Ongemak over vraagtekens en potentiële achterblijvers onder het personeel
Ongemak. Dat voelt de medezeggenschapsraad bij de indeling van het personeel in vier typen. Hoeveel vraagtekens en achterblijvers werken er op de Hanze? En wie is er eigenlijk gemiddeld?
De meeste mensen zijn gemiddeld op de meeste punten. Dat is geen enkel probleem, want een mens kan niet op alle punten uitblinken. Denk even aan docenten. Je weet dat er goede en slechte docenten zijn. Er zijn zelfs docenten die goed en slecht tegelijk zijn. Het ligt er maar aan wie het oordeel mag vellen. De ene student vindt docent X prima, de andere kan werkelijk niets van hem leren. Het hangt ook van het vak dat de docent geeft. Is dat leuk of stom? Gaat het over een onderwerp dat de docent goed ligt of over een onderwerp dat tegen zijn zin op zijn bordje is gelegd?
Het ligt er dus maar aan en alles is relatief.
Hanze-medewerkers met lood in de schoenen
Toch kan het zijn dat je op de Hanze de komende tijd personeelsleden tegenkomt die er een beetje bedrukt uitzien en misschien zie je zelfs medewerkers met lood in de schoenen rondstappen.
Dat zou dan het gevolg kunnen zijn van de meerjarenpersoneelsplannen die meerdere Hanze-onderdelen de laatste tijd hebben opgesteld. In die plannen staan ongemakkelijke tabellen met de bijzondere naam HR3P.
Op de x-as van tabel HR3P staan de prestaties: het percentage personeelsleden dat achtereenvolgens onvoldoende, voldoende, goed of uitstekend functioneert.
Op de y-as staat het groeipotentieel, waarin het personeel eveneens in vier categorieën is ingedeeld. De eerste twee categorieën zijn opwekkend: groeimogelijkheden direct en groeimogelijkheden binnen 1 à 2 jaar.
De andere twee categorieën zijn minder complimenteus.
Ontwikkelmogelijkheden binnen huidig functie(niveau)… dat laat je niet op je T-shirt printen.
En grenzen bereikt, wie zou daar over uitweiden tijdens de jaarlijkse buurtbarbecue?
Iemand die zijn grenzen bereikt heeft én onvoldoende presteert noem je een potentiële achterblijver
Echt ongemakkelijk wordt het doordat de tabel namen geeft aan combinaties die men op basis van de scores kan samenstellen.
Zo noemt men iemand mét groeimogelijkheden die goed of uitstekend functioneert een high potential.
Klinkt goed, hè?
Iemand die zijn grenzen bereikt heeft én onvoldoende presteert moet helaas door het Hanzeleven gaan als potentiële achterblijver.
Potentiële achterblijver, het klinkt niet helemaal hopeloos, maar je zult het maar zijn.
Iemand met groeimogelijkheden die onvoldoende functioneert, noemt de tabel een vraagteken.
Hoewel sommige mensen hun best doen om voor anderen een raadsel te blijven, zullen de meeste mensen niet blij worden van dat etiket. Een wandelend vraagteken, dat klinkt dubieus.
Weten personeelsleden in welke categorie ze zijn ingedeeld?
In de medezeggenschapsraad kwam het onderwerp afgelopen maandag aan de orde. De raad maakte zich een beetje zorgen.
Wie deelt de personeelsleden in die categorieën in?
Weten personeelsleden zelf in welke categorie ze zijn ingedeeld?
Wie gaat ze dat vertellen?
Hoe vermijden we willekeur?
Verstandige vragen en begrijpelijke zorgen.
Maar het is ook nuttig om te kijken naar de percentages in de tabellen. Het aandeel potentiële achterblijvers is steevast erg laag, meestal lager dan vijf procent. Dat is positief. Het aandeel high potentials daarentegen is aan de hoge kant, soms wel dertig procent. Dat is ook positief. Vraagtekens? Daar grossiert de Hanze bepaald niet in, er zijn er maar heel weinig van.
De rest van het personeel is, zoals men mag verwachten, gemiddeld. Alleen heten ze in de tabel niet de gemiddelden, maar de backbone. De gemiddelde Hanze-medewerkers vormen de ruggengraat van de organisatie. Nee joh, ik ben niet gemiddeld, ik ben de ruggengraat van de Hanze! Daar kun je mee aankomen op de buurtbarbecue.
Foto (fragment): Ana Municio