkamperen zodat je een foto van een vos kan maken. Niels, die dat doet, is mijn trouwe metgezel op alle vreemde avonturen die ik tot nu toe heb beleefd. Vaak op kosten van HanzeMAG, zolang we maar met 1.500 woorden en negen foto’s terugkomen waar ze wat mee kunnen.

In mijn tweede jaar in Groningen hoorde ik echter van een monumentaal kraakpand in Helpman, het zuiden van de stad

Eén van de spannendste introducties vond ik de introductie in het krakersleven. Er worden leuke feestjes gegeven op legale en minder legale locaties in de stad. Eén van de bekendste underground-maar-toch-mainstream feesten is Paradigm. Waar je ook legale en minder legale substanties tot je kan nemen. In mijn tweede jaar in Groningen hoorde ik echter van een monumentaal kraakpand in Helpman, het zuiden van de stad. Daar zit inderdaad het Oude Rooms Katholieke Ziekenhuis, of ORKZ. In de kelders hebben ze een gigantische hot tub gebouwd en een kroeg waar livemuziek en feestjes zijn. De bar op de begane grond schenkt goedkoop bier en is tevens een eetcafé (aan het eind van de maand erg handig). Daar kwamen Niels en ik als journalisten ook in contact met allerlei graffiti artiesten. Die nodigden ons uit om eens mee op avontuur te gaan. Een introductie in ‘illegale activiteiten’: inbreken op het remiseterrein van de NS bij Groningen Centraal en kunstwerken op intercity’s spuiten.

Fluïde seksualiteit
Tijdens je studentenleven krijg je een introductie in seksualiteit en hoe fluïde dat kan zijn. In een supergezellige bar achter de Vismarkt, de Lola, wordt eens in de zoveel tijd een drag queen show georganiseerd. Het is daar zo gay dat je als hetero gewoon uit de toon valt. Prachtig. Degene die ons uitnodigde was Dolly Wood, een lokale karaokekoningin. Hij epileerde z’n wenkbrauwen, schoor z’n benen, stopte z’n push-up-bh vol sokken en tadaa: hij was een zij. Los van alle seksuele voorkeuren waarover je in Groningen iets kan leren, kan je ook genoeg leren over seks zelf. Er wordt natuurlijk voldoende afgeneukt in al die studentenkamertjes met flinterdunne gipswandjes. Maar we doen ook aan slutshaming, bangalijsten, pandapunten en tijgerpunten. Het zijn wel vaak de meiden die er slecht vanaf komen wanneer het om imago gaat. Maar dat is aan het veranderen. Ik gok dat mannen er gewoon niet zo goed mee om kunnen gaan dat vrouwen, als ze willen, alle records van de meest gelikte Casanova in een week kunnen verpulveren.

Het studentenleven is een introductie van begin tot eind. Toen mijn baas, de hoofdredacteur van HanzeMAG, opperde om een soort Lonely Planet te maken voor studenten, dacht ik: Lonely? Hoezo? Natuurlijk, er zijn momenten dat je je eenzaam voelt, en veel studenten krijgen met psychische problemen te maken. Maar hey, een kleine tip van mij: het hoort bij het leven, er gebeuren veel indrukwekkende dingen. Dat is soms zwaar. Zoek een decaan op, een docent die je kan helpen en tegen die loneliness: je medestudenten. Want hoe je het ook wendt of keert, je gaat vriendschappen voor het leven maken. Je gaat jezelf leren kennen en het lef vinden om jezelf te laten zien aan anderen. Een professional worden in je vak en een wereldburger in je vrije tijd. Toen mijn baas, diezelfde hoofdredacteur die ik net al noemde, zei: een introductie in het studentenleven. Toen dacht ik niet: mijn god waar haal ik mijn inspiratie vandaan? Nee, ik stond even een moment stil bij het feit dat ik aan 1.500 woorden nóóit genoeg heb om de rijkdom van het studentenleven te beschrijven.

Foto’s: Niels Punter