Ga naar de inhoud

Rare jongens, die buut’nlaanders

Er zitten vreemde vogels tussen de buitenlandse studenten die hier zijn neergestreken. Wat zoeken ze eigenlijk in Groningen? En wat hebben ze ons te bieden? Praatjes hebben ze gelukkig genoeg. De Texaanse Mexicaan Porfirio Osuna (19) wil Nederlands leren en de Filipijnse uit Abu Dhabi Margareth Ballouz (17) probeert niet te verdwalen.

 

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Porfirio Osuna (19), Mexico
‘Sinds ik hier ben heb ik één en al mazzel. De eerste week logeerde ik bij m’n tante in Leeuwarden. Het lukte haar om een kamer in Groningen voor me te vinden. Niet groot, maar goedkoper dan waarop ik had gerekend. Ideaal, ik kreeg de sleutels de week erop en kocht meubels bij een kringloopwinkel. Bij elkaar kostte me dat minder geld dan de tweedehands fiets die ik op de kop tikte. De week erop gebruikte ik om de stad te verkennen. Het kon niet beter, want dat was dus de KEI-week. Ik heb me aangemeld bij SIB, de studievereniging voor internationale betrekkingen, en bij AEGIR. Ik wil een sterke jongen worden en roeien is hartstikke leuk.
‘Ik wil heel graag Nederlands leren. In mijn oren klinkt het heel vriendelijk en er zijn genoeg studenten die me willen helpen met het leren. In een café heb ik al meegezongen met wat Groningers. Ze waardeerden de poging en gaven me zelfs applaus.
‘Groningen heeft prachtige architectuur, oud en nieuw door elkaar heen. De mensen zijn vriendelijk en ontspannen, zelfs de politie-agenten. Heel anders dan in de Verenigde Staten. Ik ben een geboren Mexicaan, maar mijn jeugd bracht ik door in Texas, in Houston. Er zijn veel Hispanics in Houston en die ervaren wel enige druk. Donald Trump, weet je wel. Ik zei: als Trump president wordt, ga ik weg, en ik kom pas terug als hij weer weg is. Maar dat was een grap. Nee, ik ben gewoon vastbesloten om hier vier jaar te blijven. Ik wil alles leren over Video Game Design.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Margaret Ballouz (17), Filipijnen
‘Nicole, van het Erasmus Student Network, haalde me op van Schiphol. Dat was nog eens een vriendelijk welkom. 30 augustus was sowieso een dag die ik niet snel zal vergeten, want ik zat voor het eerst van m’n leven in een trein. Abu Dhabi heeft geen treinen, alleen de metro. Maar nog verrassender: ik zag koeien. Ik heb altijd gedacht dat die zwart-wit zijn, zo staan ze op de melkpakken. Maar ik zag bruine koeien, grijze en zelfs helemaal witte dieren.
‘Abu Dhabi, ja, dat heb je goed gehoord, ik ben Filipijnse, maar ik ben opgegroeid in de Verenigde Arabische Emiraten. Mijn moeder heeft een schoonheidssalon en mijn vader een hotel. Ik ben heel internationaal. Ik heb Frans bloed, Libanees, Armeens, Spaans en Russisch. En Filipijns natuurlijk.
‘Filipino’s pikken elkaar er altijd uit. Dan vragen ze: kabayan? Dat betekent landgenoot in het Tagalot, de taal van de Filipijnen.
‘Mijn oudere zus gaat ook in Nederland studeren. Economie in Amsterdam. Ik heb gekozen voor de International Business School, want later wil ik een eigen bedrijf beginnen. Ik weet niet precies wat voor bedrijf, maar ik heb dus nog genoeg tijd om dat uit te vogelen.
‘Ik ben nog erg jong. Gewoon, erg vroeg met school begonnen, dan heb je dat. Maar ik voel me niet eenzaam en alleen. En dat terwijl ik in Groningen nog geen enkele kabayan ben tegengekomen. Natuurlijk zijn mijn ouders wel een beetje bezorgd. Maar ze hebben ook vertrouwen in me en dat is terecht. Ik zorg wel dat ik niet in de problemen kom. Hoewel, op de eerste dag slaagde ik er al in vreselijk te verdwalen.’

Meer portretten van nieuwe strangers in town lees je hier (in het Engels).